Dertig jaar geleden: “Belladonna” van Hugo Claus

Dertig jaar geleden: “Belladonna” van Hugo Claus

Nog in 1993 publiceert Claus de dichtbundel “De Sporen”. Volgens zijn eigen zeggen heeft hierin “de lyriek van de jongeling die in de zandbak met een meisje in Tirolerjurk speelt, plaatsgemaakt voor een zeker wellustig masochisme in het licht van de dood”. Hij vindt trouwens dat het “een wet” is dat de grootste liefdesdichters in werkelijkheid flauwe minnaars zijn en hij citeert als voorbeeld Baudelaire “de grootste liefdesdichter, maar het is bekend dat het allemaal wensdromen waren”. Anderzijds bekent hij dat hij nu ook wel eens een boodschap aan zijn zonen in een gedicht stopt, “mijn twee zonen die niet naar hun ouwe schimmelige vader omkijken.” “En dan maar hopen dat ze uw poëzie lezen,” merkt Rudy Vandendaele stekelig op. “Dat ze hen ertoe aanzet me even op te bellen,” lacht Claus. Maar het gegeven keert terug in 1994, wanneer hij “Belladonna” publiceert, een groteske waarin de namen op dergelijke manier zijn gegeven dat een vertaling onmogelijk wordt (ofwel moet men de actie ook verplaatsen naar het land van de taal en dan verdwijnt het “typisch Vlaamse”). Op die manier zal hij wéér de Nobelprijs niet krijgen natuurlijk!

Lees verder “Dertig jaar geleden: “Belladonna” van Hugo Claus”

105 jaar geleden: “L’Atlantide” van Pierre Benoit

105 jaar geleden: “L’Atlantide” van Pierre Benoit

Het is vandaag 105 jaar geleden dat “L’Atlantide” van Pierre Benoit werd uitgegeven. Nog datzelfde jaar werd het reeds verfilmd door de Belg Jacques Feyder (1885-1948) met Stacia Napierkowska in de rol van Antinea. Het was de eerste Franse film die in natuurlijke decors (de Sahara) werd gedraaid en kende een groot populair succes, maar ook door de critici werd hij goed onthaald.

Lees verder “105 jaar geleden: “L’Atlantide” van Pierre Benoit”

Marc De decker (1948-2023)

Marc De decker (1948-2023)

Deze morgen droef nieuws in mijn mailbox: één van mijn oudste en trouwste vrienden, Marc De decker, in literaire middens beter gekend als Johan de Belie, is overleden. Hij is tot bij zijn overlijden nog altijd de meest productieve medewerker aan mijn blog gebleven (naast “De schatkamer van Johan de Belie” was er b.v. ook nog “Het hoekje van Opa Adhemar”), waarvoor zeker vandaag nog eens mijn oprechte dank. De uitvaartplechtigheid en asverstrooiing zal op donderdag 19 oktober plaatsvinden om 13u30 op begraafplaats Heimolen in Sint-Niklaas.

Lees verder “Marc De decker (1948-2023)”

Het hoekje van Opa Adhemar (100)

Het hoekje van Opa Adhemar (100)

Het zal vermoedelijk in 1957 geweest zijn dat ’t Kapoentje, de wekelijkse bijlage voor de jeugd van dagblad Het Volk, zich mocht verheugen met – en de eer genoot van – het publiceren van mijn eerste gedicht. Helaas is het ooit gekoesterde exemplaar van dit vooral met stripverhalen gevulde blad, waar mijn negenjarige artistieke ontboezeming dus enig niveau aan trachtte te geven, in de plooien van de tijd verloren gegaan. Net als het manuscript dat nu ongetwijfeld zijn gewicht in goud zou waard zijn. Zo is de start van mijn literaire carrière als een stofje de eeuwigheid in geblazen. Foetsie, weg, onverbiddelijk.

Lees verder “Het hoekje van Opa Adhemar (100)”

Paul Berkenman (1926-2002)

Paul Berkenman (1926-2002)

Het is ook al twintig jaar geleden dat de Gentse (toneel)auteur Paul Berkenman, alias Roger Thienpont is overleden. Dankzij J.P.Bouckaert ben ik nu eindelijk aan een foto van deze vriendelijke man geraakt, maar aangezien er verder geen enkele foto van hem is terug te vinden op het internet (*), heb ik oorspronkelijk mijn toevlucht moeten nemen tot één van zijn stukken, namelijk “Papavers in de poppenkast” dat op 22/03/1957 in Arca werd gecreëerd door Luce Premer en Walter Eysselinck. Het spreekt vanzelf dat ik deze foto niet heb verwijderd, maar gewoon wat heb verplaatst.

Lees verder “Paul Berkenman (1926-2002)”