35 jaar geleden: “Het gebroed onder de maan” in Arca

35 jaar geleden: “Het gebroed onder de maan” in Arca

Meer nog dan van « Pas de deux » (zie enkele dagen geleden) hebben wij van « Het gebroed onder de maan » genoten. Misschien zal Gildas Bourdet geen « man for all seasons » worden, maar op het ogenblik is de faam van deze Bretoense auteur toch mooi meegenomen. « Station service » moet zowat het beste geweest zijn dat er vorig seizoen in Gent was te zien (het werd trouwens hernomen), « De sapeurloot » had daarvoor reeds zijn eigen aanhang opgebouwd en in februari zal in de Antwerpse KNS van zijn hand « De wasserij » te zien zijn.

Lees verder “35 jaar geleden: “Het gebroed onder de maan” in Arca”

Roger Vitrac (1899-1952)

Roger Vitrac (1899-1952)

Het zal morgen al zeventig jaar geleden zijn dat de Franse surrealistische toneelschrijver en dichter Roger Vitrac is gestorven (op bovenstaande foto tweede van rechts). Vitrac ontmoette omstreeks 1921 via deze groep André Breton en Louis Aragon in Café Certa, een café waar veel Dadaïstische activiteiten plaatsvonden totdat het de thuisbasis voor surrealistische kunstenaars werd. Nadat hij zich langzamerhand losgemaakt had van deze beweging stichtte hij samen met Antonin Artaud in 1926 het Théatre Alfred-Jarry. Hier voerden ze een aantal van zijn belangrijkste toneelstukken op, zoals De Geheimen van de Liefde (Les Mystères de l’amour, 1927) en Victor, of macht aan de kinderen (Victor ou les enfants au pouvoir, 1928), waarmee de toon werd gezet voor het absurd toneel twintig jaar vóór Eugène Ionesco. Ik heb beide stukken gezien. Voor het tweede met in de hoofdrol Raymond Van het Groenewoud kunt u hier terecht. Het tweede wordt hieronder gerecenseerd.

Lees verder “Roger Vitrac (1899-1952)”

35 jaar geleden: een Don Juan die luiers wast

35 jaar geleden: een Don Juan die luiers wast

Zouden deze moderne Jeannen (*) in de « Don Juan », zoals Molière hem in 1665 zag, hun witte raaf kunnen herkennen ? Allicht zal hij geen luiers wassen, maar zijn vrijgevochten geest zal hen zeker aanspreken. Want dát is de kern van Molières stuk dat dezer dagen in het Gentse Arcatheater opnieuw het levenslicht ziet. Don Juan, de lady-killer, is daarvan maar een zeer oppervlakkige veralgemening. De lichtgelovigheid en de lichtvoetigheid, enfin als het maar licht is, van de vrouwen waarmee hij in aanraking komt (behalve dan Donna Elvira) vrágen er trouwens bijna om. Dat zal bij onze geëmancipeerde Jeannen wel wat anders zijn en we wedden dat Don Juan daar niet rouwig zou om zijn.

Lees verder “35 jaar geleden: een Don Juan die luiers wast”

Dertig jaar geleden: “Niet voor publicatie”

Dertig jaar geleden: “Niet voor publicatie”

« Niet voor publicatie » was een serie die veel inkt deed vloeien. Onder het motto ‘het moeten niet altijd flikken of pompiers zijn’ werden nu immers de journalisten eens te kakken gezet en uiteraard voelden de pennejongens zich dan genoodzaakt achter hun beeldscherm te kruipen om nu eens uitvoerig uit te leggen dat het er in Vlaanderen lang niet zo smerig aan toe gaat als op de manier zoals het in het feuilleton bij het sensatieblad “Express” wordt getoond. De BRT voegde er weliswaar onmiddellijk aan toe dat men zich heeft gebaseerd op Engelse bladen (men zou ook “Bildzeitung” kunnen aanhalen), maar dat belet niet dat door een aantal namen van personages of van bladen die “toevallig” in beeld komen, er wel parallellen worden getrokken naar bestaande toestanden.

Lees verder “Dertig jaar geleden: “Niet voor publicatie””

Georges Danton (1759-1794)

Georges Danton (1759-1794)

« Voor het laatst vernam men Dantons geweldige stem, toen hij de voorspelling uitstiet: ‘Men offert ons op aan de eerzucht van enige laffe rovers, maar zij zullen niet lang de vruchten hunner misdadige overwinning genieten. Ik trek Robespierre mede… Robespierre volgt mij!’
Deze voorspelling zou bewaarheid worden.
De Dantonisten werden de 5e april 1794 naar het schavot gevoerd. Zij stierven moedig en Danton eiste van de beul, dat hij zijn hoofd aan het volk zou vertonen, wat ook geschiedde (*). Zo eindigde Danton, wiens stormachtige werkkracht eens Frankrijk voor de aanval van het buitenland en de reactie van het binnenland gered had, zijn leven. Hij was een man der wilde, woeste opwellingen, maar niet iemand van stelselmatige barbaarsheid. » (De Fransche Revolutie aan het volk verhaald door Wilhelm Blos, 1889).
Robespierre, die twee maand later door dezelfde guillotine zou onthoofd worden, had verklaard : « De volksregering berust in vredestijd op deugd, in tijden van revolutie op deugd en terreur: omdat de deugd anders machteloos is… »
Lees verder “Georges Danton (1759-1794)”

570 jaar geleden: oprichting van “De Fonteine”, de oudste rederijkerskamer van Gent

570 jaar geleden: oprichting van “De Fonteine”, de oudste rederijkerskamer van Gent

Rob Ehrenstein laat zijn “theatergeschiedenis der Nederlanden” starten in Gent, in de elfde eeuw. Het betreft namelijk het kerstspel “Ordo stellae” dat wordt toegeschreven aan ene Theodoricus uit de Sint-Pietersabdij (later zou hij abt worden in Sint-Truiden). Het is echter pas in de 15de eeuw dat met het ontstaan van de rederijkerskamers er ook eerste gespecialiseerde schouwburgen komen. Zo ook in Gent, waar de Loofblomme, Iverige Jonckheit, Jhesus met der Balsemblomme, Mariën Theeren, De Fonteine en Broedermin en Taelyver (later bekend onder de meer populaire naam De Melomanen) actief zijn. In het Schepenhuis hadden de achtbare heren schepenen toen immers een ontspanningszaal ingericht die ze de naam “Comediante Caemere” meegaven. Na verloop van tijd mochten ook andere burgers (maar dan toch “burgers”) van het spektakel komen genieten.

Lees verder “570 jaar geleden: oprichting van “De Fonteine”, de oudste rederijkerskamer van Gent”

“Veel leven om niets”: omme moa leut ein

“Veel leven om niets”: omme moa leut ein

De komedies van Shakespeare, als je’t mij vraagt is daar al meer om te doen geweest dan om z’n tragedies of historische stukken. En terecht want, al hanteert Old Will telkens zowel woord- als situatiehumor, beide vormen zijn heden ten dage zo geëvolueerd dat de oude meester toch niet echt meer kan worden gesmaakt. Tegen de tijd dat hij één Elisabethaans woordenspel heeft ontwikkeld, heeft Freek De Jonge er reeds tien opzitten en situaties met vermommingen en afluisteren vind je ten hoogste nog in films van het allooi van « De schachten in Tirol ». Daarom heeft regisseur Jean-Pierre De Decker er goed aan gedaan de actie over te plaatsen naar een Zuid-Amerikaans land rond de eeuwwisseling om tegen de achtergrond van een operetterevolutie deze operetteklucht over al of niet vermeende maagdelijkheid en de onvermijdelijke « battle of the sexes » te laten plaatsvinden. Kan men immers eventueel vraagtekens plaatsen bij « schaamteloze » parodieën op « Hamlet » of « Romeo and Juliet », dan komen Shakespeares komedies enkel nog echt tot leven indien ze overdreven in de verf worden gezet.

Lees verder ““Veel leven om niets”: omme moa leut ein”