Marianne Faithfull (1946-2025)

Marianne Faithfull (1946-2025)

De Britse zangeres Marianne Faithfull (foto Manfred Werner via Wikipedia) is gisteren op 78-jarige leeftijd overleden. Nadat ze in april 2020 besmet raakte met het coronavirus, bleef ze nog altijd veel gezondheidsproblemen te ondervinden. Zo verbleef ze enige tijd in het ziekenhuis. Ze was steeds erg moe, had last van geheugenproblemen en haar longen waren nog niet hersteld. “Het zou een wonder zijn als mijn zangstem weer de oude is. Misschien kan ik nooit meer zingen. Ik zou ontzettend verdrietig zijn als dat zo is, maar aan de andere kant: ik ben bijna 75 jaar,” zo vertelde ze destijds in een gesprek met de Britse krant The Guardian en gisteren stierf ze dan “vredig in Londen, omringd door haar liefhebbende familie”, aldus een verklaring.

Lees verder “Marianne Faithfull (1946-2025)”

415 jaar geleden: de sonnetten van William Shakespeare

415 jaar geleden: de sonnetten van William Shakespeare

Vandaag is het 415 jaar geleden dat Shakespeares 154 sonnetten voor het eerst werden uitgegeven door Thomas Thorpe (Stationer’s Register 20/5/1609). Deze Thorpe droeg de bundel op aan “Mr.W.H., the only begetter of these ensuing sonnets”. Maar “begetter” kan zowel “engenderer” (verwekker) als “procurer” (verschaffer) betekenen, m.a.w. die W.H. kan zowel de man zijn voor wie Shakespeare zijn sonnetten heeft geschreven als iemand die deze sonnetten aan Thorpe heeft gegeven. De meest verspreide opvatting is dat Mr.W.H. Henry Wriothesely (spreek uit: Rootsli) is, aan wie Shakespeare zelf “Venus and Adonis” (1593) en “The Rape of Lucrece” (1594) heeft opgedragen, toen hij deze lange gedichten in eigen beheer heeft uitgegeven.

Lees verder “415 jaar geleden: de sonnetten van William Shakespeare”

Het hoekje van Opa Adhemar (93)

Het hoekje van Opa Adhemar (93)

Wanneer hij zich als een wollig deken behoedzaam, teder, over de dag neervlijt, dan koester ik genegenheid voor deze die toch alles om me heen langzaam laat vervagen. Er zijn even zoveel momenten dat hij me onverhoeds overvalt, me bij de keel grijpt, in een wurggreep houdt, zijn ondoordringbaarheid dreigend over me neerstort. Nooit ontkomen we er aan. Net zoals we de dag laten geboren worden zien we hem ook telkens weer kwijnen. Hij dooft. Met tegenzin, tegenstribbelend. Steeds weer blijkt hij onmachtig, niet opgewassen tegen zijn duistere broer. Broeder? Of vijand. Eén en ander.  Liefde en haat. Net zoals de gevoelens die ik voor hem koester. Ambigu. De nacht. Mijn vriend. Mijn strijd.

Lees verder “Het hoekje van Opa Adhemar (93)”