In maart 2014 stelde Miriam nog haar bundel Ook daar valt het licht voor in de vergaderzaal van het Academiegebouw van de Koninklijke Academie als “Miriam Van hee”, maar voor zover ik weet is dat een recent “folietje”. Ik heb haar altijd gekend als Van Hee en ik ben er ook vrij zeker van dat althans haar eerste dichtbundels ook onder die naam zijn verschenen.

Tijdens mijn studententijd ben ik een tijdje stapelverliefd geweest op Miriam. Ik had haar leren kennen in de lessen “literaire sociologie” van prof.Bolckmans, die zij in tegenstelling tot ikzelf wél “met vrucht” heeft uitgezeten, meen ik me te herinneren. Ik maakte echter geen enkele kans. Miriam was op dat moment verliefd op Renaat Willockx (zowat àlle studentinnen in Gent waren in die jaren verliefd op Renaat Willockx) en alsof dat al niet erg genoeg was, ging ik af als een gieter toen ze me een stapel gedichten van haar liet lezen. Niet dat ik ze niet goed vond, integendeel! Trots meldde ik haar dat ik er zowaar vijf zou fotokopiëren, ik vond dit immers een groot compliment! Meteen kon ik echter mijn verliefde plannen opbergen, want vijf vond ze blijkbaar een onderschatting van haar waarde. Wat achteraf gezien misschien nog wààr was ook.
Toch bleven we nog een tijdlang vrienden, want – tot mijn eigen verbazing eigenlijk – ik vind hier nog een brief, gedateerd op 23 september 1973, waarin ze o.m. aankondigt mij te zullen bezoeken in Temse op 5 of 7 oktober. Ik kan me niet herinneren dat dit bezoek effectief ook heeft plaatsgehad, maar anderzijds was ik ook helemaal een brief vergeten die Catherine Heremans mij rond die tijd heeft geschreven en daaruit dit mooie fragment: “Wat ons nu zo precies in de ogen van ‘de mensen’ samenbrengt, is moeilijk zo ineens te zeggen… toch is het zo, daar ze mij niet zien zonder van jou (en dan een paar anderen) nieuws te vragen. Het feit dat ik daar inderdaad kan op antwoorden bewijst dat hun stellingen juist zijn en zo kunnen ze weer verder voor ’n tijdje… Miriam, onder andere – even lief en scherp als altijd, alleen op straat, naar ik weet niet welke school op weg (waar ze Russisch geeft), vroeg onmiddellijk naar jou (met een schuine blik naar Jo die m’n hand vasthield)…”
Later zou Miriam trouwen met een andere germanist, Walter Provo, de latere programmator van het Gentse Filmfestival, en ik heb de indruk dat die mij mijn verliefdheid altijd heeft kwalijk genomen. En dat ondanks dat ze zich een jaar eerder voordeed dan hij Miriam heeft leren kennen, faut le faire. Alleszins heb ik in die twintig jaar dat ik journalist ben geweest en vaak het Gentse Filmfestival heb moeten volgen altijd problemen gehad met accreditaties e.d. Zelfs toen ik voor de Gentse editie van Het Laatste Nieuws werkte. Je zou dan toch denken dat ze als Gents festival de rode loper voor je uitrollen?
Maar goed, we blijven nog even bij de Gentse universiteit en de afdeling Germaanse Filologie in het bijzonder. In het begin van de jaren zeventig stichtte Jean-Marie Maes immers het literaire tijdschrift “Restant”. Na enige tijd scheurden Eriek Verpale, Roel Richelieu van Londersele en Jan Braet zich af om “Koebel” te stichten. Daarin debuteerde ook Miriam Van Hee. Om haar eerste dichtbundel “Het karige maal” te kunnen uitgeven (één van de weinige dichtbundels die ik in mijn bezit heb), werd onder impuls van Mark Braet (haar toenmalige werkgever bij de Vereniging België-USSR) de poëziereeks van het Masereelfonds opgericht.
Daarna verscheen in 1980 bij het Masereelfonds « Binnenkamers en andere gedichten 1977-1980 », de tweede bundel van Miriam Van Hee, die door Jan Mestdagh in De Rode Vaan als volgt werd besproken: “De A.A. uit het openingsgedicht is de Russische dichteres Anna Achmatova (1893-1966) die onder het Stalinistische regime heel wat te lijden had en pas na de dood van de dictator in eer werd hersteld. Dat Miriam Van Hee zich verwant voel met wie « slachtoffer » is, hangt samen met de aard zelf van een dichterschap dat gekleurd wordt doorgevoelens van angst, machteloosheid, eenzaamheid en melancholie.
De poëzie van deze dichteres is een poëzie die aarzelt tussen zwijgen en spreken, haar stem is een stem die niet dan na lang aarzelen die stilte verbreekt en juist hierin ligt het heroïsche van dit zachte spreken : het wordt de tolk van al diegenen die in een wereld vol « sound and fury » hun onvervreemdbaar recht blijven opeisen om er te zijn — ook al zijn zij verder weerloos en dus « quantité négligeable » in de ogen der velen.
Het gevaar voor halfzachtheid is bij dit soort poëzie niet denkbeeldig, maar het wordt afdoende bezworen zowel door de grote sensibiliteit als door het feilloos métier waarvan de dichteres telkens weer blijk geeft. Deze gedichten zijn dan ook geen “voer voor psychologen” maar gewoon voedsel voor mensen. De poëzie van Miriam Van Hee : een doordringend gefluister, een niet aflatende aanwezigheid.”

Miriam Van Hee is ook één van de ondertekenaars van het zogenaamde Gravensteen-manifest.
In 2008 heeft ze de Herman De Coninck-prijs gewonnen.

Ronny De Schepper

4 gedachtes over “Miriam Van Hee wordt zeventig…

  1. Beste Ronny,

    Dwalend door het internet tijdens de nachtelijke uren kom ik toevallig op je tekstje n.a.v. de Herman De Coninckprijs voor Miriam Van hee, waarin je zowaar ook mijn naam noemt.
    Ik had inderdaad het voorrecht om een aantal jaren met Miriam samen te leven. We brachten twee kinderen ter wereld op wie ik vandaag erg trots ben, en ja, er zijn avonden dat ik mijmer over die tijd. Dit jaar is het 25 jaar geleden dat wij uit elkaar gingen… Zij heeft uiteraard in mijn verdere leven altijd een speciale plaats ingenomen, als moeder van mijn kinderen, maar ook als dichteres, wier werk ik met de jaren altijd maar sterker ben gaan vinden. Een bevestiging van het geloof dat ik toen in haar had dat zij het met haar werk ver zou schoppen.
    Ik lees in jouw stukje dat ik het jou “altijd kwalijk genomen zou hebben” dat jij ooit verliefd op haar was, en dat ik zelfs wraak op je heb genomen door jou het leven als geaccrediteerd journalist op het Gentse filmfestival zuur te maken.
    Wat grappig, en pijnlijk tegelijk. Hoe zou ik het jou ooit kwalijk hebben kunnen nemen? Ik behoorde tot de mensen die die verliefdheid perfect kon begrijpen. Ik was immers zelf tot over mijn oren weg van haar. Maar toen ik bij het filmfestival begonnen ben waren wij al twee, drie jaar uit elkaar, en daar had jij, bij mijn weten, absoluut niets mee te maken.
    Ik kan mij overigens niet eens herinneren dat ik tot de lectuur van dit stukje ooit heb geweten dat jij verliefd op haar geweest was…
    Moge het je, na al die jaren, eindelijk verlichten: nee dus, ik heb nooit enige rancune, wrok, of welke vorm van antipathie ook voor je gehad. Integendeel, denk ik eerder, al geef ik toe dat ik je dat nooit openlijk heb gezegd of laten blijken. Maar die accreditatiekwestie : in al die jaren die ik voor het gentse filmfestival gewerkt heb, heb ik mij nooit één keer met accreditaties bezig gehouden, laat staan bemoeid. Ik had wel belangrijker werk te doen…
    Ik hoop dat ik je hiermee, laattijdig, klaarheid breng en je voorgoed van sombere vermoedens heb verlost. Ik wens je, als mede-vijftiger die geregeld door nostalgie bevangen geraakt, oprecht het allerbeste.

    Walter Provo

    Geliked door 1 persoon

  2. Ik beken schuld. We hadden het beter destijds meteen eens “uitgepraat” dan kon zo’n misverstand niet ontstaan. Maar ja, “communiceren” (zeker mondeling) is niet mijn sterkste kant. Toch blij dat het na al die jaren is opgeklaard, ook al heeft het nu geen enkel belang meer. Dag Walter!

    Like

  3. Fantastisch toch, het internet, vind je niet ? Hoe zo’n verhaal jarenlang zijn eigen leven leidt, wij onze eigen levens leiden, en dan op een godvergeten avond in de donkerte van november, komt dat zo plotseling te voorschijn op het computerscherm…

    Ik was, eerlijk gezegd, een beetje verbaasd, want wij hebben elkaar eigenlijk pas ontmoet nadat alles al afgelopen was. En ik heb er nooit maar één keer aan gedacht dat je daar mee zat. En zo hebben we er uiteindelijk ook nooit over gepraat…

    But all’s well that ends well, om het germanistiek te zeggen. OOk het filmfestival behoort ondertussen tot een (ver) verleden.

    Hou je haaks, Ronny. Wie weet ontmoeten we elkaar nog wel op een of andere receptie of zo..

    Het beste,

    wp

    Geliked door 1 persoon

  4. Bijzonder die ontboezemingen uit de jaren 70 over Miriam, dan kan die van mij er ook nog wel bij. Ik leerde haar kennen op de Dam, ik denk in 1971 of 1972. Ze was daar met haar zus en een vriendin en we zijn een aantal dagen op stap geweest in Amsterdam in de omgeving van het Leidseplein, het Vondelpark, Paradiso en de Melkweg.

    We hielden contact en ik was blij verrast toen ze op een middag opeens voor mijn neus stond toen ik in een kroegje op dat plein een partijtje Go aan het spelen was.
    We hebben toen een paar dagen met elkaar opgetrokken en ik denk dat ik jullie dus voor was op het amoureuze vlak, al heeft het maar kort geduurd.
    Ze nodigde me nog uit om te komen naar de Gentse Feesten maar ik ging die zomer golfsurfen in Cornwall. Toen ik een jaar later een relatie kreeg met haar zusje ging Miriam om met een jongeman die af en toe mee moest werken in de kroeg van zijn vader en die Harry Mulisch als onderwerp voor zijn afstudeerscriptie had.
    Volgens mij heette hij Provo, maar het is zo lang geleden en Mulisch had voor mij als persoon sowieso al afgedaan met zijn voorliefde voor een dictator als Fidel Castro.

    Inderdaad heel bijzonder dat internet.

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.