Een van de grootste acteurs van Vlaanderen (zoniet dé) is Julien Schoenaerts. En die kan het zich dan ook permitteren zich niet gewoon in te schakelen in het « normale » theaterpatroon, dat in het ergste geval kan leiden tot acteren om den brode, maar die heel nauwgezet zijn stukken kiest in functie van zijn talent. Zo heeft hij zich nu op « Eindspel » van Samuel Beckett geworpen omdat de hoofdfiguur Hamm zich in een gedroomde situatie bevindt voor een rasacteur om daar alles uit te puren (hij is namelijk blind en lam). Het is het Gentse Arcatheater dat nu al een paar jaar aan Schoenaerts de kans biedt om zijn fantasieën uit te leven en vertaler Walter Tillemans werd als regisseur aangetrokken, maar dit is en blijft een stuk van Schoenaerts. Punt uit.
Het gaat zelfs zo ver dat hij als “aanbrenger” een ander groot Vlaams acteur kan laten opdraven in de figuur van Jo De Meyere. De rol van Clov is echter te ondankbaar voor iemand als De Meyere (het staat letterlijk in de tekst; Clov vraagt : « Waarom ben ik hier eigenlijk ? » en Hamm antwoordt : « Om me van repliek te dienen »). Toch is het zo dat Schoenaerts De Meyere eerder letterlijk dan figuurlijk van de planken speelt. Waarmee we bedoelen dat Clov Hamm vaak alleen laat om, zich in een monoloog tot het publiek te richten.
Dat « publiek » is ook Hamms ouders die tot stompjes gereduceerd in een vuilnisbak zitten. Ook deze toneelsituatie vergt natuurlijk het uiterste van de acteurs en Thalia De Leeuw (Nelly) is daar niet tegen opgewassen, zij het dat Beckett haar ook niet echt een kans geeft om het waar te maken. Mark Verstraete als Nagg daarentegen was, natuurlijk naast Schoenaerts, voor ons de revelatie van de avond. Dat zijn interpretatie vaak de slapstick benaderde, is helemaal geen punt daar het absurd toneel ondanks alle tragiek die het op scène zet, qua techniek vaak knepen ontleent uit de burleske. Er is trouwens reeds een Amerikaanse slapstick-versie gemaakt van « Eindspel », en Clov fungeert b.v. ook dikwijls als « aanbrenger » zoals Leo Martin de aanbrenger van Gaston Berghmans is (als dit geen heiligschennis).
Wie denkt de klappen van Beckett te kunnen incasseren moet deze productie zeker gaan zien. Dergelijk niveau van acteren zie je misschien maar vijf keer in je leven.
Referentie
R.D.S., Wat een spel! De Rode Vaan nr.43 van 1982