Op donderdag 5 december werd in het Gentse stadhuis nog zijn geautoriseerde biografie voorgesteld (foto Joke Vandamme) en gaf Freek Neirynck zijn Loatste Koozerieje als Perfesser Gensch en nu vernemen we dat hij gisterennacht is overleden in een ziekenhuis in Oostende. Hij was al een tijdje ziek, maar toch kwam zijn overlijden als een verrassing.

Wat hebben Bart Peeters, Bart Moeyaert, Jan De Wilde, Harry Kümel en René Jacobs (*) met elkaar gemeen? Dat ze alle vijf begonnen zijn met poppentheater te spelen. Alhoewel ze daar zonder uitzondering met vertedering op terugkijken, hebben ze in hun verdere artistieke leven dat medium wel achter zich gelaten. Niet zo echter in het geval van Luk De Bruyker, die van Theater Taptoe zijn levenswerk heeft gemaakt. Hij kreeg daarbij de haast onvoorwaardelijke steun van auteur Freek Neirynck. In 2003 nam Freek echter ontslag als artistiek directeur van Taptoe. Hij vond (net als zovelen uit zijn generatie) dat hij dringend aan onthaasting toe was. In 2008 volgde Luk De Bruyker zijn voorbeeld.
Ter gelegenheid van zijn 59ste verjaardag ging Hans De Ruyck van de Gazet van Antwerpen met hem praten (“Als ik kan schrijven ben ik gelukkig”, 11/10/2008): “Mijn ouders woonden in Ruiselede. Na de oorlog was er in Gent veel vraag naar bouwvakkers. Mijn vader was een loodgieter en pendelde lang over en weer met zijn fiets. Als ik één jaar was, zijn mijn ouders dan toch verhuisd. We woonden aan de Rooigemlaan, in de Burgse Poort. Ik voel me een echte Gentenaar en een stadsmens. Den buiten is aan mij niet besteed. (…) In de Burgse Poort had je het poppentheater ‘Magie’ van Henry Maeren, de vader van de huidige Popkoning. Zo ben ik in de wereld van cultuur en theater gerold. Op mijn dertiende stichtte ik het studentencabaret Amandus. We brachten sketches en liedjes en gingen ‘op tournee’ buiten onze wijk. Later volgden het Toneellaboratorium, waarmee we avant-gardestukken brachten, en aan de normaalschool in Sint-Niklaas Toneelboetiek. Daarmee speelden we tot tachtig voorstellingen per jaar, zodat we op den duur moesten kiezen. Worden we beroeps of blijven we amateurs? De meesten wilden dat risico niet nemen. IK wel en dat heb ik me nooit beklaagd. (…) Ik heb mijn regentaat Germaanse talen niet afgemaakt en ben de journalistiek en het theater ingedoken.”
“Binnenkort verschijnt een novelle over mijn tijd op dagblad Vooruit met Louis Paul Boon (**). Mijn eerste opdracht was een artikel over Frank Zappa. Ik had toen nog haar tot op mijn kont, wel zeer verzorgd. Toen ik daar alleen in het redactielokaal aan het typen was, kuste iemand mij ineens op het achterhoofd. Toen ik me omdraaide, zag hij pas mijn baard. ‘Oei excuseer, ik dacht dat u de nieuwe secretaresse was!’ Dat was mijn eerste ontmoeting met Boon. (…) In 1973 kwam ik Luk De Bruyker tegen, die toen al bezig was met theater Taptoe. En ja, we zijn aan elkaar verslaafd geraakt. (…) Meer dan vijftig stukken heb ik voor Taptoe geschreven.”
DE ROSTE WASSER
Tijdens de Gentse Feesten 1976 pakten Romain Deconinck en Freek Neirynck uit met “De Roste Wasser”, een stuk over een Gentse volkse figuur, bekend door z’n slogans “Vive la liberté” en “Wie geeft, is mijne vriend”. Het werd destijds gecreëerd door Theater Taptoe en dus was er ook veel plaats ingeruimd voor marionetten. En daarmee bedoel ik niet Walter De Buck, die bij de captatie door de BRT-televisie de rol van de volkszanger voor zijn rekening nam.
Op vraag van ID-TV bewerkte Freek Neirynck het stuk in 1997 voor acteurs en ook Luk De Bruyker ontwierp een nieuw decor. Velen dachten destijds dat de Roste Wasser een autobiografisch stuk was van Freek, maar in werkelijkheid gaat het over Ernest Camilus De Vriendt, die eveneens roodharig was en inderdaad “wasser” ofte “blanchisseur” van beroep. Het was in die tijd niet evident uw was naar een wasserij te doen en het cliënteel van de Roste bestond dan ook voornamelijk uit de meisjes uit het Glazen Straatje, die wel wat anders om handen hadden dan hun lingerie te staan uitwassen en op die manier de Wasser betrokken bij hun intiemste bezigheden. Daardoor verwierf hij zich een status, die hem door een groot deel van de mannelijke bevolking van Gent werd benijd, maar die hem ook erg geliefd maakte wegens zijn provocatorische opstelling tegenover het betuttelende gezag.
DE ZEER SCHONE UREN VAN RECENSENT SJAGRIJNTJE
In plaats van echter steeds het zwijn uit te hangen in kroegen en bordelen, zou een mens zich af en toe beter al eens terugtrekken in de rust van een begijnhof — of men nu gelovig is of niet. Alleen moet je er ook fysisch op voorbereid zijn. Niet zwaar getafeld hebben b.v. want wierookgeur maakt je weeig, zoals we ondervonden toen we het zaaltje betraden waar theater Taptoe « De schone miniatuur van juffrouw Symforosa begijntje » zou opvoeren. Oorspronkelijk heette dit werk van Felix Timmermans « De zeer schone uren van idem » maar aangezien de versie van Taptoe nauwelijks één uur duurt is deze aanpassing wel op haar plaats.
Overigens is een uur ruim voldoende want niet alleen de toeschouwers staan aan fysieke beproevingen bloot, nog meer is dit het geval voor de poppenspelers. In navolging van de Oostenrijker Gustav Dubelowski hebben scenograaf Luk De Bruyker en regisseur Freek Neirynck immers geopteerd voor « stand-marionetten » die van onder uit worden bespeeld, wat een zware inspanning betekent voor de spelers.
Oscar Bonnevalle zorgde ervoor dat deze marionetten kunnen bewegen in een schitterend Madurodam-decor dat op zichzelf reeds de moeite voor de verplaatsing loont. Het verhaal, verteld door de levensgrote begijn Georgette Detremmerie, wordt soms wat te expliciet door beelden geïllustreerd (de belichting, de vogels, de bloemen enz.), maar over het algemeen is deze ontroerende geschiedenis van het begijntje Symforosa dat in een kuise begeerte ontsteekt voor de tuinman Martinus een verademing binnen het drukdoende theaterwereldje. (De Rode Vaan nr.43 van 1984)
ARTISTIEK APERITIEF
Naast zijn werk bij Taptoe is Freek Neyrinck ook bekend als medewerker van Radio 2 en vooral als moderator van het artistiek aperitief tijdens de Gentse Feesten. Toen dit in 1991 aan 150 afleveringen toe was, ging Frank Pauwels van “De Gentenaar” even praten met Freek. De onvermijdelijke vraag is dan: de beste en de slechtste herinnering. De beste herinnering houdt Freek over aan Wim De Craene, die kort voor zijn zelfmoord zijn gast was en daar buitengewoon opgewekt was, ook al wist Freek dat hij in de put zat. De slechtste herinnering daarentegen gaat naar twee, ook mij niet helemaal onbekende dichteressen, namelijk Miriam Van Hee en Bea De Longie, “waaraan ik wel 400 vragen stelde,” zegt Neyrinck, “en waarvan ik amper 400 woorden terugkreeg.”
HAYALI DE BRUYKER ZOEKT TURKSE LEERLINGEN
Het is ondertussen al meer dan tien jaar geleden dat Luk De Bruyker als eerste en tot nu toe nog altijd enige niet-Turkse poppenspeler de titel “Hayali (Grootmeester) in het Turkse schimmenspel” behaalde. Deze onderscheiding hield echter ook de opdracht in dat hij deze cultuur zou uitdragen in de Turkse diaspora. Met “De maan schildert sterren boven Bursa”, geschreven door zijn kompaan Freek Neirynck, begon Theater Taptoe aan deze eervolle missie.
“De maan schildert sterren boven Bursa” richt zich vooral tot kinderen van 8 tot 12 jaar en vertelt enerzijds het verhaal van Karagöz en Haçivat, twee vlegels die met hun grappen de bouw van de moskee van de sultan vertraagden en daardoor werden verbannen. Hun fratsen, die met Tijl Uilenspiegel of het Gentse Pierke te vergelijken zijn, bleven echter leven dankzij het schimmenspel. We krijgen dus in de toepassingen ook de geschiedenis van dat schimmenspel te zien.
Daarnaast leeft hun geest ook verder in de jonge Turken die in het buitenland als een soort vrijwillige ballingen hun weg proberen te maken. Dat is niet altijd even makkelijk, “maar toch blijven ze hoopvol,” schrijft Freek Neirynck, “want overal is er wel een maan die sterren schildert.” Niet alleen in Bursa (in het westen van Turkije) dus, het Mekka van het schimmenspel, als we dat zo mogen uitdrukken.
Het Gentse duo was van oordeel dat een Turkse regisseur het best in staat was om de sfeer van het stuk weer te geven. Bovendien is Mustafa Balci in België geboren (hij liep op dat moment stage bij de RTBF), zodat hij ook voor het tweede deel de geknipte persoon is. Dat is eveneens het geval voor Turul Yücesan, die voor de muziek zorgt.
Maar de sfeer wordt misschien nog het meest bepaald door de woestijntent waarin het stuk wordt gebracht. Een ontwerp van Luk De Bruyker, dat toelaat de schimmen op de wanden te projecteren. Het zal een hele krachttoer zijn, maar Taptoe hoopt toch op voldoende financiële steun om deze voorstelling met tent en al ook in Turkije zelf te kunnen gaan spelen.
Een tweede deel van de opdracht die Luk De Bruyker op zich heeft genomen, bestaat in het doorgeven van de technieken die hijzelf van zijn ondertussen overleden leermeester Torun Celebi heeft meegekregen. Alhoewel buiten een soort van aangeboren handigheid er geen echte vereisten zijn om hiervoor in aanmerking te komen, zou Luk toch het liefst Turkse leerlingen bereiken, want hij vindt het zelf niet gezond dat Turkse kinderen beter Pierke kennen dan Karagöz.
ALL YOU NEED IS LEF
Eén van de leukste tentoonstellingen tijdens de Gentse Feesten 2000 was de “Painted Beatlessongs” van Erwin De Bie in galerie Even-Aarde (**). Niet enkel kon je bij het bekijken van de schilderijen, geïnspireerd door songs van Lennon & McCartney, naar de bijhorende muziek luisteren, iedere bezoeker kreeg ook gratis de mooi geïllustreerde catalogus in de handen geduwd. En in die catalogus stond ook “All you need is lef”, een korte roman over de tienerjaren van The Beatles, geschreven door Gentenaar Freek Neirynck.
Erwin De Bie had de titel van het boek ook verwerkt in het schilderij dat aan “I am the walrus” was gewijd. “Ik heb Freek altijd de walrus genoemd,” zegt hij. “Ook toen ik hem nog niet persoonlijk kende, maar hem gewoon op blote voeten en met lang haar door Gent zag slenteren. Toen zei ik altijd al: kijk, daar heb je de walrus weer.”
Dertig jaar later herinnert Freek Neirynck de Gentenaars misschien minder aan die walrus van toen, maar zeker aan Figurentheater Taptoe. Wij dachten dan ook dat dit werkje een voorstudie was voor een theaterproductie over The Beatles, iets waarop iedere sixtiesliefhebber al lang zit te wachten. Maar dat blijkt helemaal niet zo te zijn…
“Ik heb altijd wel de droom gehad een figurentheaterversie van Yellow Submarine te brengen,” geeft Neirynck toe, “maar de auteursrechten liggen zeer hoog en nu ik onlangs een slechte Tsjechische versie heb gezien, zijn die plannen definitief begraven.”
“Nee, die romanproductie moet je helemaal los zien van mijn theaterwerk, net zoals geen haar op mijn hoofd eraan denkt om bepaalde theaterproducties om te werken tot een roman. De waarheid is dat een bekende uitgeverij uit Averbode mij om een opvolger vroeg voor The Kid, mijn boek over de jeugd van Charlie Chaplin, dat een relatieve bestseller was. Die biografische reeks werd uiteindelijk opgeheven, zodat het me een leuk idee leek in te gaan op de vraag van Erwin De Bie om het werk als onderdeel van zijn catalogus uit te geven.”

Ondertussen zijn alle exemplaren echter uitgedeeld en wordt er gedacht aan een nieuwe uitgave.
“Ik heb inderdaad vernomen dat bepaalde uitgaven reeds worden doorverkocht als collector’s items. Dat vind ik wel grappig. Het lijkt wel een Beatles Bootleg!”
Om het boek te kunnen schrijven heeft Neirynck contact gehad met een aantal mensen uit de directe omgeving van The Beatles.
“Vooral Allan Williams, hun eerste manager, en daarnaast het ik ook nog met de oom van John Lennon gesproken. Eigenlijk de man die hem heeft opgevoed, want zijn echte vader zat op zee. En toen ik in Londen logeerde, beweerde het kamermeisje dat ze ooit nog het liefje was geweest van George Harrison.” (***)
“Nu neem ik dergelijke verhalen wel met een korreltje zout, het is dan ook een roman en geen geschiedenisboek. Maar op basis van veel lectuur durf ik toch te zeggen dat de karakters nogal authentiek zijn.”

De voornaamste doelgroep van het boek is de jeugd, zonder dat het daarom als “jeugdboek” moet worden gecatalogeerd.
“Zoals de titel aangeeft, is het inderdaad een ode aan de creativiteit, het avonturisme, kortom aan lefgozers. En daarom dat het me zo aansprak omdat ik in de relatie tussen de eeneiïge tweeling John Lennon en Paul McCartney ook die tussen Taptoe-collega Luc De Bruyker en mezelf zie. Zonder evenwel te kunnen stellen: die vertegenwoordigt de mercantiele Lennon en de andere de kwaliteitszucht van McCartney. Dat wisselt namelijk nogal. Maar wat wel overeenkomt, is het hoge eisen stellen aan elkaar, elkaars beslissingen respecteren en, ondanks alles, niet zonder elkaar kunnen.”

WIE ES/WOAS WIE IN DE GENSCHE VOOLKSMEZIEK

Op donderdag 10 december 2015 werd het nieuwe boek van Freek Neirynck: “Wie es/woas Wie in de Gensche Voolksmeziek” voorgesteld in het Gentse Congrescentrum ICC, Citadelpark door lic. Frank Beke geanimeerd door Gentse volkmuziekartiesten als: Noël Fack, GidovanGent, Danny Sinclair, Rudy Brevvaeys, Bart Devaere, George Valentino Van Zeeveren,…

Ronny De Schepper

(*) “Mijn moeder had belangstelling voor opera, die nam me soms mee naar de Gentse Opera. Dat waren toen heel slechte producties. Mijn vader heeft me ooit als sinterklaasgeschenk een poppentheater gegeven, zelfgemaakt, zelf in mekaar getimmerd. Dat is het mooiste geschenk dat ik ooit van de man gekregen heb. Ik had daarbij teksten, kleine scripts om stukken te spelen met twee personages. Toen vond ik dat die intriges veel te simplistisch waren. Ik begon ze ingewikkelder te maken en vroeg mijn zus met twee andere poppen bij te springen. Spelenderwijs is bij mij de zin voor het theater ontloken.” (Knack Focus 10/5/2000)
(**) Voor Louis Paul Boon, zie elders op mijn blog.
(***) Voor Erwin De Bie, zie ook elders op deze blog.
(****) Zie ook mijn eigen reisverhaal naar Liverpool, elders op deze blog.

Een gedachte over “Freek Neirynck (1949-2019)

  1. Hallo, dit gaat heel raar klinken, ik ben Ilse Van Rompaey, heb bij jullie leren spelen met marionetten. De kleine prins was mijn lieveling. Had nog graag Freek een teruggezien of gehoord, zoals ook Luk. Het is heel lang geleden maar in mijn hart nooit verloren gegaan.

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.