Het is al dertig jaar geleden dat de Nederlandse dichter Bertus Aafjes is overleden (foto Joop van Bilsen voor Anefo).

Bertus Aafjes begon eerst aan een priesteropleiding (aan het College der Kruisheeren te Uden, aan het Klein Seminarie Heemstede en aan het Philosophicum te Warmond), maakte een voetreis van een jaar naar Rome, studeerde daarna een tijdje archeologie aan de Universiteit van Leuven en aan het Pauselijk Instituut voor Christelijke Archaeologie in Rome, vestigde zich als kasteelheer in Hoensbroek – de staatsmijnen stelden een deel van het kasteel ter beschikking – en wijdde zich daarna aan literair en journalistiek werk. Hij debuteerde in 1940 als dichter met Het gevecht met de muze en in 1946 schreef hij Een voetreis naar Rome, een romantisch-poëtisch reisverslag, waarmee hij nationale bekendheid verwierf. In 1953 verscheen De karavaan, voorlopig zijn laatste dichtbundel, nadat hij zich negatief had uitgelaten over de Vijftigers. In opdracht van het Elseviers Weekblad zou Aafjes in de zomer van 1953 zes artikelen aan de Vijftigers wijden, drie tegen en drie vóór deze groep experimentele dichters. Zover kwam het echter niet. Elsevier stopte de reeks nadat de eerste drie kritische artikelen een storm van protest hadden losgemaakt. Aafjes koos dan ook voor een ongekend harde toon, en zijn zin: “Lees ik Luceberts poëzie, dan heb ik het gevoel dat de SS de poëzie is binnengemarcheerd”, werd berucht. Veel lezers van het rechtse blad steunden Aafjes in zijn kritiek op de Vijftigers, maar vrijwel al zijn collega’s en bekenden uit de literaire wereld vielen over hem heen. De Elsevier-artikelen leidden ertoe dat Aafjes alleen kwam te staan in de literatuur en luidden ook het einde van zijn eigen dichterschap in. Later in zijn leven zou Aafjes toegeven dat hij zich enorm vergist had en dat zijn afkeer van de Vijftigers al kort na het verschijnen van de gewraakte artikelen was omgeslagen in bewondering. In een brief uit 1983 bood Aafjes zelfs zijn excuses aan Lucebert aan: “Ik heb overigens, door deze onbegrijpelijke escalade, mijzelf duizendmaal meer geschaad dan degenen die ik aanviel. Ik verloor vele vrienden in de literatuur en was niet meer in de gelegenheid er nieuwe te maken.” (*)

Hierna legde hij zich toe op reisbeschrijvingen, voornamelijk van het Middellandse Zeegebied. Bekend zijn ook zijn in Japan spelende Rechter Ooka-romans, waaronder het Boekenweekgeschenk van 1973, Een lampion voor een blinde. Hiermee introduceerde Aafjes de haiku in het Nederlandse taalgebied. In 1980 verscheen dan toch nog een dichtbundel van zijn hand Deus sive natura, met erotische poëzie. Deze werd vernietigend gerecenseerd door Gerrit Komrij in “Dit helse moeras”.  (Wikipedia)

(*) “Toch zat Bertus Aafjes er niet zo heel ver naast: Lucebert sympathiseerde in zijn jeugd met de nazi’s en hun antisemitisme, ook collaboreerde Lucebert met de Duitse bezetter door op vrijwillige basis te gaan werken in de Duitse wapenindustrie,” aldus Wikipedia…

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.