65 jaar geleden ging “Bonjour Tristesse” van Otto Preminger in première.

“Bonjour tristesse” van Françoise Sagan is een typische roman in de Franse existentialistische traditie geschreven (zoals veel van haar boeken in het Nederlands vertaald door Hubert Lampo, een andere vertaler was Remco Campert). De titel is ontleend aan een gedicht van Paul Eluard.
De ik-persoon, een jong meisje, gaat met haar vader, weduwnaar, en zijn minnares, Elza, naar de zee. Het meisje wordt daar verliefd op een jongeman en beleeft voor de eerste keer de liefde. Een vroegere vriendin van haar vader, de Zweedse Anne Larsen, komt zich bij het stel voegen. Met haar vrouwelijke charmes neemt zij al gauw de overhand op de nog jeugdige en onbeholpen Elza. Daar zij ten zeerste bekommerd is om de studies van de schrijfster neemt deze het op voor Elza, want ze voelt dat het bohémien-bestaan van haar vader in het gedrang komt. Daarom raadt ze haar geliefde aan net te doen alsof hij Elza het hof maakt. Haar list slaagt, haar vader wordt jaloers en wil “zijn” minnares weer afhandig maken van die bengel. Anne betrapt hen beiden terwijl ze de liefde bedrijven en vlucht weg. ’s Avonds wordt hen gemeld dat zij een “auto-ongeluk” heeft gehad… Naar verluidt baseerde Paul Simon zijn “Sounds of Silence” op dit boek, of op zijn minst toch op de verfilming door Otto Preminger (*) in 1957 met Jean Seberg in de rol van Cecile en David Niven als haar vader Raymond. Deborah Kerr is Anne en Mylène Demongeot Elza. De film was echter geen succes en dat moet ik helaas beamen. Hij was te zien op televisie in de tijd dat ik op kot zat (wellicht in 1969) en ik ben speciaal gaan kijken bij mijn kotbaas (diezelfde als die van Paul Jambers, maar die zat daar toen al niet meer) en ik weet nog hoe gegeneerd ik was dat ik die mensen daardoor “dwong” om naar dat gewrocht te kijken. Misschien was ik tegen die tijd Sagan al “ontgroeid”. Als middelbare scholier was ik via Johan de Belie, die me een aantal romans uitleende, een grote fan geworden, maar al bij al heeft dat niet lang geduurd. Ik herinner mij nog dat ik in die tijd in een verhandeling voor Anton van Wilderode schreef dat “dezelfde vriend die me Françoise Sagan leerde kennen, me The picture of Dorian Gray bezorgde, maar dat ik die hem beleefd heb terugbezorgd” (of zoiets), wat mij – terecht – een reprimande van Anton opleverde. Vele jaren later zag ik Sagan in “Apostrophes”, het fameuze boekenprogramma op TF1, samen met Hugo Claus die er de Franse vertaling van Het verdriet van België kwam presenteren. Hugo vroeg aan haar of zij hem niet meer herkende, maar nee dus, de drank en andere verslavende middelen hadden ondertussen hun werk gedaan.

Ronny De Schepper

(*) De Parijse kaderscènes zijn in zwart-wit, terwijl het grootste deel van de film, die zich afspeelt aan de Franse Rivièra in de vorm van flashbacks, in kleur is. Dat herinner ik mij totaal niet, maar het is best mogelijk dat mijn kotbaas in die tijd nog niet over een kleurentelevisie beschikte.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.