Ondanks een hele reeks tegenslagen is 1981 voor de Belgische groep Scooter een enorm succesjaar geweest. In het voorjaar, toen de debuutelpee « One By One » haar eerste lovende kritieken meekreeg, overleed na een langdurige ziekte de gitarist van Scooter, Jan Fraeyman, één van de componisten van de groep, die songs hun subtiliteit en evenwicht kon geven…

Kort voor zijn dood had hij nog een interview gegeven aan Knack (aan Peter Cnop?), waarin hij vertelde dat de groep eigenlijk uiteenvalt in twee delen: “Namelijk de mensen die de muziek schrijven, dat zijn ik, Piet van den Heuvel en Pit Verlinden, en de ritmesectie, de gebroeders Duchateau. Wij denken aan refreintjes, aan melodieën en zij zetten een ritme achter. (…) Ik heb vroeger in een andere groep gespeeld waar dat vermeden werd als de pest, maar dan geraak je ook je repetitielokaal niet uit. Pit en ik spreelden in MMMM symfonische rock zoals elkeen in die tijd, maar dat werkte behoorlijk frustrerend. Er werd voortdurend overlegd wat we gingen spelen.”
Piet: “Ik had hoegenaamd geen zin in een nieuwe groep, maar door zuiver toeval kwamen we bij Herwig (Duchateau) terecht. Hij heeft thuis een demo-studio.”
Herwig: “Mijn broer (Jo) en ik komen van bij Fifth Ball Gang, toen die nog enige rock speelden. In feite zijn we allebei drummers, maar omdat dat wat veel is voor een groep als Scooter, speelt Jo nu bas.”
Over de eerste single (“Tattoo Turkey”) schreef ikzelf in De Rode Vaan: “Zelfkennis is het begin van alle wijsheid. De Leuvense funkgroep Scooter verdient dan ook lovende woorden voor hun groepsnaam. Zij situeren zich immers boven oubollige groepjes die tuftuffend verder hijgen tot ook de laatste bougie het begeeft, maar anderzijds produceren zij evenmin een ronkend geluid waar iedereen in bewondering voor terugdeinst. Funk heet dergelijke lichtvoetige pop en het is een genre waarvoor wij nu niet zo direct warm lopen (om in de autoterminologie te blijven), maar daarmee willen we de kwaliteiten van Scooter zeker niet ontkennen. Integendeel, als de A-kant ongeveer halfweg plotseling een tempoversnelling meekrijgt, spitsen we wel onze oren. Maar tegen het einde van het nummer gaat men weer terug naar het oorspronkelijke ritme. Inderdaad, die paar maten passen eigenlijk niet bij het genre. En omdat wij onze voorkeur niet willen opdringen wat dit betreft, krijgt Scooter voor deze single toch nog een zeven.”
Jan werd vervangen door Bert De Corte, die debuteerde tijdens het allereerste optreden van de promotietournee door België van Scooter en The Bet. De herwerkte versie van het nummer « You » werd in singleversie een onvervalste bestseller en « You » werd tijdens de BRT-2-Show « Zomerhit » verkozen tot beste Belgische productie van het jaar. Tussen de lange reeks sterke optredens door, met Bilzen als blikvanger, werd Bert De Corte vervangen door Stef Van De Vliet, die op zijn beurt werd vervangen door Jan Verheyen en Peter Van den Eede (niet de acteur, maar de man achter Kunstencentrum Vooruit) ging in 1982 praten met Piet Van den Heuvel (nu percussionist bij de groep van Bart Peeters).
De titel van hun eerste album, was duidelijk, zo begint Peter. « One by One » bestond uit een aantal los van mekaar staande nummers. Van een juweel daaruit leek de helft van het koninkrijk stapelgek, « You » maakte brokken. Scooter dweilde ondertussen met succes alle parochie- en andere zalen af, tot ze voor enkele maanden het openbare leven voor gezien hielden. Stilte is niet eeuwig en nu ligt LP nr 2 in de platenzaken, « Charm » en daarin zou dan wel meer lijn zitten.
Berchem, Parkrock-festival, Scooter speelde daar én thuis én goed. Samen met het meest bekeken Groepsstuk, zanger Piet Van den Heuvel, schuilen wij onder een tentzeil want buiten is het weer zo’n typisch Belgisch klimaat. Een babbel.
— Voor de stuurlui aan wal het toch beter weten, maak jij nu eens een vergelijking tussen de twee albums ?
Piet
: Een fundamenteel verschil is er eigenlijk niet, wel is het zo dat in de 2de, in « Charm », er iets als een fil rouge zit. Terwijl de eerste meer een verzamel-LP is van de diverse stijlen waar iedereen toen mee bezig was, van verschillende muzikale impressies als het ware. « Charm » is meer gestructureerd, meer naar één lijn toe.
— Wat onderscheidt Scooter van de andere groepen, wat is de Scooter-sound ?
P.
: Dat is gewoon de manier waarop we klinken. En dat lijkt voor iedereen een andere gevoelswaarde te hebben, muzikaal dan toch. Wij willen een eigen identiteit opbouwen die we constant zullen trachten te bewaren. Die sound dat is onze bedoeling. Typisch klinken in zoverre we daar potentieel toe in staat zijn. En daartoe dragen vooral bas en drums bij, een sterke dansbare ritmesectie met harmonieuze keyboards en daar bovenop stem en gitaar. Dat is ons recept, recept dat hopelijk bij meer mensen aanslaat dan die 10.000 die het eerste album hebben gekocht.
— Een nieuwe gitarist en eindelijk eentje die de maat kan houden, de vorige was een pure hard-rocker en paste zodoende niet bij Scooter ?
P.
: Ja. Bert Decorte paste inderdaad beter bij een hardrockband, iets wat hij nu trouwens ook doet. En Jan Verheyen leek ons de geknipte vervanger. Hij kan heel subtiel spelen, heeft een grote backing en is ook muzikaal menselijk. Jan is niet die instrumentale egotripper zoals er nog altijd te veel rondlopen. Scooter is een groep, een geheel waar niemand belangrijker is dan de andere. Ook al krijg ik dan de meeste belangstelling.
— Wat is de platenfirrna met jullie van zin ? Buitenland ?
P.
: Iedereen in de Belgische rock-wereld wil de grenzen over omdat men beseft dat het anders niet langer leefbaar is. Je kan hier geen 10 jaar rondtoeren want dan heb je alle zalen afgedaan en kun je het voor bekeken houden. Maar ik wil daar nog iets over kwijt. Er is zo de tendens van « wij gaan naar het buitenland », ’t is al even erg als van « wij gaan naar de Mundial ». Ik vind echter dat je als Belgische groep eerst moet proberen van sant in eigen land te zijn, en dat je pas dan stap voor stap moet proberen om ook in het buitenland iets te betekenen. Zelfs met heel goede muziek van sterke groepen als de Kreuners, TC Matic, Luna Twist… staan wij kwalitatief nog lang niet zover dat we kunnen wedijveren tegen het buitenland. Daarvoor zullen we nog een paar jaar moeten knokken.
— En dan zegt men ook dat België alleen maar Vlaanderen is, Wallonië is een probleem apart ?
P.
: Daar begint nu wel wat te roeren, denk ik. Wij hebben er toch een 15 à 20 concerten gedaan en er zijn ter plekke zelf groepen die uit de grond beginnen te rijzen. Ze zijn ginder erg geïnteresseerd in wat er hier gebeurt. De wisselwerking is positief, sympathiek.
— Een hele hoop kopbrekers om een uurtje te spelen voor een handvol mensen, heb je daar nooit es genoeg van ? Waarom sta jij nog op dat podium, voor ’t geld zal ’t wel niet zijn ?
P.
: Als je ’t voor geld gaat doen, ben je in de verkeerde business verzeild geraakt, je verdient er niks aan. Het is een virus, dat uur op dat podium dat is de kick om voort te doen, of het nu voor 10.000 of voor 20.000 mensen is, je moet trachten die kick over te brengen. Dat is niet gemakkelijk. Wij hebben ook van die blauwe maandagen, maar we moeten blijven proberen dat virus over te brengen.
— Jullie willen er nu waarschijnlijk de nieuwe nummers in rammen, maar voor de scène staat iedereen alweer te brullen om « You » of « Stand Out » ?
P.
: Ja, maar dat kan je de mensen ook niet kwalijk nemen. Zij zijn zo’n beetje geconditioneerd op dat vlak. Via het pluggen eigenlijk van steeds dezelfde nummers op BRT en al die vrije radio’s, er- en herkennen de mensen ook alleen maar die songs. Maar als wij binnenkort een nieuwe single uitbrengen en men die een zes keer gehoord heeft, dan wordt er, dat hoop ik tenminste, evenzeer op dat nummer gereageerd als op « You », « Stand Out » en « Tattoo Turkey ».
— Nieuwe single, nieuw album, hoe wordt dat bij jullie voorbereid ?
P.
: Demo’s gemaakt. Gewoon de repetitiekelder ingedoken, een draagbare cassette klaargezet en heel het nieuwe repertoire opgenomen. Heel rudimentair. Dan naar de studio getrokken en alles beginnen uitwerken. Ongeveer anderhalve maand in de studio dus twee maand in het repetitielokaal en 14 dagen om de elpee af te mixen. Hij is twee weken uit en we hebben er zoal een 4.000 van verkocht (23.5.82). Wij mogen tevreden zijn.
— Jullie blijven klassiek; een LP uitbrengen, singles uit trekken. De rage van mini-albums of maxi-singles zegt jullie niks ?
P.
: Dat is een kwestie van strategie. De groepsopinie is van te proberen op één elpee kwaliteit te zetten. Niet meedoen aan die rage betekent, zoveel mogelijk een persoonlijke muzikale richting kiezen en niet meewippen op een boot die alleen maar vaart tot de rage voorbij is. Want meewippen zonder kijken is later met een houten kop zitten. En ik vind dat er tegenwoordig een hele boel muziek uitgebracht wordt onder de noemer moderne, vernieuwende richting, terwijl dat alleen maar een verschuilen is van het muzikale kunnen, het niet willen groeien naar muzikaal beter worden. En daar draait het eigenlijk allemaal om. Bij ons telt de muziek, niet de glitter die er rond hangt.
— Jullie springen dus niet op de trendtrein. Vraagt de firma soms niet om ook iets « Afrikaans » te doen ?
P.
: Nee. Dat zou gewoon niet lukken. Wij willen dat niet, ’t is ofwel zoals wij dat willen of niks.
— De privé-rubriek. Vijf sympathieke Scooter-koppen, is dat alleen zo op het podium of slaan jullie thuis je vrouw ?
P.
: Volgens ons zijn wij de meest normale mensen die er rondlopen. Ik bedoel, iedereen heeft al es ambras. Sympathieke koppen ? Ik weet dat niet feitelijk. Je denkt er niet bij na of je glimlacht of niet, wij doen maar aan. ’t Is hier niet Las Vegas… wij willen het zo houden in elk geval.
– Jullie kunnen b.v. optreden in het voorprogramma van een of andere grootheid. Wie zouden jullie verkiezen ?
P.
: Wij houden niet van voorprogramma’s doen. Maar laten wij zeggen dat ik wel graag in het voorprogramma van Kid Creole and the Coconuts zou zitten. Die vind ik echt goed. Of Robert Palmer… dat hebben we trouwens al gedaan… Kijk, er zijn verschillende heel, heel grote mensen waar we zeker en vast nog verschrikkelijk veel kunnen van leren, zonder daarom vals bescheiden te zijn. Maar Kid Creole dat vind ik een top act.
— Als je dan die mensen bezig ziet, waar staat Scooter dan ?
P.
: Wij denken dat we nog heel veel moeten leren en dat we nog hard moeten groeien. Maar wij werken er keihard aan, er is geen grens aan ervaring. Maar op een schone keer komen we er wel, hou ons maar in ’t oog.

Referentie
Peter Van den Eede, Scooter: keihard weken aan de groei, De Rode Vaan nr.26 van 1982

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.