“Sun man” was “The Merchant of Venice” in een regie van Jaak Vissenaken met Chris Thys (Debbie = Jessica), Wim Huys (Bobby Sacramona = Lorenzo), Kate De Bock (Lucy Piranha = Portia), Jo de Meyere (Barach = Shylock, een jood), Carmen Jonckheere (Mamma Doc = Nerissa), Daan Van den Durpel (Angelo Sacramona, the sun man = Bassanio), Els Olaerts (gangstermeisje), Bert van Tichelen (Joe De Rosa = Antonio, de koopman van Venetië), Marcel de Stoop (Don Piranha), Jakob Beks (Ricci the Hit = de Prins van Marokko) en André Roels (Diarrhoea Dave = Gratiano).
Ikzelf stond in die tijd in het onderwijs en zorgde ervoor dat een aantal klassen naar een speciale schoolvoorstelling konden gaan. Opvallend was dat tijdens deze schoolvoorstelling een aantal zaken niet in orde waren (klankbalans, geklungel met micro’s en met stokken…) die in de pers wél werden geprezen. Gooide men er met de pet naar? Het zag er zo naar uit. Vele spelers acteerden alsof de leerlingen quantité négligeable waren. Dat werd duidelijk aangevoeld, want één van hen riep zelfs: dikke nekken!
In zo’n geval is er maar één oplossing: stoppen, het uitpraten met het publiek en weer de draad oprapen. Iedereen spreekt maar over het feit hoe de bioscoop de jongeren uit het theater houdt, maar de interactie met het publiek is hét grote pluspunt van theater op film. Als men dan echter gaat doen alsof men voor een wassenbeeldenmuseum speelt, dan geef ook ik de voorkeur aan film. In zo’n geval is dat dan een minder grote leugen dan toneel. Konden gewoonweg niet zingen: Roels, De Stoop, Beks, van Tichelen, Jonckheere en Thys. De gradatie gaat van onverstaanbaar naar vals. Over Chriske Thys schreef ik destijds nog dit (n.a.v. de miscast van Kate als dochter van Carmen): “Maar ja, wat wil je: Debbie zag er wel als een Debbie uit, maar het arme kind heeft last met de ademhaling (blijkbaar). Aan wie dus de Lucy-rol toevertrouwd?”
Daan van den Durpel kreeg het meeste lof van de leerlingen, maar ikzelf vond dat de opmerking van Marc Didden nog steeds geldig was (“een jongen die wanneer hij zijn toneelpak een stijfselbeurt geeft er zelf vergeet uit te kruipen”).
En dan waren er natuurlijk ook nog de dansnummers met o.a. te kleine mannen (dat zal dan wel over Jakob Beks gaan). Waardoor de actrices zelf moesten opveren, want van optillen was er geen sprake!
Later zou ik nog een grote fan worden van Chriske en Jakob en ook Daan zal er zelfs nog in slagen me te ontroeren, maar aan die voorstelling had ik blijkbaar een grote kater over gehouden.
Achteraf heb ik daarover in de klas een enquête gehouden en de meningen waren netjes verdeeld: een derde vond het goed, een derde vond het maar niks en een derde had geen mening. Maar iederéén had wel lof voor de prestatie van de rockgroep Kandahar die voor de muziek instond. Men vond het daarbij spijtig dat men de groep niet kon zien en eerlijkheidshalve moet ik ook zeggen dat de meesten liever gewoon een popconcert hadden bijgewoond i.p.v. een voorstelling.
Ronny De Schepper