“Wij gaven reeds enkele kleine voorbeelden van de oppervlakkige manier, waarmede men in Vlaanderen omspringt met de toch al zoo schaarsche sociaal-voelende litteratuur. Zelfs menschen als Elsschot en Herreman hebben zich niet genoegzaam bevrijd uit de kluisters van het individualisme om, in het werk van een Zielens of een Boon het positieve te zien. En werkelijk men moet niet het ‘Ook de afbreker bouwt op!’ te hulp roepen, om het grootsche in het werk van deze beide auteurs, tusschen dewelken dan nog een enorme afstand bestaat, te bespeuren. Het is een Zetternam en een Buysse trouwens niet anders vergaan. Onze kritici zijn niet in staat, te zien door de oogen van een Boon die met de gezonde oneerbiedigheid van de pionier door alle hun zoo dierbare omheiningen heenstoot. (..) Zoo verliezen zij vanzelf het verband met de groote stroomingen der wereldliteratuur en zijn zij niet in staat, op te merken, wat er waarlijk omgaat in jonge auteurs als Louis Paul Boon of Piet van Aken.”

Zo eindigt Maarten Thijs zijn eerste bijdrage gewijd aan “Mijn kleine oorlog” van Louis Paul Boon in de Roode Vaan van 22 maart 1947. En in een tweede overpeinzing (want een recensie kan je ’t eigenlijk niet noemen) een week later neemt hij dat thema nog eens op maar gaat nog verder: “Zijn (d.i.Boons, R.D.S.) ‘Ook de afbreker bouwt op’ is een al te bescheiden, al te simpel verweer tegen de aanmatiging der burgerlijke kritiek. Vergeten wij niet : hij staat op zijn terrein in Vlaanderen zoo goed als alleen! En wat hij ‘afbreken’ noemt is eigenlijk ordenen, regelen, want hij is het sociaal geweten van onze Vlaamsche literatuur. Er is dus sociaal gevoel noodig om zijn werk te begrijpen. Pas wanneer men zoo de kunst van Louis Boon ziet, heeft men het middel in handen om door te dringen tot haar schoonheid.”
Nóg een week later duikt Boon zelf nog eens op in de kolommen van de r.v. die hij in september van het jaar daarvoor had verlaten. Het betreft een overname van het hoofdstuk uit “Mijn kleine oorlog” dat gewijd is aan Lea Lubka, ook wel bekend uit Bert Van Hooricks “In tegenstroom”.
Deze passage over Lea Lubka is één van de prachtigste bladzijden uit “Mijn kleine oorlog” (amper 127 blz.), dat na meer dan een kwarteeuw in zijn oorspronkelijke vorm werd heruitgegeven door Querido. De herwerkte versie vol zelfcensuur (met als bekendste wijziging, de fameuze slotzin “schop de menschen tot zij een geweten krijgen” die veranderd wordt in “wat heeft het alles voor zin”) dateert immers reeds van 1960.
En alhoewel de originele uitgave literair zeker te verkiezen is, stelt het toch het aloude probleem (voor latere filo of andere logen van allerlei slag) van het “definitieve” kunstwerk. Ik denk hierbij aan een discussie die ik eens heb gehad met Frans Van den Broeck over opera-opvoeringen. Ook hij pleitte toen voor de “authentieke” versie, maar welke is dat? De eerste? De laatste? De mooiste (wat dat ook moge zijn)? De meest gangbare? In dit geval is het alleszins zo dat Boon de tweede versie volledig op eigen verantwoordelijkheid heeft omgewerkt, ook al menen sommigen enige druk van zijn uitgever te bespeuren. In “Verscheurd jeugdportret” wordt echter duidelijk dat de ombuiging van combatieve naar berustende, of eerder cynische, Boon wel degelijk aan een reële verschuiving in zijn diepste overtuiging beantwoordt: “Ik heb het ze steeds opnieuw gezegd: ‘Ook al schop je 99 mensen op 100 een geweten, er blijft dan nog één smeerlap over en die wordt president. En als je naar die durft schoppen, vlieg je de gevangenis in’.” (p. 180). In een interview met “Humo” verwoordt hij het zo mogelijk nog “menselijker”: “Ik sta al bijna een halve eeuw op de barrikaden en op den duur wordt ge dat een beetje moe, ge zet uw geweer neer en ge zegt: ik ga in ’t café een pintje drinken” (17-6-1971).
Het is trouwens mijn persoonlijke overtuiging dat ook in de originele versie van “Mijn kleine oorlog” reeds meer aanzetten aanwezig zijn om tot de “wanhopige” conclusie (“wat heeft het alles voor zin”) te komen dan tot de “militante” oproep. Zetten we daarvoor enkel en alleen nog maar de bladzijden op een rijtje, waaruit je kan opmaken hoe makkelijk men ideologisch en/of economisch van het ene naar het andere kamp kan overwippen: 31, 35, 37, 89, 91, 94…
Meer aanleunend bij de partijstandpunten waarmee hij op de r.v. was geconfronteerd (oorspronkelijk waren de aantekeningen die tot “Mijn kleine oorlog” leidden wellicht bedoeld als laatste hoofdstuk van “De Kapellekensbaan”, waaraan hij onder de titel “De roman van Madame Odile” reeds in de r.v. was begonnen) zijn dan weer de meer “universele” thema’s zoals wie “de echte vijand” is (107) of hoe de rijken toch steeds weer de dans ontspringen, in tegenstelling tot “de kleine visjes” (102).
Minder politiek geladen, maar even opmerkelijk zijn verder Boons oprispingen tegen de Literatuur (met hoofdletter) van “Ernest Timmermans” (resp.blz.45 en 47), het feit dat humor (galgenhumor, blz. 53, of zuivere slapstick, blz.52) ondanks alles vaak het laatste woord krijgt (wat ook al op relativeren wijst uiteraard) en vooral, hoe reeds in die ellendige jaren zijn belangstelling voor het Lolitamotief (het boek van Nabokov moest overigens nog geschreven worden) opduikt: blz.29, 48, 50, 51.
Kortom, “Mijn kleine oorlog” wordt door Bert Vanheste (Bert Brouwers) terecht “Het boek van de (…) adempauze tussen de tweede wereldoorlog en de koude oorlog” genoemd.
“Toen ‘Mijn kleine oorlog’ in boekvorm verscheen was het niet meteen een succes: Mevrouw Manteau, die de uitgeefster was, moest zowel aan Van Hecke (hoofdredacteur van “Zondagpost”, RDS) als aan mij bekend maken, dat ze alle exemplaren op de Ouwe Markt moest gooien, tien frank voor een pakje van tien boeken”. (Memoires, blz. 39).

Referentie
Ronny De Schepper, “Onze” kleine oorlog, De Rode Vaan nr.33 van 1986

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.