N.a.v. het Chinese nieuwjaar heb ik het nog gehad over mijn grote voorliefde voor konijnen. Het spreekt dus ook vanzelf dat ik destijds een grote fan was van het boek “Watership Down”, het verhaal over een kleine groep konijnen die na een visioen van één van hen overhaast hun kolonie ontvluchten en na veel omzwervingen de perfecte locatie voor een nieuwe kolonie vinden op Waterschapsheuvel (Watership Down). De auteur was Richard Adams geboren op 9 mei 1920 in Newbury, Engeland, als zoon van een plattelandsarts, en morgen vijf jaar geleden overleden (foto Andrew R.H. via Wikipedia).
Het boek is verschenen in 1972, maar ikzelf heb het in Nederlandse vertaling gekocht in 1973 (later heb ik me ook de originele Engelse versie aangeschaft). Ik heb het gebruikt in de klas, ik heb er (later) uit voorgelezen aan mijn kinderen, ik heb uiteraard de tekenfilm gezien, ik heb zelfs een tijdlang met dat vreselijke nummer van Art Garfunkel (“Bright eyes”) gedweept. Kortom, ik was er zo weg van dat ik me meteen ook maar “Shardik” (1974) en “The plague dogs” (1977) heb aangeschaft, al ben ik er niet zeker van dat ik ze ook helemaal heb uitgelezen.
Richard Adams geeft in interviews grif toe dat de dierenportretten in “Winnie-the-pooh” van Alan Alexander Milne hem hebben geïnspireerd bij het schrijven van zijn dierenboeken. Omgekeerd heeft “Watership Down” de makers van “Donnie Darko” (2001) geïnspireerd bij het creëren van het onheilspellende konijn Frank.
“The girl on a swing” uit 1980 daarentegen kan dan weer tot het magisch-realisme worden gerekend. In de filmversie van Gordon Hessler (1988) speelt Meg Tilly het vrouwelijke hoofdpersonage Karin, die door haar verleden wordt achtervolgd. De kritiek van Humo is onverbiddelijk: “Slap romantisch-erotisch drama met tragische allures over schuld en boete. In een magisch-realistisch sfeertje wordt de spanning geleidelijk aan opgebouwd, met af en toe een seksscène als verpozing. Meg Tilly is overtuigend in haar seksuele overgave, dan weer poëtische breekbaarheid of absolute wanhoop. Met feeërieke Kopenhaagse beelden van Claus Loof en een geslaagd muziekje van Carl Davis.”
Daarna is het stil geworden rond mijnheer Adams en bij mij heeft het tot vlak voor zijn dood geduurd voor ik nog eens een boek van hem ter hand heb genomen. Het betrof “Traveller”, een boek uit 1988, en het wordt op de voorpagina aangeprezen door Ruth Rendell als “his best novel since Watership Down”. Ik had echter beter wat meer op de illustratie gelet, dan had ik niet de vergissing gemaakt, die ik nu heb begaan. De naam van Ruth Rendell deed me immers aan haar collega Minette Walters denken en die schrijft vaak detectiveverhalen over “travellers” (een soort van zigeuners, maar dan niet in de echte betekenis van het woord, want Britten zijn nu eenmaal eilandbewoners, dus “echte” zigeuners zouden dan eerst de zee moeten oversteken). Dit én het feit dat “Girl in a swing” ook als thriller kan worden gelezen (zij het dan – zoals gezegd – met enkele magische elementen, een beetje zoals Haruki Murakami) deden mij besluiten in dit boek te beginnen. Helaas werd ik al snel met mijn neus op de feiten gedrukt: Traveller is een eigennaam en wel van het paard van Robert E.Lee, de opperbevelhebber van de strijdkrachten van de zuidelijke Geconfedereerde Staten van Amerika, tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog van 1861 tot 1865. Het boek is dus het verhaal van deze oorlog, verteld vanuit het standpunt van het paard. En dat paard spreekt natuurlijk het dialect van de streek (Virginia), of wat had je gedacht? We krijgen dus een verhaal à la “War horse“, geschreven door een Engelsman in een “Southern” dialect. Niet dat dit moeilijk te lezen is (in tegenstelling tot de dialectpassages in “Wuthering Heights” b.v.), maar ik vond het nu toch van de pot gerukt dat ik dit verder zou lezen. Ik vind het uitgangspunt van een “vertellend paard” ook helemààl niet hetzelfde als de (onder elkaar) sprekende konijnen van “Watership Down” of de andere dierenboeken van Adams. Dus heb ik het maar gelaten voor wat het was. Toch ben ik niet helemaal ongelukkig met mijn keuze, want op deze manier heb ik kunnen vaststellen dat Richard Adams ouder is dan mijn ouders die beiden onlangs zijn overleden. Dus ik was wel benieuwd hoe het met mijnheer Adams zelf is vergaan. Wel, hij bleek toen nog in leven te zijn, maar helaas voor hem, niet voor lang meer.
Ronny De Schepper
