Het is morgen al 75 jaar geleden dat de Amerikaanse komiek W.C.Fields (midden op de foto) is overleden.
W.C.Fields was de levende illustratie van het feit dat een komisch acteur geen komisch mens hoeft te zijn, alhoewel de omgeving die twee vaak verwart (denk aan de bekende “loodgietersmop” van Urbanus). Dat uit zich o.m. ook in het feit dat, alhoewel komische films uiteraard ook zeer geliefd zijn bij de allerkleinsten (vooral als het gooi- en smijthumor betreft), deze doelgroep zeker niet door de komedianten in hun hart wordt gedragen. Ook hier kunnen we weer naar een bekende grap verwijzen, namelijk die van Groucho Marx (“I don’t like Junior crossing the road, in fact I don’t like Junior”), maar W.C.Fields is daar toch het supreme voorbeeld van. Dat de werkelijkheid dan vaak cynischer blijkt te zijn dan de fantasie van de filmwereld, mag dan geïllustreerd worden door het feit dat de kleine Christopher, het zoontje dat Anthony Quinn bij zijn wettelijke echtgenote Katherine De Mille zeer tegen de wil van vader Cecil had verwekt, de dood vond in het zwembad van Fields.
Fields’ imago als kinderhater, werd later verdergezet door Clifton Webb in films, zoals “Mr.Belvedere goes to college” (Elliott Nugent, 1949). Ook Rick Moranis mishandelt kinderen in “Honey, I shrunk the kids” (1991). Later zullen de Disney-studio’s met een sequel uitpakken. Na “Honey, I shrunk the kids” moest haast automatisch “Honey, I blew up the kids” volgen. “To blow up”, “opblazen”, is uiteraard niet in de oorspronkelijke betekenis van “dynamiteren” gebruikt (en in de Disney-studio’s mag je je zeker niet verspreken en zeggen: “Honey, I blew the kid!”, een doordenkertje voor “dirty old men” – and women).
Ronny De Schepper