Ondanks de rode kaart voor theater Poëzien (die met het puur visuele « De feen van Niks » nochtans heeft geprobeerd de kritiek « onvoldoende dramatisering van de gebrachte teksten » in extremis nog te ondervangen) en de ongunstige beoordeling van de KJT-mastodont heeft de Raad van Advies voor Toneelkunst (RAT) zich, zoals enkele weken geleden reeds aangestipt, onverwacht positief uitgelaten over het kinder- en jeugdtheater in Vlaanderen. Dit duidelijk als illustratie van de zegswijze « beter laat dan nooit » want alhoewel het Speeltheater en Stekelbees (beide uit Gent) zeker deze late erkenning verdienen, is het toch de vraag waaraan ze die eer precies nu te danken hebben, nu beide theaters zich juist zijn gaan bezinnen over hun taak en functie, omdat ze zelf inzagen dat ze aan dringend vernieuwing toe waren.
Taptoe daarentegen zal het wel niet eens zijn met de kwalifikatie van de RAT als jeugdtheater-minded. Tenzij zij zichzelf meer en meer als all round-theater beginnen te zien. Hoe dan ook, « Vina Bovy » noch « Vader Anseele » hebben evenmin als « Karageus » of « Thomas » de RAT tot een erkenning kunnen bewegen.
Als we ons niet vergissen, krijgt het Speeltheater trouwens wel lauwerkransen wegens het productiewerk, maar niet voor het (nochtans zeer noodzakelijke) toneelpedagogische werk bij de jongeren. Op welke eenzame hoogte het Speeltheater zich op dat vlak bevindt, blijkt nog maar eens als we daarnaast de nieuwste productie van het (amateur-)theater Symptoom (eveneens uit Gent) leggen, « Blokken ». Het onderscheid is zelfs zo flagrant dat we reeds horen roepen dat zo’n vergelijking oneerlijk is. En daar is iets van, maar door de musicalvorm waarvoor ook Symptoom opteert, dringt ze zich toch min of meer op. Anderzijds is het duidelijk dat b.v. de inbreng van professionele muzikanten bij het Speeltheater (ongetwijfeld dankzij het budget dat dit theater o.m. via z’n andere producties kan verwerven) een zeer grote rol speelt. Wat de Symptoom-drummer echter nog niet de toelating geeft om naast het ritme te slaan en de kinderen uit hun concentratie te halen.
Maar goed, toch iets meer over « Blokken » dus, waarvan de looptijd in Symptoom weliswaar om is, maar dat als reisvoorstelling steeds kan worden geboekt bij Frans Brood Productions (091/24.01.26). « Blokken » is de nogal dubbelzinnige titel voor een driedelig improvisatiestuk dat als blokken in elkaar past. Of beter gezegd : zou moeten passen, want spelbegeleiders Peer (foto) en Leen van der Kreeft (die hiermee afscheid nemen van Symptoom, een voor dit echtpaar alleszins « vruchtbare » periode !) hebben individueel wel veel uit de kinderen van Peperkoreke (zo noemen ze zichzelf) gehaald, maar aan het samenspel werd minder aandacht besteed. Wellicht natuurlijk omdat zij niet alleen zeer ongelijk zijn wat leeftijd maar ook wat capaciteiten betreft. Al vragen we ons wel af in hoeverre bepaalde kinderen zich nog « goed » voelen in een productie als ze niets anders moeten doen dan met een zak teddyberen of een dekentje op en af een zogenaamde « knuffelmuur » kruipen !
Dit « knuffeldeel » (het laatste) illustreert trouwens het beste die individuele aanpak. Wie het aankan, mag af en toe een nummertje brengen (de rap-song b.v.), maar het wordt niet doelmatig in het geheel ingewerkt. Dat gebeurde dan wel beter (maar ook niet perfect) in het tweede deel (de school), waarin zowaar een echte « schlager » zit, namelijk « Ik kan niet zingen », paradoxaal genoeg één van de betere gezongen nummers.
Het beste is echter ongetwijfeld de opening, het familiefeest. Vooral de manier waarop de oudsten zich reeds sexy beginnen te gedragen en de jongsten dat persifleren werkt aanstekelijk, ook al ligt het spelritme hier eveneens nog iets te traag. Toch bewijst Peperkoreke hiermee dat het nog niet is uitgezongen. De beste elementen eruit zouden zeker bij het Speeltheater niet misstaan, maar anderzijds zouden we juist betreuren dat er in jonge acteurs en actrices « gehandeld » wordt zoals in het voetbal.
Referentie
Ronny De Schepper, Brokkelige blokken, De Rode Vaan nr.21 van 1986