“Ja maar, ik ben jonger dan John Lennon, hé!” placht Cliff Richard uit te roepen als hij ten tijde van Beatlemania als “afgeschreven” werd beschouwd. En inderdaad, pas enkele dagen geleden hebben we herdacht dat John Lennon 85 zou zijn geworden, mocht hij nog geleefd hebben en nu is het Cliff die vandaag zijn 85ste verjaardag viert. En ik zou niet zeggen dat Cliff nog altijd springlevend is, maar hij is toch zo maar de enige artiest die in zeven decennia hits heeft gehad!

In 1981 verscheen een verzamelelpee « Love songs » die “tot een pareltje in zijn genre mag worden verheven”, zoals ik destijds (*) in De Rode Vaan schreef…

Twintig nummers die een tijdsspanne van twintig jaar overbruggen en die bewijzen dat Cliff (mits een goeie selectie, die ondingen als « Power to all our friends » of « Goodbye Sam, hello Samantha » achterwege laat) eigenlijk nooit echt weg is geweest.
Laten we gewoon het lijstje overlopen. Uit 1960 is er « A voice in the wilderness » en « Fall in love with you ». Hier klinkt Cliff nog aarzelend. Tensiotte was hij toen vooral een rocker. Uit 1961 « When the girl in your arms » en « Theme for a dream ». Cliff op z’n hoogtepunt (« The young ones », ook uit die tijd, is jammer genoeg niet weerhouden). 1962 : « The next time » (schitterende tekst eigenlijk binnen het triviale genre). 1963 : « Don’ talk to him » en « It’s all in the game » (zeer mooi al zullen puriteinen de originele versie van Tommy Edwards prefereren). 1964 : « Constantly », « The twelfth of never » en « I could easily fall » (of hoe Cliff zich door Beatlemania glansrijk heenslaat). 1965 : « The minute you’re gone ». 1966 : « Visions ». 1967 : « The day I met Marie ». Duidelijk aan het verzwakken, vandaar dat men overspringt naar zijn come-back in 1975: « Miss you nights » (zie commentaar bij « The next time » met dien verstande dat dit misschien zelfs boven het triviale uitstijgt). 1977 : « Up in the world », « When two worlds drift apart » (schitterend !). 1978 : « Can’t take the hurt anymore », om dan te eindigen met 1980 (« A little in love ») : Cliff misschien opnieuw een beetje aan het verzwakken, maar we twijfelen er niet aan of hij zal ons nog eens met een zeer sterk nummer verrassen. Is het op zijn volgende elpee niet, dan op die daarna…

« Als Cliff ons niet met z’n nieuwe elpee verrast, dan zal het met de volgende zijn, » schreef ik enige weken terug. Het zal dus inderdaad de volgende zijn. Deze “Wired for sound” (EMI 1C064-07541) bevat immers twee matige uitschieters, handig vooraan (de titelsong) en op het einde (« Daddy’s home ») gezet, maar daar tussenin zit niets opmerkelijks. En « Daddy’s home » klinkt b.v. toch hoegenaamd niet zo aangrijpend als het bijna gelijknamige nummer van Gary U.S.Bonds of « Fool to cry » van de Stones. (**)

Daarnaast was Cliff Richard, in navolging van zijn grote idool Elvis Presley, ook actief in Britse films. In 1959 speelde hij zijn eerste filmrolletje in “Serious charge” van Terence Young, waarin hij drie songs ten berde bracht, namelijk “Mad about you”, “No turning back” en het verrukkelijke “Living doll” van Lionel Bart (later de componist van “Oliver”). Ene Robert Connor vat het op de Internet Movie Database goed samen: “Een ongehuwde dominee in een nieuwe parochie (Anthony Quayle) beschuldigt een 19-jarige (Andrew Ray) van medeverantwoordelijkheid voor de dood van een tienermeisje. De jongeman beweert echter dat de dominee hem heeft misbruikt. Uit pure wrok wordt zijn verhaal bevestigd door een vrouw uit de buurt (Sarah Churchill), die nog steeds woedend is dat de dominee haar avances heeft afgewezen. Helaas voor de dominee is de vrouw een zeer gerespecteerd lid van de gemeenschap – haar vader was de vorige predikant.
“Gezien het feit dat deze film in 1959 uitkwam,” gaat Connor verder, “is het onderwerp behoorlijk baanbrekend, vooral voor een Britse film. Ja, de weergave van ontevreden jongeren die rondhangen in koffiebars, inbreken in zwembaden en swingen op Cliff Richards Livin’ Doll is een beetje onhandig (Richard hoeft in een bijrol weinig anders te doen dan mokken of zingen), maar in een tijdperk waarin mensen niet geacht werden iets van homoseksualiteit te weten (tenminste in de films), is dit een behoorlijk gedurfd verhaal, en af en toe behoorlijk subversief. Wij, het publiek, worden enigszins aangemoedigd om ons af te vragen wat Quayle’s seksualiteit is, terwijl hij de avances van een brave kerkelijke vrouw afwijst, zich niet bewust lijkt te zijn van zijn sexy jonge Franse meid (Liliane Brousse) en opkijkt naar zijn striemende moeder (een wonderbaarlijk veelbetekenende vertolking van Irene Browne). Judith Furses reclasseringsambtenaar is ook heerlijk dubbelzinnig… Dus een behoorlijk volwassen film dan – jammer dat hij tegenwoordig waarschijnlijk alleen nog bekend als Cliffs debuutfilm.”
Nog datzelfde jaar mag Cliff in “Expresso Bongo” van Val Guest wél een hoofdrol vertolken en alweer is het een taboe-doorbrekende film (omdat er een striptease in voorkomt, Cliff speelt namelijk een rol die merkwaardig goed overeenkomt met wat The Beatles op datzelfde moment echt aan het beleven zijn in Hamburg). Deze keer is het ene H.Siegel uit British Columbia die de honeurs waarneemt op IMDb: “Negeer alles of iedereen die Expresso Bongo denigreert. De film zit vol met details en attitudes uit die tijd, is buitengewoon gewaagd voor die tijd en bevat geweldige muziek en een van de beste scripts over de Engelse Tin Pan Alley, gevat en van ‘inside’, naast een ongekende prestatie van Laurence Harvey zoals je hem nog nooit hebt gezien, als een oplichter die doet denken aan Sidney Falco in The Sweet Smell of Success. Maier Tzelnicker is geweldig als de directeur van de platenmaatschappij die het ‘rocktroep’ noemt. Yolanda Donlan, de vrouw van Val Guest, speelt een Sweet Bird of Youth-achtige, ouder wordende diva Alexandra Del Lago die Cliff Richard verleidt. Bekijk het openingsnummer wanneer de meiden een burlesqueversie van The Bonnie, Bonnie Banks of Loch Lomond uitvoeren. Het zet de toon voor een over het hoofd gezien juweeltje.

Helaas zijn de latere films van Cliff niet van hetzelfde niveau. Over Elvis Presley wordt vaak gezegd (en terecht) dat Kolonel Parker hem in allerlei onzin deed opdraven met muziek van hetzelfde allooi, maar wat dan gezegd over “The Young Ones”, “Wonderful Life” of “Summer Holiday” van Cliff? De muziek die daarbij hoort is nog veel slechter dan die welke Elvis voorgeschoteld krijgt (behalve de titelsongs dan). Het enige “interessante” is dat The Shadows (allé, ik veronderstel toch dat zij het zijn) hier vaak ook als zangers optreden. Vergeet niet dat zij in de jaren zeventig inderdaad een tijdje de vocale toer zijn opgegaan. Ze hebben zelfs Engeland eens vertegenwoordigd op het Eurovisiesongfestival!

Ronny De Schepper

(*) De Rode Vaan nr.36 van 1981
(**) De Rode Vaan nr.46 van 1981

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.