BBC2 vult al enkele jaren de namiddagen met oude films. Een uitstekend idee uiteraard. Alleen, het is maar een gelimiteerd aanbod dat steeds wordt herhaald. Ik heb ze dan ook allemaal al gezien. Maar nu (in het licht van de aankomende feestdagen?) was er toch een nieuwe aanwinst te zien: “Carefree”, een film van Mark Sandrich uit 1938 met in de hoofdrollen Ginger Rogers en Fred Astaire. Het was echter helaas een tegenvaller…
Eerst en vooral: die titel. Waarop sloeg die eigenlijk? Het personage van Fred Astaire was allesbehalve carefree. Integendeel, hij had zichzelf in de shit gewerkt, toen hij als psychoanalist Ginger Rogers trachtte te hypnotiseren. Dit leidde tot enkele slapstick-momenten, die echter het niveau van kinderlijke grappen amper overschreden (een rechter een trap verkopen tegen zijn achterste b.v.). Ik zou het dus zeker niet willen vergelijken met de screwball comedies die op dat moment opgang maakten, zoals Wikipedia doet. Het is eerder een eerder belachelijke aanval op de psychoanalyse van Sigmund Freud die evenzeer een modegril was in die jaren. Carefree kreeg bij de release over het algemeen dan ook “gemengde” recensies, hoewel Motion Picture Herald-criticus William R.Weaver het ‘de beste Astaire-Rogers-film’ noemde. Daarmee stond hij dan wel alleen, want volgens de gegevens van RKO verloor de studio er $68.000 aan, omdat de bezoekers weg bleven.
Ginger Rogers is mooi als altijd, maar de aantrekkingskracht van Fred Astaire heb ik nooit kunnen begrijpen. Ik zie hem altijd als een soort van lookalike van Stan Laurel, nu niet direct een sekssymbool! Maar wat hij uiteraard wel kan, is dansen. Voor “Since They Turned ‘Loch Lomond’ into Swing” kwam Fred Astaire met het idee om golfballen te slaan voor dit nummer. Hij repeteerde er twee weken voor. Het werd drie weken voor de rest van de film opgenomen, waarbij Astaire danste op een pianobegeleiding – het georkestreerde arrangement werd later toegevoegd. Vanwege de moeilijkheid van de actie werd de uitvoering samengesteld uit meerdere takes, wat zeer ongebruikelijk was voor Astaire, die er de voorkeur aan gaf dat zijn dansnummers uit een minimum aantal lange takes bestonden.
Toch staat Carefree bekend als de film waarin Astaire en Rogers een lange kus op het scherm delen aan het einde van hun dans op “I Used to Be Color Blind“; alle eerdere kussen waren ofwel snelle kusjes of slechts gesuggereerd. Astaire hield niet van “sentimentele liefdesscènes” en gaf er de voorkeur aan dat de liefdesdaden tussen hem en Rogers beperkt bleven tot hun dansen. Omdat er geruchten de ronde deden dat Astaires vrouw hem niet op het scherm zou laten zoenen, of dat Rogers en Astaire elkaar niet mochten, stemde Astaire in met de lange kus aan het einde van “I Used to Be Color Blind”, “om alle kussen goed te maken die ik Ginger al die jaren niet had gegeven.” Het nummer “I Used to Be Color Blind” was trouwens gepland als een Technicolor-sequentie in een verder zwart-wit film, maar uiteindelijk werd de film uitgebracht in volledig zwart-wit.
Carefree is overigens de kortste van de Astaire-Rogers-films, met slechts vier muzieknummers van Irving Berlin. Geen enkele is een klassieker geworden. Fred Astaire vond “The Yam” naar verluidt zelfs belachelijk en weigerde het te zingen, wat de reden is dat Ginger Rogers het alleen zingt – hoewel ze na het zanggedeelte wel samen dansen. Desondanks nam Astaire het nummer en “The Yam Step” in 1938 op met Ray Noble and His Orchestra, met meer tekst dan in de filmopname werd gebruikt.
Carefree betekende een hereniging voor Astaire en Rogers na een korte pauze na Shall We Dance en zes andere eerdere RKO-films. De volgende film in de reeks, The Story of Vernon and Irene Castle (1939), zou hun laatste gezamenlijke RKO-film zijn, hoewel ze in 1949 weer samenwerkten voor MGM‘s The Barkleys of Broadway.
Ronny De Schepper (op basis van Wikipedia)