Vandaag is het 360 jaar geleden dat de Franse schilder Nicolas Poussin is gestorven. Hij is vooral bekend van het schilderij “Et in Arcadia ego”…
Umberto Eco schrijft op p.394 van “Het eiland van de vorige dag”: “De resten van zijn arme vriend zouden op die plek in een heel andere vorm hun profetische ‘Et in Arcadia ego’ verkondigen…” Het betreft hier een kanttekening bij de overpeinzingen van hoofdfiguur Roberto de la Grive bij het lijk van zijn vriend pater Caspar Wanderdrossel, waarvan hij vermoedt dat het zich op de zeebodem bevindt (*). Een intrigerende formulering aangezien het zinnetje “Et in Arcadia ego” een grote rol speelt in de Graal-theorie die terug te vinden is in het boek “Heilige Graal, Heilig Bloed” (je weet wel: dat boek dat aan de grondslag ligt van de “Da Vinci Code” van Dan Brown). Daarin wordt het schilderij van Nicolas Poussin met die naam de sleutel zowel om de bloedlijntheorie te ondersteunen (je weet wel: dat Christus met Maria Magdalena kinderen heeft gehad, le sang real/royal i.p.v. de san graal) als zelfs om de schat van de Tempeliers weer te vinden.
Het Latijnse citaat “et in Arcadia ego” moet worden aangevuld met het gezegde “fui” (ik ben geweest): “Ik ben ook ooit in Arcadia geweest” – en drukt daarmee nostalgie uit naar een verloren paradijs. De zin verschijnt eerst op een schilderij van de Italiaanse schilder Schidone (overleden in 1615), gevolgd door Giovanni Francesco Barbierini, ook bekend als “Guercino” (1591-1666). Pas daarna volgt het beroemde schilderij over “Et in Arcadia ego” van Nicolas Poussin (1594-1665).
Daarna volgen nog:
Laurent de la Hyre (1606-1656)
Peter Scheemakers (1691-1781)
Francesco Zuccarelli (1702-1788)
Richard Wilson (1714-1782)
Sir Joshua Reynolds (1723-1792)
Honoré Fragonard (1732-1806)
Léon Vaudoyer (1803-1872)
Aubrey Beardsley (1872-1898)
George Wilhelm Kolbe (1877-1947)
Augustus John (1878-1961)
Van Dale verwijst eveneens naar Schidone als de eerste gebruiker van de uitspraak. Als die vervolgens wordt opgepikt door Goethe en Schiller is de zegetocht door de literatuur onvermijdelijk. Schiller dichtte ‘Auch ich war in Arkadien geboren’, “Et in Arcadia ego” is ook het motto van Goethe’s “Reis naar Italië”, Evelyn Waugh doopte het eerste hoofdstuk van Brideshead Revisited ‘Et in Arcadia ego’ en Luc De Vos deed hetzelfde voor zijn “De rest is geschiedenis”. Jeroen Brouwers tenslotte schreef in 1981 een verhalenbundel met die titel. Merkwaardig is ook dat in “The Quincunx” van Charles Palliser een (fictieve?) beeldengroep voorkomt die de naam draagt “Et Nemo in Arcadia” (p.132). In het geval van Eco moet je het niet verder gaan zoeken dan wat er staat, denk ik. Het schilderij stelt een vredig landschap voor waarin jonge twee herders kijken naar een op de grond liggende schedel. Zoals ooit met het gebeente van Wanderdrossel zou kunnen gebeuren?
Dezelfde compositie als het schilderij van Poussin komt ook voor op het zogenaamde Shepherd Gate’s monument in Shugborough, dat rond 1740 door de toenmalige eigenaar, admiraal George Anson, werd gebouwd. Het monument toont drie herders en een vrouw die kijken en wijzen naar een tombe, gebaseerd op het schilderij Et In Arcadia Ego van Nicolas Poussin. Onder dit reliëf zijn tien letters gegraveerd: DOUOSVAVVM. Een ogenschijnlijk willekeurig gekozen reeks letters. Wat betekenen die? Door de jaren heen hebben velen geprobeerd de code kraken, waaronder Charles Darwin en Charles Dickens, en velen kwamen naar eigen zeggen met dé oplossing. De meeste recente oplossing is van Keith Massey, een taalkundig expert en docent Latijn. Hij gelooft dat de inscriptie staat voor Oro Ut Omnes Sequantur Viam Ad Veram Vitam, wat vertaald wordt tot “Ik bid dat iedereen de weg naar het ware leven kan volgen”, een verwijzing naar de bijbelpassage Johannes 14:6.
Sommigen denken dat het monument is gebouwd als gedenkteken voor Anson’s overleden vrouw. De letters zouden dan staan voor het Latijnse Optimae Uxoris Optimae Sororis Viduus Amantissimus Vovit Virtutibus, wat vertaald “De beste vrouw, de beste zus, een toegewijde weduwnaar wijd dit aan uw deugden” betekent. De letters D en M aan het begin en eind komen vaak voor op Romeinse graven en betekenen “ter nagedachtenis van”. Anderen denken dat de letters Romeinse cijfers zijn, die opgeteld 1594 geven. Dit is het jaar waarin kunstenaar Nicolas Poussin is geboren.
Anderen geloven dat zowel Poussin en George Anson leden waren van de mysterieuze Priorij van Sion – een ‘geheim’ genootschap dat de locatie van de Heilige Graal zou beschermen. Het verhaal dat een monument met een mysterieus reliëf is gebouwd in opdracht van een vermeend lid van de Priorij, laat velen geloven dat het monument een sleutel is tot het vinden van de Heilige Graal. (isgeschiedenis.nl)
Ronny De Schepper (met dank aan Gregory Ball, Willy Van Doorslaer, Willy Van Poucke, Paul Van der Haegen, Stephen Flockheart en Johan de Belie)
(*) Hij had de uitdrukking, zonder verdere uitleg, ook al gebruikt in “De Slinger van Foucault” (p.84). En ook Jorge Semprun gebruikte ze op terloopse wijze in “Netsjajev is terug”, alleen spelt hij “Acadia” i.p.v. “Arcadia” (p.90). Op p.204 komt de uitdrukking nog eens terug, deze keer correct maar wel met een referentie aan een ander schilderij, namelijk dat van Valério Adami uit 1977 (zie hieronder).
