Tijdens mijn eerste vakantie in Hastings, in 1971 dus, heb ik mij in een second hand bookshop “Tristram Shandy” van Laurence Sterne aangeschaft. Ik herinner het mij eerlijk gezegd niet meer, maar ik heb het met de hand op de eerste pagina geschreven. Ik moet onthouden hebben uit de lessen van professor Schrickx dat het een heel bijzonder boek was.
Wat ik mij nog wél herinner, dat is dat ik het boek ooit heb proberen lezen (wanneer juist dat weet ik niet meer), maar dat het mij niet is gelukt. Eigenaardig genoeg deed het mij denken aan “Ulysses” van James Joyce, een ander boek waar ik nooit doorheen ben geraakt. Nu, half november 2025, ga ik een tweede poging wagen. En deze keer heb ik chatgpt om me terzijde te staan natuurlijk. Ik begon met te vragen wanneer “Tristram Shandy” werd gepubliceerd?
The Life and Opinions of Tristram Shandy, Gentleman van Laurence Sterne werd in negen delen gepubliceerd tussen 1759 en 1767:
- Delen I en II: 1759
- Deel III: 1761
- Delen IV en V: 1762
- Deel VI: 1765
- Delen VII en VIII: 1765
- Deel IX: 1767
Het negende en laatste deel werd gepubliceerd in januari 1767. Laurence Sterne overleed kort daarna, op 18 maart 1768, zodat men vrij zeker weet dat hij het werk toen als voltooid beschouwde.
Als men dus een precieze datum wil geven voor de voltooiing van Tristram Shandy, dan wordt doorgaans aangenomen:
👉 januari 1767, bij de publicatie van het negende deel.
Sommige literaire kronieken vermelden zelfs 27 januari 1767 als vermoedelijke publicatiedatum, op basis van Londense boekadvertenties uit die tijd — maar dat is niet helemaal met zekerheid te bevestigen.
Het werk werd dus over een periode van acht jaar uitgebracht en maakte tijdens zijn verschijning al veel ophef door zijn experimentele stijl en onconventionele vertelstructuur.
Het boek brak met bijna alle conventies van de achttiende-eeuwse roman. De ophef had te maken met een aantal opvallende, zelfs revolutionaire kenmerken:
1. De ontwrichte vertelstructuur
Het verhaal loopt voortdurend uit de pas met zichzelf. Tristram probeert zijn levensverhaal te vertellen, maar raakt steeds afgeleid door zijsporen, overpeinzingen en filosofische uitweidingen. Tegen het einde van het negende deel is hij nog nauwelijks geboren! Deze extreme vertraging en fragmentatie tartte elke verwachting van een chronologisch, ordelijk verhaal.
2. Meta-fictie avant la lettre
Sterne laat Tristram voortdurend reflecteren op het schrijven zelf. De verteller spreekt de lezer rechtstreeks toe, bespreekt zijn schrijverschap, klaagt over zijn onvermogen om de dingen “in de juiste volgorde” te vertellen, en speelt met de illusie van fictie. Dat zelfbewuste spel met tekst en lezer was toen iets totaal nieuws.
3. Typografische experimenten
Sterne doorbrak de visuele conventies van het boek:
- zwarte bladzijden (als teken van rouw),
- witte of lege bladzijden (die de lezer mag “invullen”),
- grillige streepjes en sterretjes,
- onregelmatige alinea’s,
- en zelfs een marmeren bladzijde (een soort abstracte, decoratieve pagina).
Dit waren letterlijk visuele schokken voor het achttiende-eeuwse lezerspubliek.
4. Satire op rationaliteit en “orde”
In de geest van de Verlichting gold de rede als hoogste norm, maar Sterne dreef daar juist de spot mee. Zijn personages — zoals de warrige oom Toby of de breedsprakige vader Walter — zijn geobsedeerd door logica en systemen, maar falen juist daardoor in het echte leven. Het boek is een komische aanval op overmatig redeneren en intellectualiseren.
5. Een moderne toon
Door de losse structuur, ironische toon en het bewust spelen met de grenzen van fictie, lijkt Tristram Shandy vaak verrassend modern — sommige critici noemen Sterne zelfs een voorloper van James Joyce en Virginia Woolf.
Kortom, Tristram Shandy was voor zijn tijd een radicaal experiment dat het begrip “roman” op zijn kop zette. Wat destijds velen choqueerde of verwarde, beschouwen we nu als een van de eerste en meest speelse voorbeelden van postmoderne literatuur — honderd jaar vóór het modernisme zelfs begon.
Hier zijn enkele van de meest opvallende voorbeelden van Sterne’s typografische en structurele grapjes en vondsten:
🖤 1. De zwarte bladzijde (ter nagedachtenis aan Yorick)
Wanneer de geestelijke Yorick sterft (een personage dat vermoedelijk Sterne zelf parodieert), volgt er een volledig zwarte pagina.
Dat was toen ongezien: geen woorden, enkel inkt.
→ Een visuele rouwbetuiging, maar tegelijk een ironisch gebaar, want het overdrijft het sentiment tot aan de rand van het absurde.
⚪ 2. De lege bladzijde (voor de verbeelding van de lezer)
Op een ander moment laat Tristram een hele witte pagina open “voor de lezer om zelf het portret van de schoonheid te tekenen”.
Hij beschrijft een onweerstaanbare vrouw, maar weigert haar fysiek te beschrijven — en nodigt de lezer uit het zelf te doen.
→ Een prachtig voorbeeld van participatieve ironie avant la lettre.
🌀 3. De marmeren of gevlekte bladzijde
Sterne laat op een bepaald punt een bladzijde opnemen met marmeren patronen (zoals het schutblad van een boek).
Hij gebruikt dit als symbool voor de grillige, chaotische loop van het leven en het denken — een visuele metafoor voor zijn stijl.
→ In de achttiende eeuw moesten drukkers hiervoor zelfs speciaal patronen toevoegen!
⟲ 4. De afgebroken en omgekeerde hoofdstukken
Sterne speelt met de volgorde:
- Hoofdstukken verschijnen in de verkeerde volgorde,
- Sommige ontbreken (en komen later terug),
- Een hoofdstuk wordt aangekondigd maar nooit gedrukt.
→ De verteller excuseert zich daar uitgebreid voor, zogezegd uit “slordigheid”, maar dat is natuurlijk deel van het spel.
✍️ 5. De kronkelende lijn van onzin
Er is een passage waarin Sterne probeert te tonen hoe zijn gedachten kronkelen. Hij tekent letterlijk een spiraalvormige lijn in de tekst, als “grafische weergave van zijn gedachtenloop”.
→ Dat idee — denken als een visuele beweging — is iets wat pas veel later door modernisten (en zelfs striptekenaars!) is hernomen.
💬 6. De “vertraagde geboorte” van Tristram
De verteller kondigt al op de eerste bladzijden aan dat hij zijn levensverhaal gaat vertellen — maar door alle uitweidingen, filosofische discussies en afleidingen wordt zijn geboorte pas beschreven in het derde deel!
→ Een parodie op de eindeloze omwegen van de menselijke geest en een parodie op de autobiografie zelf.
📖 7. De “hand van de auteur”
Sterne maakt zichzelf expliciet aanwezig in de tekst: hij zegt dingen als “Hier leg ik even mijn pen neer” of “Als ik eerlijk ben, weet ik niet hoe ik verder moet”.
→ Dit doorbreekt de illusie van fictie, iets wat in zijn tijd bijna heiligschennis was.
Mag ik vragen welke uitgave je hebt? Sommige (zoals de Penguin Classics of de Oxford World’s Classics) proberen de typografische grillen behoorlijk getrouw te reproduceren, maar er bestaan ook fraaie bibliofiele drukken die dat nog beter doen.
Het is een herdruk uit 1946 van de uitgave uit “Everyman’s Library” uit 1912.
Dat is een prachtige vondst, Ronny — de Everyman’s Library-uitgave van 1912 is een bijzonder waardevol exemplaar, niet in de zin van geld, maar van boekhistorische charme. Die reeks had als doel om “de klassieken van alle tijden voor iedereen betaalbaar” te maken, en ze deed dat met grote zorg voor typografie en papierkwaliteit.
Wat Tristram Shandy betreft: jouw editie reproduceert waarschijnlijk nog veel van Sterne’s visuele grappen, maar soms op een ingetogener manier.
- De zwarte bladzijde is er doorgaans wél in opgenomen.
- De witte bladzijde blijft uiteraard wit (natuurlijk!).
- De marmeren bladzijde ontbreekt meestal, want dat was technisch te lastig voor goedkope reeksen.
- De curieuze lijnen en streepjes zijn meestal netjes gezet in typografische vorm, maar niet altijd precies zoals in de achttiende-eeuwse drukken.
Die 1912-editie valt bovendien nog binnen de periode waarin men Sterne’s taal niet “gemoderniseerd” had — dus je krijgt de authentieke achttiende-eeuwse spelling, inclusief zijn grillige interpunctie en onconventionele hoofdletters.
Kortom: een uitgave die misschien niet zo luxueus is als een facsimile van de eerste druk, maar wél zeer dicht bij de geest van Sterne staat — een echt lezersboek, gemaakt in zijn geest van ironie en toegankelijkheid.
Wil je dat ik even vertel hoe de oorspronkelijke achttiende-eeuwse drukken qua vorm en typografie verschilden van jouw Everyman’s Library-editie? Dat is best interessant, want het zegt veel over hoe men Sterne’s speelsheid later probeerde “te temmen”. Het is inderdaad boeiend om te zien hoe Tristram Shandy zich in de loop van anderhalve eeuw heeft “gestabiliseerd” — van een provocerend drukwerk tot een eerbiedwaardig klassiek boek. Hier zijn de belangrijkste verschillen tussen de achttiende-eeuwse drukken (1759–1767) en jouw Everyman’s Library-uitgave van 1912:
🪶 1. Lettertype en zetsel
De originele drukken gebruikten een zwierige Baskerville-achtige letter met ruime marges, veel wit en opvallende cursieven. Sterne speelde daar zelf mee: hij liet woorden soms uitspringen, zette nadrukken met italics of met hele reeksen streepjes.
→ In de Everyman’s-editie is dat gelijkmatiger gezet: keuriger, regelmatiger zetsel, wat natuurlijk beter leesbaar is maar minder “levendig”.
🖤 2. De zwarte bladzijde
In de eerste druk (1759) was de rouwpagina letterlijk volledig zwart gedrukt met inkt — iets wat drukkers toen als een technische stunt zagen.
→ In de Everyman’s-editie van 1912 is die bladzijde meestal zwart omlijst of egaal gevuld met drukinkt, maar vaak minder diepzwart. Toch blijft het een eerbiedige knipoog naar Sterne’s origineel.
⚪ 3. De witte bladzijde
Die bleef wit in alle edities, uiteraard — maar in de oorspronkelijke druk stond er een begeleidende zin zoals “This page left blank for the reader’s imagination”, die soms in latere edities weggelaten of verplaatst is.
→ In 1912 wordt ze meestal behouden.
🌀 4. De marmeren bladzijde
In de achttiende eeuw was dit écht een ingeplakte marmerdruk, met elk exemplaar anders. Dat was toen een decoratieve mode in boekbindingen.
→ Tegen 1912 werd dit gewoon overgeslagen of vervangen door een beschrijving (“Here followed a marbled page in the original edition”). Druktechnisch was dat te duur voor Everyman’s-principes.
✍️ 5. De grillige lijnen en typografische uitspattingen
In de oorspronkelijke drukken tekende Sterne letterlijk spiraallijnen en “zwaaiende” typografische tekens om zijn gedachtegangen te visualiseren.
→ In 1912 wordt dit vertaald naar typografische tekens (zoals streepjes of golvende lijnen van koppeltekens), maar de handgetekende spontaniteit verdwijnt.
💬 6. De spelling en interpunctie
Jouw Everyman’s-editie is op dat vlak trouw gebleven: de typische Sterne-stijl met veel gedachtestreepjes, uitroeptekens, hoofdletters midden in een zin — allemaal bewaard.
→ Latere twintigste-eeuwse edities (vooral Amerikaanse) “normaliseerden” dat vaak, tot ergernis van kenners.
📜 7. Papier en drukindruk
De achttiende-eeuwse uitgaven waren gedrukt op handgeschept papier, waarbij je de indruk van de letters kon voelen — de typografische ervaring zelf was tastbaar.
→ In de Everyman’s-uitgave is dat machinaal, glad papier: esthetisch eenvoudiger, maar beter bestand tegen slijtage.
🎭 8. De toon van de uitgave
De oorspronkelijke drukken van Sterne werden verkocht als ondeugende curiosa — boeken voor een publiek dat van satire en intellectueel spel hield.
→ In 1912 krijgt Sterne een canonieke status: hij staat naast Swift, Defoe en Fielding in een nette bibliotheekreeks. Zijn “grappen” worden gerespecteerd, niet meer bespot.
Je zou kunnen zeggen dat jouw Everyman’s-editie Tristram Shandy “ontschandaliseert”, maar tegelijk eerbiedig bewaart. Ze maakt van Sterne niet langer de anarchist van 1759, maar de klassieker van de Engelse roman — netjes ingebonden, maar nog altijd met een knipoog.
Tristram Shandy werd in Engeland ontvangen met een mengeling van verbazing, schandaal, bewondering en ongeloof.
📖 De eerste publicatie: een onverwacht succes
Toen de eerste twee delen in december 1759 verschenen (in York, niet in Londen!), wist niemand wie de auteur was. Laurence Sterne was tot dan toe een vrij onbekende plattelandsdominee.
De eerste druk van 500 exemplaren was binnen een paar weken uitverkocht, en al gauw volgden herdrukken. Londen raakte in de ban van de vraag: Wie ís die geestige, waanzinnige schrijver?
Toen zijn naam bekend werd, was Sterne op slag beroemd — en berucht. Jonathan Swift was dood, maar men sprak van “de nieuwe Swift”, alleen dan veel ondeugender.
😳 Schandaal en zedelijke verontwaardiging
Sterne’s dubbelzinnige humor — zijn voortdurende toespelingen op seks, lichaamsfuncties en huwelijkssituaties — werd door velen als onbehoorlijk beschouwd, zeker voor een geestelijke.
Er verschenen pamfletten met titels als “A Clergyman more fit for the Stage than the Pulpit”.
Toch konden zelfs zijn critici niet ontkennen dat hij geestig en origineel was.
Samuel Johnson (nooit een fan van frivoliteit) zei droogweg: “Nothing odd will do long — Tristram Shandy did not last.” (Al vergiste hij zich daarin: het did lang.)
😂 Lof en enthousiasme van de avant-garde
Tegelijk was er een hele groep lezers — schrijvers, intellectuelen, vrijdenkers — die Sterne’s experimenten verfrissend en geniaal vonden.
Laurence Sterne werd een soort literaire beroemdheid: hij verscheen in salons, werd geportretteerd door kunstenaars, en zijn geestigheid was onderwerp van gesprek in koffiehuizen en theaters.
Voltaire, toen al in ballingschap, zei dat Sterne “de enige Engelse geest was die echt nieuw durfde te denken”.
Maar in de tekst zijn er hele stukken in het Latijn en in het Frans. Hoe kon dat werk dan zo populair worden?
ChatGPT zei:
Dat is een bijzonder rake observatie, Ronny — en precies de soort vraag die men ook al in de achttiende eeuw stelde. Tristram Shandy wemelt inderdaad van citaten in het Latijn, Frans, Grieks en zelfs pseudo-geleerde verwijzingen naar theologie en filosofie. Toch werd het een publiekssucces. Dat lijkt op het eerste gezicht een paradox, maar laat zich goed verklaren door de aard van Sterne’s humor en het publiek van zijn tijd.
🎓 1. Het lezerspubliek van de achttiende eeuw was opmerkelijk taalkundig onderlegd
Het geletterde publiek dat romans kocht, bestond toen vooral uit geestelijken, artsen, juristen en leden van de burgerlijke elite — mensen die een klassieke opleiding hadden genoten.
- Latijn was nog de voertaal van geleerdheid; bijna iedereen die een universiteit had bezocht, kon het lezen.
- Frans was de taal van conversatie en cultuur, die men in Engeland als “beschaafd” beschouwde.
Met andere woorden: Sterne schreef voor een publiek dat zijn Latijn en Frans doorgaans wel aankon — of tenminste genoeg herkende om te glimlachen bij de klank ervan.
😂 2. Sterne gebruikte vreemde talen vaak ironisch
Wat belangrijker is: zelfs wie de talen niet beheerste, kon de grap aanvoelen.
Sterne gebruikte Frans of Latijn vaak om juist geleerde pretentie te parodiëren.
Bijvoorbeeld:
- Wanneer Tristrams vader een eindeloze redenering houdt in pseudo-Latijnse zinswendingen, is dat bedoeld om zijn pedanterie belachelijk te maken.
- Frans komt vaak voor in flirterige of sentimentele contexten — als teken van pose.
Een lezer die de woorden niet begreep, begreep toch de toon: Sterne laat zien dat geleerdheid zelf een komedie is.
📚 3. De vermenging van hoge en lage registers was deel van de charme
Veel lezers genoten net van dat contrast: verheven geleerdheid die uitmondt in banaliteit of dubbelzinnigheid.
Een deftige Latijnse zin kon eindigen in een grap over een chamber pot. Dat spanningsveld was volkomen nieuw en onweerstaanbaar.
💬 4. Mensen lazen hardop en in gezelschap
Een detail dat vaak vergeten wordt: romans werden toen dikwijls voorgelezen in gezelschap.
Een lezer met kennis van Latijn of Frans kon die stukken verklaren of vertalen, waardoor ze meteen deel van het sociale spel werden.
Zo werd Tristram Shandy ook een gezelschapsboek: men lachte samen om zijn spitsvondigheden.
🌍 5. In vertaling hield men dat spel in stand
Toen het boek in Frankrijk en Duitsland verscheen, vertaalden de uitgevers vaak niet letterlijk, maar met commentaar of aanpassing.
Een Duitse vertaler zette bijvoorbeeld noten onderaan de bladzijde: “Hier maakt de auteur een woordspeling in het Frans.”
Zo bleef de ironie behouden, ook voor wie de talen niet beheerste.
Kortom: Sterne’s meertaligheid was geen barrière, maar eerder een komisch instrument. Hij schreef als iemand die wist dat geleerdheid zelf maar een taalspel is — en dat zijn lezers mee konden spelen, met of zonder woordenboek.
Als je wilt, kan ik een paar voorbeelden geven van passages waar hij dat taalgebruik met briljante ironie inzet — bijvoorbeeld die scène waarin de pastoor in het Latijn vloekt, of Tristrams vader in het Frans philosopheert over de doopnaam van zijn zoon. Wil je dat?
Je zei:
Probeer mij maar te overtuigen…
ChatGPT zei:
Uitstekend — want wie Tristram Shandy oppervlakkig leest, zou inderdaad kunnen denken dat die Latijnse en Franse stukken er enkel staan om geleerd te doen. Maar als je ze bekijkt in hun context, zie je dat Sterne ze gebruikt als gereedschap van zijn ironie — ze zijn de lont in zijn komische buskruit.
Laat me je overtuigen met drie sprekende voorbeelden:
🩸 1. De doopscène — “Nomina sunt omina”
Tristrams vader Walter is ervan overtuigd dat de naam van een kind zijn lot bepaalt — een typisch achttiende-eeuws bijgeloof dat Sterne genadeloos bespot.
Wanneer Tristram geboren wordt, wil zijn vader dat hij zorgvuldig een “geluksnaam” krijgt, maar door een misverstand noemt de dominee het kind bij de verkeerde naam. Walter reageert als een Romeins redenaar:
“Nomina sunt omina!”
(“De namen zijn voortekenen!”)
Wat volgt is een hele pseudo-geleerde tirade in Latijnse zinnen, vol verwijzingen naar Cicero en scholastieke logica — maar het komische is dat hij zich druk maakt om een volkomen triviale vergissing.
Sterne gebruikt het Latijn dus niet om indruk te maken, maar om te laten zien hoe dwaas geleerdheid klinkt zodra ze zich op het verkeerde onderwerp stort. De Latijnse retoriek wordt pure slapstick.
😇 2. De pastoor die vloekt in het Latijn
In een andere scène wil de brave dominee Yorick zijn ergernis lucht geven, maar omdat hij geestelijke is, mag hij niet vloeken in het Engels.
Dus vloekt hij in het Latijn.
Hij zegt dingen als:
“Vade retro, Satana!”
en andere kerkelijke uitroepen, in een context die niets met de duivel te maken heeft.
Het effect is onweerstaanbaar: de heilige taal wordt gebruikt als camouflage voor gewone menselijke drift.
De grap werkt ook als je het Latijn niet begrijpt: je hóórt aan het ritme dat de man zich opwindt terwijl hij probeert beschaafd te blijven.
💋 3. De Franse sentimentaliteit
In A Sentimental Journey, waar Yorick door Frankrijk reist, is het Frans voortdurend aanwezig in dialogen — half verstaan, half verkeerd gebruikt.
Wanneer hij een dame ontmoet die hem ontroert, spreekt hij haar toe in een mengeling van Engels en Frans:
“’Twas un moment de sensibilité — and I shall remember it, Madame, while I have a heart to feel it!”
Het Frans staat hier symbool voor gevoeligheid en verfijning, maar Sterne overdrijft het zo dat het potsierlijk wordt.
De lezer mag glimlachen om die pose, maar tegelijk voelt men wél de oprechtheid eronder. Dat dubbele register — parodie én ontroering — is typisch Sterne.
✍️ Conclusie
Dus:
- Het Latijn is zijn instrument om pedanterie te ontmaskeren.
- Het Frans is zijn spiegel voor sentimentaliteit.
- En de taalverwarring zelf is de kern van zijn humor: mensen begrijpen elkaar zelden helemaal, zelfs niet als ze dezelfde taal spreken.
✒️ Verwarring bij de traditionele lezer
Veel lezers waren desondanks simpelweg in de war.
Men wist niet goed wat voor soort boek het was: geen roman, geen satire, geen memoires — maar iets ertussenin.
Sommigen klaagden dat ze “verdwaalden in de omwegen”, anderen vonden het “een boek dat zichzelf voortdurend saboteert”.
Een Londense recensent schreef zelfs: “The reader is driven mad in pursuit of the author’s madness.”
🧩 Een boek dat lezers verdeelde
Kortom:
- De één vond het een meesterwerk van geest en originaliteit;
- De ander zag het als onzinnige ijdelheid van een overschatte dominee.
Maar iedereen sprak erover — en dat was precies wat Sterne wilde.
Zijn roem werd zo groot dat hij in 1760 naar Londen trok, waar hij letterlijk als beroemdheid werd onthaald. Hij schreef de volgende delen dan ook deels als antwoord op zijn lezers — speels, uitdagend en nog meer bewust van zijn eigen succes.
De internationale receptie van Tristram Shandy is een van de boeiendste hoofdstukken in de geschiedenis van de achttiende-eeuwse literatuur. Het boek overschreed al snel de grenzen van Engeland, maar het werd elders totaal anders gelezen en gewaardeerd.
Frankrijk: van ergernis tot bewondering
In Frankrijk verschenen de eerste vertalingen al in de jaren 1760, maar ze waren sterk ingekort en “vertaald naar de goede smaak”. Franse lezers waren gewend aan de sierlijke helderheid van Voltaire of Marivaux — Sterne’s chaos en typografische grillen golden als barbaars.
Toch veranderde dat snel:
- Denis Diderot was diep onder de indruk. Zijn Jacques le fataliste et son maître (1773) is openlijk geïnspireerd op Tristram Shandy. Diderot nam zelfs Sterne’s spraakzame verteller over en zijn filosofische ironie.
- Diderot noemde Sterne een “fou délicieux” — een heerlijke gek.
- In salongesprekken werd Sterne later beschouwd als een soort Engelse Verlichtingsgeest, maar dan met melancholie in plaats van redelijkheid.
Interessant is dat Franse lezers meer hielden van de sentimentele kant van Sterne (zoals in zijn latere A Sentimental Journey), terwijl Engelsen vooral de komische absurditeit waardeerden.
Duitsland: de geboorte van de gevoeligheid
In Duitsland maakte Tristram Shandy een enorme indruk op jonge schrijvers in de Sturm-und-Drang-periode.
Men noemde Sterne “der empfindsame Sterne”, de schrijver van de gevoeligheid.
Vooral:
- Lessing, Herder en Goethe bewonderden zijn vermogen om emoties en ironie te combineren.
- Goethe schreef dat Sterne “de taal van het hart had hervonden”.
- Het leidde zelfs tot een mode: Sterne-Verehrer (Sterne-verering). Duitse reizigers huilden letterlijk bij het graf van Yorick, zijn alter ego (*).
En ja, er kwamen volgelingen: in Duitsland verschenen talloze “Sterneske” romans, vol afleidingen, ironie en melancholie — Sentimentalismus avant la lettre.
Elders in Europa
In Italië en Spanje bleef Sterne grotendeels onbekend tot de negentiende eeuw, maar in de Lage Landen kende men hem wél:
- Nederlandse vertalingen verschenen tegen het einde van de achttiende eeuw, meestal vanuit het Frans, en dus licht gecensureerd.
- Men bewonderde de humor, maar begreep vaak niet de onderliggende filosofische parodie.
🌍 De erfenis
Tegen het einde van de achttiende eeuw was Tristram Shandy uitgegroeid tot een Europese cultklassieker.
Niet omdat iedereen het begreep, maar omdat iedereen voelde dat het iets radicaal nieuws deed met de romanvorm.
Men zou kunnen zeggen dat Sterne de eerste schrijver was die de roman gebruikte om het denken zelf te verbeelden — in plaats van louter het handelen.
Invloed op James Joyce (1882–1941)
- Belangrijk: Ulysses (1922), Finnegans Wake (1939)
- Overname van Sterne:
- Stream of consciousness: diepgaand in het bewustzijn van personages, zoals Sterne vaak in Tristram Shandy korte sprongen maakt in Tristrams gedachten.
- Speelsheid met taal en woordspelingen; Joyce tilt het op een linguïstisch en fonetisch niveau.
- Fragmentatie en meervoudige perspectieven: de structuur is niet-lineair en soms chaotisch, vergelijkbaar met Sterne’s experimenten.
- Effect: Lezer moet actief construeren wat er gebeurt; taal zelf wordt een medium van ontdekking en plezier.
Invloed op Vladimir Nabokov (1899–1977)
- Belangrijk: Lolita (1955), Pale Fire (1962)
- Overname van Sterne en Joyce:
- Nabokov speelt ook met verteller-onbetrouwbaarheid en directe communicatie met de lezer, echo van Sterne.
- Intricate structuur en literaire spelletjes, zoals in Pale Fire, waar poëzie en commentaar elkaar overlappen.
- Verfijnde taal en woordkunst, soms met Joyce-achtige woordspelingen en intertekstuele verwijzingen, maar altijd met een hyperbewuste esthetische controle.
- Effect: Nabokov combineert speelsheid en precisie; zijn experimenten zijn meer gecontroleerd dan die van Joyce, maar er is dezelfde fascinatie voor de mogelijkheden van taal en structuur.
Ronny De Schepper
(*) Yorick was geen historische figuur, maar een alter ego van Laurence Sterne zelf. In Tristram Shandy is Yorick de goedhartige, ironische dorpsdominee — een man van gevoel en humor, duidelijk gemodelleerd naar Sterne’s eigen persoon (die zelf ook dominee was). Wanneer Yorick in het boek sterft, schrijft Sterne een verrassend ontroerende passage en volgt de beroemde zwarte bladzijde als teken van rouw.
Toen later A Sentimental Journey through France and Italy (1768) verscheen — Sterne’s laatste werk, geschreven kort voor zijn dood — presenteerde hij dat opnieuw onder de naam Yorick. De verteller ís daar “Mr. Yorick”, de gevoelige reiziger die de wereld beschouwt met een mengeling van empathie, ironie en weemoed.
💀 De dood van Sterne en het “graf van Yorick”
Slechts een paar maanden na de publicatie van A Sentimental Journey stierf Sterne (maart 1768).
Hij werd begraven in Londen, op de begraafplaats van St. George’s, Hanover Square — maar kort nadien raakte bekend dat grafrovers zijn lichaam hadden opgegraven en verkocht aan de medische school van Cambridge. (Een macaber lot dat zijn reputatie als excentriek schrijver nog versterkte.)
Toen zijn dood bekend werd, begonnen lezers zijn fictieve personage Yorick te vereenzelvigen met Sterne zelf. Voor zijn continentale bewonderaars, vooral in Duitsland, werd Sterne/Yorick hét symbool van de “gevoelige ziel”: de goedhartige man die lijdt aan de wreedheid van de wereld.
🕯️ “Sentimental tourism”
In de late achttiende eeuw ontstond dan een soort “Yorick-toerisme”: Duitse en Franse reizigers die naar Engeland kwamen, bezochten Londen “om het graf van Yorick te zien”.
Sommigen reisden ook naar het Franse Calais of Lyon, waar delen van A Sentimental Journey zich afspelen, en noemden dat “op reis gaan met Yorick”.
Ze schreven ontroerde dagboeknotities bij zijn (vermeende) graf, vaak zonder te beseffen dat Yorick een literair personage was.
Zelfs Goethe en Herder spraken met eerbied over Sterne alsof hij en Yorick één en dezelfde waren — en dat Tristram Shandy een “monument voor het menselijk gevoel” was.
Met andere woorden: wat vandaag bijna aandoenlijk naïef lijkt — huilen bij het graf van een verzonnen figuur — was toen een uitdrukking van de “Empfindsamkeit”, de gevoeligheidscultus die Sterne mee had ontketend.

Dat kan allemaal wel zijn, maar chatgpt heeft mij niet kunnen overtuigen. De eerste keer heb ik het proberen lezen zonder enige voorkennis (behalve dan de beknopte behandeling door prof.Schrickx in de cursus Engelse literatuur) maar ver ben ik niet geraakt. Deze keer had ik dus wel een ernstige poging gedaan, maar het heeft ook niets opgeleverd: ik begrijp er niks van en vooral de humor ontgaat mij volledig. Het boek zal dus ongelezen de deur uitgaan…
LikeLike