Het is al tien jaar geleden dat de Engelse acteur Christopher Lee is overleden (foto Manfred Werner via Wikipedia).

Christopher Frank Carandini Lee werd geboren in BelgraviaWestminster, Londen, als zoon van luitenant-kolonel Geoffrey Trollope Lee van het 60e King’s Royal Rifle Corps en gravin Estelle Marie Carandini di Sarzano. Via zijn moeders kant zou Lee volgens eigen zeggen afstammen van Karel de Grote. Zijn ouders scheidden toen Lee zelf nog erg jong was, waarna hij samen met zijn zus door zijn moeder werd meegenomen naar Zwitserland. Daar ging hij studeren aan Miss Fisher’s Academy in Wengen.

Nadat zijn familie teruggekeerd was naar Londen ging Lee ook daar studeren aan een privéschool. Zijn moeder trouwde met Harcourt “Ingle” Rose, een bankier en stiefneef van Ian Fleming. Lee probeerde tevergeefs een studiebeurs te krijgen voor Eton College. In plaats daarvan ging hij daarom studeren aan het Wellington College in Berkshire.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog diende Lee naar eigen zeggen in de Royal Air Force en in de Britse geheime dienst. Hij zou in Zuid-Afrika een opleiding tot piloot gevolgd hebben, maar deze niet hebben afgemaakt vanwege zijn slechte gezichtsvermogen.

In 1946 kreeg Lee een contract voor zeven jaar bij de Rank Organisation, een Brits amusementsconglomeraat. Een jaar later maakte hij zijn filmdebuut in Terence Youngs Corridor of Mirrors.

In 1957 brak Christopher Lee door als filmacteur in de Hammer Film The Curse of Frankenstein, waarin hij de rol van het Monster van Frankenstein speelde en Peter Cushing de rol van Baron Frankenstein. Deze film was ook de eerste succesvolle Hammer Film.

Het jaar daarop maakte hij zijn debuut als Dracula in The Horror of Dracula, waarin Peter Cushing de rol van Van Helsing op zich nam. Deze rol maakte Lee definitief internationaal bekend als acteur. Christopher Lee zou nog zeker tien keer de vampier vertolken. Enige uitzondering was de film The Brides of Dracula. De reden waarom hij er uiteindelijk mee stopte de graaf te vertolken was dat de films steeds meer begonnen af te wijken van het oorspronkelijke personage dat werd gecreëerd door Bram Stoker. Ook speelde hij in 1959 de rol van de mummie in The Mummy.

Lee trouwde in 1961 met het Deense model Birgit “Gitte” Kroencke Lee. Samen zal het stel een dochter en twee kleinkinderen hebben. Lee is tevens de oom van de Britse actrice Harriet Walter.

In 1962 voegde hij een derde literaire held toe aan zijn repertoire: Sherlock Holmes. In Sherlock Holmes und das Halsband des Todes speelde hij de rol van de eigenzinnige detective voor de eerste keer in het Duits.

In 1965 speelde hij Fu Manchu in The Face of Fu Manchu. Net als Dracula en Sherlock Holmes zou hij ook deze rol meerdere malen vertolken.

In de jaren zeventig speelde Christopher Lee een grote verscheidenheid aan rollen, maar hij besloot afstand te doen van het horrorgenre dat hem beroemd had gemaakt. In 1970 speelde hij in Billy Wilders The Private Life of Sherlock Holmes, waarin hij evenwel niet Sherlock Holmes speelde maar diens broer Mycroft Holmes. In 1973 speelde hij een rolletje in The Three Musketeers als Rochefort, de rechterhand van kardinaal de Richelieu, gespeeld door Charlton Heston. In 1973 had hij een rol in The Wicker Man. Hierin zong hij ook een lied, want hij heeft zijn hele leven lang ook een zangcarrière gehad, zij het in de schaduw van zijn carrière als acteur.

Begin jaren zeventig was Christopher Lee een vaste gast in Hammer Horror, maar Lee wilde van dit imago afstappen en interessantere acteerrollen op zich nemen. Het idee voor  de film The Wicker Man ontstond in 1971 toen Lee scenarioschrijver Anthony Shaffer ontmoette en ze besloten samen te werken. Filmregisseur Robin Hardy en Shaffer hadden een reeks gesprekken en de twee besloten dat het maken van een horrorfilm die zich concentreerde op “oude religie” leuk zou zijn, in schril contrast met de Hammer-films die ze beiden als horrorfilmfans hadden gezien. Shaffer las de roman Ritual van David Pinner, waarin een vrome christelijke politieagent wordt opgeroepen om te onderzoeken wat de  
rituele moord op een jong meisje in een landelijk dorp lijkt te zijn, en besloot dat het goed zou dienen als bronmateriaal voor het project. Pinner schreef Ritual oorspronkelijk als een verfilming voor regisseur Michael Winner, die John Hurt in gedachten had als mogelijke ster. Winner wees het project uiteindelijk af, dus haalde Pinners agent hem over om Ritual in plaats daarvan als roman te schrijven.

Shaffer wilde dat de film “iets geletterder” zou zijn dan de gemiddelde horrorfilm. Hij wilde specifiek een film met een minimum aan geweld en bloederigheid. Hij was het zat om horrorfilms te zien die bijna volledig op ingewanden vertrouwden om eng te zijn. De focus van de film werd gekristalliseerd toen hij 
“eindelijk op het abstracte concept van offer stuitte.” Het beeld van de rieten man, waaraan de filmmakers hun titel ontleenden, was ontleend aan de beschrijving van de praktijk van mensenoffers door de Galliërs in Julius Caesars Commentaren op de Gallische Oorlog“Anderen hebben figuren van enorme omvang, waarvan ze de ledematen, gevormd uit wilgentakken, vullen met levende mannen, die, wanneer ze in brand worden gestoken, omkomen in de vlammen.” Een van hun andere belangrijke bronnen was  
The Golden Bough , een studie van mythologie en religie geschreven door de Schotse antropoloog  
James Frazer. Onderzoek naar de orale volkstraditie in Engeland en Schotland was grotendeels gebaseerd op het werk van Cecil Sharp, een “grondlegger” van de folk-revivalbeweging van het begin van de 20e eeuw.

De film werd geproduceerd in een tijd van crisis voor de Britse filmindustrie. De studio die verantwoordelijk was voor de productie, British Lion Films, verkeerde in financiële problemen en werd overgenomen door de rijke zakenman John Bentley. Om de vakbonden ervan te overtuigen dat hij het bedrijf niet van plan was te ontmantelen, moest Bentley snel een film in productie nemen. Dit betekende dat The Wicker Man, een film die zich afspeelt in de lente, begon met de opnames in oktober 1972; kunstmatige bladeren en bloesems moesten in veel scènes aan bomen worden geplakt. Tijdens een pauze in de opnames van de laatste scène rende een lid van de garderobe naar buiten om jassen te geven aan de drie hoofdrolspeelsters (Britt Ekland, Diane Cilento en Ingrid Pitt). Laatstgenoemde merkte dat de figuranten om hen heen geen bescherming kregen tegen het vrieskoude weer, en ze besloot, uit solidariteit, dat ze haar jas niet hoefde te dragen. De temperaturen waren zo koud tijdens de opnames dat de acteurs, om te voorkomen dat hun adem zichtbaar werd, tussen de opnames door op ijsblokjes moesten zuigen.

De productie werd met een klein budget gehouden. Christopher Lee was er enorm op gebrand om de film gemaakt te krijgen; hij en anderen werkten onbetaald aan de productie. Tijdens de opnames werd British Lion overgenomen door EMI Films. In het commentaar op de dvd staat dat studiomanagers een vrolijker einde van de film voorstelden, waarin een plotselinge regenbui de vlammen van de rieten man dooft en Howie’s leven (de onderzoekende politieagent) spaart, maar dit voorstel werd afgewezen. Hardy moest vervolgens ongeveer 20 minuten aan scènes op het vasteland, vroege onderzoeken en (tot Lee’s teleurstelling) een deel van Lord Summerisle’s eerste ontmoeting met Howie schrappen. In Groot-Brittannië werd de film ingekort tot ongeveer 87 minuten, met een aantal narratieve herstructureringen, en uitgebracht als de “B”-film  in een dubbelprogramma met Don’t Look Now (*). Volgens Lee hadden de bezuinigingen een negatieve invloed op de continuïteit van de film. 
Halverwege de jaren zeventig informeerde Hardy naar de film, in de hoop hem te kunnen herstellen naar zijn oorspronkelijke visie. Hardy herinnerde zich dat een kopie van de film, gemaakt vóór Deeley’s bezuinigingen, naar Roger Corman werd gestuurd, die de kopie, zo bleek, nog steeds in zijn bezit had. Het was mogelijk de enige bestaande print van Hardy’s originele versie. De Amerikaanse rechten waren door Warner Bros. verkocht aan een klein bedrijf genaamd Abraxas, geleid door filmliefhebber Stirling Smith en criticus John Alan Simon. Stirling stemde in met een Amerikaanse release van een reconstructie van Hardy. Hardy herstelde de verhaalstructuur, enkele erotische elementen die waren weggelaten (**), en een zeer kort fragment in het voorstellen van Howie op het vasteland (waarin hij het onderwerp was van roddels op zijn politiebureau, wat zijn devoot religiositeit bevestigde). Een gerestaureerde versie van 96 minuten werd uitgebracht in januari 1979, wederom met lovende kritieken. De Amerikaanse heruitgave was gepland voor november 1978, maar werd uitgesteld tot januari 1979 vanwege het beruchte bloedbad in Jonestown dat in diezelfde maand plaatsvond. Ironisch genoeg, net als de film, was het incident ook verbonden aan een sekte genaamd People’s Temple, geleid door hun charismatische leider en predikant Jim Jones. Jones stierf ook in de massale zelfmoord. In totaal kwamen er maar liefst 938 mensen om het leven bij het bloedbad, wat het hoogste aantal dodelijke slachtoffers onder Amerikaanse burgers bleef tot de aanslagen van 11 september 2001.

Christopher Lee beschouwde The Wicker Man als zijn beste film. Edward Woodward zei eveneens dat  
The Wicker Man een van zijn favoriete films was en dat het personage Howie de beste rol was die hij ooit speelde. In zijn BBC-documentaireserie A History of Horror uit 2010 noemde schrijver en acteur Mark Gatiss de film een ​​schoolvoorbeeld van een kortstondig subgenre dat hij “volkshorror” noemde, en hij rangschikte hem in dezelfde categorie als Witchfinder General uit 1968 en The Blood on Satan’s Claw uit 1971. Ook in 2010  plaatste The Guardian de film op nummer 4 in hun lijst met “25 beste horrorfilms aller tijden”. In de film Shallow Grave is het personage van Ewan McGregor te zien terwijl hij naar de laatste scène kijkt, wat het groeiende gevoel van onheil dat het personage ervaart, symboliseert. In 2000 bracht de Britse heavymetalband Iron Maiden een single uit genaamd “The Wicker Man” als eerbetoon aan de film. 

In 1974 speelde Christopher Lee Francisco Scaramanga, de man met het gouden pistool in de James Bondfilm The Man with the Golden Gun. In 1979 had hij een rol in Steven Spielbergs oorlogkomedie 1941 als Duitse officier.

In de jaren tachtig raakte hij minder op de voorgrond en speelde hij kleine rollen, voornamelijk in B-films en had hij gastrollen in televisieprogramma’s. Zo speelde hij een hoofdrol in de miniserie Goliath Awaits (1981). Ook had hij bijrollen in films als Gremlins 2 (1990) en Police Academy 7 (1994). Begin jaren negentig speelde hij weer Sherlock Holmes voor een miniserie van de BBC.

In 2001 maakte een nieuw publiek kennis met Christopher Lee toen Peter Jackson hem vroeg voor de rol van de kwaadaardige tovenaar Saruman in The Lord of the Ringstrilogie. Christopher Lee was toen al rond de tachtig. Lee was bekend met Tolkiens boeken en de enige van de filmcast die Tolkien zelf een keer had ontmoet. Eigenlijk was het al jaren zijn droom ooit de rol van Gandalf te spelen, maar Peter Jackson en zijn crew hadden Ian McKellen al bedacht voor deze rol en achtten Lee meer geschikt voor de rol van Saruman vanwege zijn ervaring met rollen als schurk. De rol in de filmtrilogie betekende een heropleving van Lee’s carrière. Ook George Lucas had belangstelling voor de boomlange acteur. Hij vroeg hem dan ook voor de rol van graaf Dooku in Star Wars-episodes II en III. In 2005 mocht hij ook de strenge vader van Willy Wonka spelen in “Charlie and the chocolate factory” van Tim Burton. De rol werd speciaal voor de film geschreven. Hij komt dus niet voor in het originele boek van Roald Dahl. De flashback over Willy Wonka’s kindertijd en zijn verplichting een enorme beugel te dragen, komt eveneens niet uit het originele boek. De beugel is een verwijzing naar de kindertijd van Tim Burton.

Lee werd in de laatste drie weken van zijn leven in het ziekenhuis behandeld voor ademhalingsproblemen en hartfalen, wat hem uiteindelijk fataal werd. Het publiek bekendmaken van het overlijden werd uitgesteld tot zijn vrouw de nabestaanden op de hoogte had gebracht. Het nieuws werd pas op 11 juni 2015 openbaar gemaakt.

Ronny De Schepper (op basis van Wikipedia en de Internet Movie Database)

(*) De twee films vertonen thematische overeenkomsten. Het opvallendste is dat in beide films de hoofdpersonen denken dat ze op zoek zijn naar een vermist kind.

(**) De originele film ging op dit vlak ook niet “tot aan het gaatje”. Een ritueel dansje door jonge naakte meisjes maakte overduidelijk gebruik van vleeskleurige maillots (zie hieronder).

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.