In de corona-tijden zat mijn digitale brievenbus voller dan gewoonlijk. Dat leek me een normale reactie. Soms werden ook vreemde kettingbrieven opgezet, zoals gedichten naar elkaar sturen. Daar was ik wel voor te vinden, maar het was toch een grote verrassing toen ik van Staf De Wilde een gedicht kreeg toegestuurd dat zowaar mezelf tot onderwerp had. Dat was de eerste maal dat mij die eer te beurt viel! Ik ben dan ook fier dat ik ook nog eens de toestemming kreeg om het op mijn blog af te drukken.


Zo mooi; indien corona dit bewerkstelligt zou je het bijna vergiffenis schenken, enfin toch maar niet..
LikeGeliked door 1 persoon
Op 2024 15 12 stuurde Staf mij het volgende gedicht:
Kannibaal en Keizer
na getuimel bij een overweg
(en hoeveel overwegen moet men over
om aan te komen bij zichzelf, bij een weinig vrede?):
een Kannibaal in bed en een Keizer
bij die legerstede
de rivaal werd amicaal, een wapenbroeder:
beide streden tegen zichzelf, benen die niet meer
wilden, longen leken het pompen verleerd
mens worden: men krijgt het alleen
door schade aangewend:
geen stekelbolster die van bij het begin
z’n eigen zachte pit herkent
weker wordt men als men van die groten hoort:
‘kameraden’ komt van een kamer delen,
een ziekenkamer, een rouwkamer op het laatst
en daarin dan de prenten, de gouden kaders
en het juichen van menigten nog steeds weerkaatst
LikeLike