Nadat ik “La Chartreuse de Parme” helaas heb moeten opgeven (*), is mij nu “Winesburg, Ohio” te beurt gevallen, het boekje waarmee de Amerikaanse auteur Sherwood Anderson is doorgebroken (foto: Sherwood Anderson op 29 november 1933, door Carl van Vechten, bestand beschikbaar in de Prints and Photographs Division van de Library of Congress).
Sherwood Anderson (1876-1941) werd geboren in Camden (Ohio) als een van de zeven kinderen van een dagloner. Hij genoot dan ook slechts beperkt onderwijs in zijn jeugd. Al vanaf zijn veertiende had hij diverse los-vaste baantjes, nam later deel aan de Spaans-Amerikaanse Oorlog in Cuba en werd vervolgens een tijdje directeur van een verffabriek in Elyria (Ohio). Vanaf 1912 legde hij zich toe op een literaire loopbaan.
Na een reeks gedichten, korte verhalen en novellen te hebben gepubliceerd verkreeg Anderson zijn eerste succes met de korte roman Winesburg, Ohio (1919). Feitelijk bestaat het boekje enkel uit een reeks schetsen over verschillende personages in een stadje in Ohio; een verhaal is er niet echt. Hoe dun het werkje dan ook mocht zijn, ik heb het niet uitgelezen, want er was niets dat me ertoe aanspoorde. Dan was b.v. “Tobacco Road” van Erskine Caldwell veel beter, om nog te zwijgen van “Life on the Mississippi” van Mark Twain, dat eveneens in dezelfde categorie thuishoort.
Een ander succesvol boek van Anderson is Dark Laughter (1925), een soort studie van de invloed van seksuele krachten op het gedrag van de mens en de funeste gevolgen van de seksuele puriteinse verdringing. Plaats van handeling is een ‘farm’ in Virginia.
Onderwijl bleef Anderson zijn leven lang met veel succes korte (vaak autobiografisch getinte) verhalen en krantenartikelen publiceren.
Het proza van Anderson gaat uit van de poëzie in de alledaagse taal en is gedeeltelijk afgeleid van de experimentele stijl van Gertrude Stein. Hij heeft grote invloed gehad op de latere Amerikaanse literatuur, met name op schrijvers als Ernest Hemingway (met zijn handelingsarme ‘short stories’) en William Faulkner (met zijn plattelandsliteratuur). Anderson, die ook geregeld naar Europa (Parijs) reisde, wordt wel gerekend tot de zogenaamde tussenoorlogse Lost Generation. Hij stierf in 1941 tijdens een bootreis naar Zuid-Amerika aan buikvliesontsteking, veroorzaakt door een ingeslikte cocktailprikker.
Ronny De Schepper (op basis van Wikipedia)
(*) Is mijn kennis van het Frans zo achteruit gegaan of is Stendhal altijd al een moeilijk auteur geweest? Ik herinner mij dat ik in mijn jeugd “Le Rouge et le Noir” heb gelezen, maar dan in het Nederlands (“Rood en Zwart”) want het kwam uit de boekenkast van mijn vader. Zelfs in het Nederlands snapte ik er niet veel van (de titel begrijp ik nog altijd niet), maar ik was allicht nog te jong. Dit gezegde zijnde, in die kast van mijn vader vond ik ook nog “De Kapellekensbaan” van Louis Paul Boon, “Afscheid van de wapenen” van Ernest Hemingway, “Kristin Lavransdochter” van Sigrid Undset en “Het geschonden geweten” van Graham Greene. Verbazend toch wel voor een man, die vooral Ernest Claes las. (Ik denk dan ook niet dat mijn vader zelf de genoemde boeken heeft gelezen, ik denk dat hij ze heeft gekocht op aangeven van commissaris Schilders die de lovenswaardige taak op zich had genomen om zijn manschappen “op te voeden”.)