Voor “De Voorpost” moest ik natuurlijk ook verslag uitbrengen over de Lokerse Feesten. Ik heb zelfs eens in een jury gezeten bij een talentenjacht in het kader van de Lokerse Feesten…
Zoals het nu stilaan een traditie begint te worden, had in het kader van de Lokerse Feesten weer een talentenjacht plaats, deze keer in zaal Concordia naast jeugdclub Den Hert. In tegenstelling tot vorige edities echter was zowel het aantal deelnemers als de publieke belangstelling tamelijk gering. Naar verluidt zou dit te wijten zijn aan een paar publicitaire blunders en het voortbestaan van deze jaarlijkse speurtocht zal er zeker niet door in het gedrang komen.
De « opening van de jacht » was voorzien rond 14.30 uur maar daar een aantal deelnemers niet kwamen opdagen, werd het uiteindelijk… 17.15 uur. Onnodig te zeggen dat het enthousiasme op een laag pitje stond.
Bovendien werd de rij geopend met Ielluuster, een groep die z’n naam alleszins geen eer aandeed. De verwachtingen stonden hoog gespannen toen zij zich lieten aankondigen als een groep die « zware kleinkunst bracht, à la Raymond Van Het Groenewoud, maar dan meer op rock-niveau ». Wie zou dat kunnen waarmaken? Niemand in Vlaanderen wellicht en zeker Ielluuster niet! Het publiek was dan ook erg rumoerig en zeer negatief ingesteld (dat zou zo de hele avond doorgaan — « punk » nietwaar?) en vooral het meisje (Doris Verberckmoes) scheen hiervan te lijden te hebben. De bassist gooide het dan maar op een lachje en de leider (Mark Schelfout uit Lokeren) trachtte te redden wat er te redden viel. En dat was niet veel, want dialectnummers als « Elvis Rock’n’Roll » en « Ik heb de deur op mijn smikkel gekregen » getuigden noch van de fijnzinnigheid die kleinkunst kenmerkt noch van het opzwepende van rockmuziek. De drummer was ongeveer veertien jaar. Tot volgend jaar dus?
Daarna (nadat de d.j. onze oren geen seconde rust gegund had) kwam Engine aan de beurt. Deze groep uit Sint-Niklaas en Sint-Gillis had z’n inspiratie allicht ook niet bij de Heilige Geest gezocht toen ze zich lieten aankondigen als « progressieve hard-rockgroep ». Hoe progressief ze wel waren, bleek uit hun openingsnummer, het twintig jaar oude « Good Golly Miss Molly » van Little Richard. Good Golly! dacht ik, maar gelukkig gooiden ze het roer om voor het tweede nummer, een eigen compositie met vele ritmewijzigingen, die zoals het een beginnende groep past, niet steeds tegelijk opgevangen werden. Ook de klankbalans stond zeer slecht afgesteld, zo overspeelde ritmegitarist Flip de leadgitaar Johan. Nog niet perfect dus, maar « dat belooft » was onze volgende gedachte. En inderdaad, vanaf het derde nummer waren ze « weg ». « Nirwana » deed ons achtereenvolgens aan Yvan Giulini, Ennio Morricone en Pink Floyd denken (merk de gradatie!). Omdat de andere muzikanten soms eens niet speelden, konden we eindelijk de orgelist (Jos) bewonderen. In “Like a hurricane” van Neil Young verraste Johan ons omdat zijn stem — ondanks zijn zeer jonge leeftijd — reeds in de richting van klagerige Neil zelf boog. Effectieve baspartij van Rudy en Franky; de drummer verloor in het vuur van de strijd een stick. De klap op de vuurpijl kwam dan met het zeer populaire « Psycho Killer » van Talking Heads dat wij in bad ook wel eens plegen te gillen (aiaiaiaiai!!!). Het spreekt vanzelf dat ze hiermee de punks in de zaal eindelijk op hun hand kregen. Engine kun je contacteren via technicus Pol Bohijn, Stationstraat 2 in Sint Gillis (031/70.50.09).
De derde groep, Splendid uit Eksaarde kon niet profiteren van de tijdelijk opgewekte sympathie van het publiek. Dit kwam voornamelijk omdat zij het niet over de gemakkelijke boeg gooiden. De zestienjarige saxofonist, Dirk De Schoenmaker, pakte uit met nummers als « Elephant Walk », « Yakety Sax » en « Tabu » en die zullen nu niet meteen in de smaak vallen van een « progressief » publiek (ondanks hun punk-image draaide men heel de tijd platen uit de « tijd van toen », Ten Years After, Joe Cocker e.d., heavy stuff dus dat wij tien jaar geleden reeds heel ten onrechte progressief noemden). Bovendien gebeurde alles zonder aankondiging, zodat wij juryleden het onder mekaar hebben moeten uitknobbelen welke nummers het juist waren. Dirk werd echter onvoldoende opgevangen door een povere begeleiding op bas en drums van de gebroeders Robijn. Een orgelist en/of gitarist zouden in deze groep zeker op hun plaats zijn. Contacten : Dirk De Schoenmaker, Rechtstraat 40, 9108 Eksaarde.
En dan kwam er een lange pauze, want de nieuwe Lokerse groep Goe Vauls en uit de Moate, die we veertien dagen geleden reeds in ons blad hebben voorgesteld, wilde niet optreden vóór 19.30 uur. En daar Rockin’Roberto om 20.00 uur zou beginnen werd het dan uiteindelijk nog 21.00 uur! De reden hiervoor zou liggen bij het feit dat « Goe vauls » slechts meedeed omdat er anders zeker te weinig groepen waren. En omdat ze dus « redders in nood » waren, meenden ze recht te hebben op zekere prerogatieven. En allicht dacht het publiek ook dat zij zeker de eerste prijs in de wacht zouden slepen.
Krankzinnige toestanden dus, net zoals op het podium waar men elkaar stond te verdringen. Wij zagen weinig verschil met de Glitter Galvanaise Rock’n’Roll band, winnaars van deze talentenjacht twee jaar geleden, en iemand anders beaamde dit, alleen voegde hij eraan. toe dat Goe Vauls toch niet het peil van Galvanaise haalde. De beruchte Arabella trad op als gastheer, nadat drummer Etienne Noppe geopend had met een drumsolo. Hij zou dit naderhand nog twee keer mogen doen. Noppe is zeker een goed drummer maar als een groep van tien man steeds op de drummer moet terugvallen, wijst dit toch op bloedarmoede. De groep werkt met drie zangers en een zangeres (animeermeisje) en iedereen was het erover eens dat de warboel die hiervan het gevolg is, eerder in hun nadeel uitvalt. Er zit wel een goede zanger bij met een stevige podium-présence (de man die met « Red Hot » toch even het vuur aan de lont stak), maar de rest moet eigenlijk opvangen wat de muzikanten zouden moeten doen, namelijk rocken, bewegen dus, en daar niet staan als geharnaste ridders (geldt voor alle groepen trouwens).
De pseudo-Debbie Harry (Blondie) in hun midden kon overigens met haar tamboerijntje de maat niet houden maar met de rest gelukkig wel en dat zal wel de bedoeling geweest zijn. Na een nummer over de werkloosheid (waarvan we geen ene moer gesnapt hebben), was het tijd om frustratie af te reageren (tegen het Sint-Lodewijkscollege). De rock-versie van « Vier Weverkes » kon er in die zin enigszins mee door.
Daarna toonde gitarist Karel Goddaer echter wat hij waard was in een rockbewerking van « Für Elise » (Rock over Beethoven). Zeer knap gitaarspel, maar de samenhorigheid was ook hier zoek bij de tempowisselingen. « Smoelenschuiver » De Vos mocht op z’n mondharmonica dan zijn « Happy Fox Rock » blazen, maar we hebben deze jongen al in beter dagen meegemaakt. Nog vermelden dat Philip Haentjens op de bas en Gilbert Dewilde op ritmegitaar gedegen werk afleverden.
En terwijl dan Rockin’ Roberto op zijn beurt tevergeefs trachtte de beentjes van de vloer te krijgen met zeer luide versies van « Something Else », « Rip it up », « Hound dog », « Jailhouse rock » e.a. rock-traditionals, moesten de juryleden beraadslagen. De jury stond zoals gewoonlijk onder het voorzitterschap van Willy De Fleurquin van de Lokerse jazz-club en bestond verder uit zijn vleugel-adjudant Werner De Mey, Gerard Vallee van de T-club, Patrick De Decker van Den Hert en Jan Segers van De Voorpost (wie, zeg je?). Na de geheime debatten (hm!) schoven de heren enigszins bedremmeld naar het podium. Eerst deed Herman Van Moerzeke, de voorzitter van het organisatiecomité van de Lokerse Feesten, nog een oproep opdat er wat meer mensen de handen uit de mouwen zouden steken. Daarna nam De Fleurquin kuchend en zwetend het woord, want de spanning, dames en heren, die – u raadt het al – was te snijden.
Eerst werden de prijswinnaars van De Voorpost bekend gemaakt: Dirk De Schoenmaeker (Splendid), Jos Nagy (Engine) en Karel Goddaer (Goe Vauls) kregen elk een abonnement opdat ze via ons blad zouden kunnen vernemen hoezeer wij hun vakmanschap op hun instrument op prijs hebben gesteld.
De prijs van de jeugdraad (2000 fr.) ging naar Goe Vauls en de prijs van de fonotheek naar Engine, zodat men ook nu weer geen stap dichter was: wie zou uiteindelijk het pleit winnen?
Willy De Fleurquin maakte dan tenslotte de “echte” uitslag bekend in omgekeerde volgorde. De mensen van Ielluuster die tot hiertoe nog niets in de wacht hadden gesleept, zullen wel al nattigheid gevoeld hebben en wellicht niet verrast geweest zijn toen zij hoorden dat hun de troostprijs van 500 fr. te beurt viel.
De derde prijs, dat lag ook voor de hand, ging naar Splendid: een optreden op de Lokerse Feesten dat gehonoreerd zal worden met 2000 fr.
Maar toen zou het komen. In tegenstelling tot wat men had verwacht, kwam er geen protest uit de zaal toen bekend werd dat Goe Vauls op eigen veld slechts de tweede prijs (optreden Lokerse Feesten, waarde 3000 fr.) had behaald.
In de hoek waar de Sint-Niklazenaars de hele avond reeds op de goede afloop hadden geklonken, ging uitbundig gejuich op, want het was dus vrij duidelijk dat Engine het pleit gewonnen had. Voor hen ligt er 5.000 fr. te wachten, af te halen na hun optreden op de Lokerse Feesten.
Referentie
Jan Segers, Engine wint Derde Talentenjacht in Lokeren, De Voorpost, 26 mei 1978