Vandaag is het al 25 jaar geleden dat de legendarische crooner Frank Sinatra is overleden.

Ik weet nog precies waar ik was toen ik zijn overlijden vernam. Ik werkte op dat moment namelijk bij de CSC en deelde een bureau met mijn vroegere collega van De Rode Vaan, Jan Mestdagh. En Jan was een onvoorstelbare fan van Sinatra. Hij zakte dan ook zowat in mekaar toen hij op een bepaald moment een telefoontje kreeg van zijn ex-vrouw (en nu opnieuw echtgenote) Marijke Teughels.
Net als Walter Boeykens was Jan één van de eersten om zich een kaartje aan te schaffen voor Frank Sinatra toen hij hier op 76-jarige leeftijd passeerde. In De Rode Vaan heeft Jan helaas nooit iets geschreven over zijn Grote Idool (hij bewaarde zijn geheim als één van zijn guilty pleasures) en ikzelf heb er mij uit ontzag ook nooit aan gewaagd. Er is wel een heel lange bijdrage (ik meen me zelfs te herinneren in twee delen) verschenen van de hand van niemand minder dan onze specialist economie, André Mommen.

Sinatra was vooral populair in het Verenigd Koninkrijk, waar hij later in zijn carrière geregeld concerten gaf in de prestigieuze Royal Albert Hall in Londen. Het was dan ook geen verrassing toen BBC Radio in 2001 aankondigde dat Sinatra was verkozen tot “Stem van de Eeuw”. Ongeveer 45.000 stemmen werden uitgebracht door het publiek, maar de BBC hield ook rekening met de meningen van zangers en muziekexperts. Sinatra zou waarschijnlijk blij zijn geweest als hij had gemerkt dat rock’n’rollkoning  
Elvis Presley ver achter hem op nummer twee in de poll stond. Ol’ Blue Eyes, zoals hij bekend werd, beschreef rockmuziek ooit als “de meest brutale, lelijke, gedegenereerde, wrede vorm van expressie die ik tot nu toe heb gehoord.”  (*) Anderen in de eclectische top tien waren onder meer Bing CrosbyJohn Lennon, Ella Fitzgerald en Freddie Mercury.

Sinatra had één ding gemeen met rocksterren zoals Elvis en The Beatles: ook hij werd belaagd door hordes schreeuwende, zwijmelende tienermeisjes. Dat was dan in de jaren veertig en ze stonden bekend als “Bobbysoxers”, zo genoemd vanwege hun enkelhoge witte sokken, en ze veroorzaakten chaos tijdens Sinatra’s liveoptredens.

Ondanks zijn succes als artiest en, in mindere mate, als filmster, zal Sinatra’s reputatie voor altijd bezoedeld blijven door zijn vermeende connecties met Amerikaanse gangsters. Er wordt gezegd dat  
John F. Kennedy’s flinterdunne overwinning in de presidentsverkiezingen van 1960 werd bewerkstelligd door zijn vader, Joseph, na een gesprek met Sinatra. Volgens een vermeende deal zou de zanger de menigte vragen hun congresleden aan te moedigen om op de jonge Democraat te stemmen.

Sinatra werd natuurlijk beroemd door zijn manier van doen – “My Way” – het nummer dat zijn herkenningsmelodie zou worden. Er wordt vaak gedacht dat de tekst van Paul Anka helemaal niks te maken heeft met de oorspronkelijke tekst van Claude François, maar dat is ten onrechte. Net zoals de tekst van Claude François over het aflopen van zijn relatie met France Gall ging, zo inspireerde Paul Anka zich op het stuklopen van de relatie tussen Frank Sinatra en Ava Gardner (hij was weliswaar tussendoor ook nog getrouwd met Mia Farrow, maar dit huwelijk duurde zo kort – zestien maanden – dat dit als het ware niet “meetelde”). Het probleem was dat Sinatra het nummer haatte. In een interview in 2000 onthulde Tina, een van Sinatra’s dochters: “Hij begon het nummer te haten. Hij vond het egoïstisch en zelfingenomen. Maar het bleef hangen en hij kreeg het gewoon niet van zijn schoen.”  Om het in de woorden van een ander Sinatra-nummer te zeggen: That’s Life.

Ronny De Schepper

(*) Maar hij was toch niet te beroerd om diezelfde Elvis Presley in zijn show te verwelkomen toen deze een come-back maakte na zijn legerdienst. Op voorstel van “kolonel” Parker zongen ze samen een medley van “Love me tender” en “Witchcraft”, waarbij Sinatra de hit van Elvis vertolkte en omgekeerd. Sinatra had er wel voor gezorgd dat het arrangement meer in zijn stijl lag dan in die van Elvis, zodat hij het best te voorschijn kwam uit deze battle. Anderzijds gilden de meisjes in de zaal veel meer toen Elvis inzette dan dit bij Frankie het geval was…

Een gedachte over “Frank Sinatra (1915-1998)

  1. Enkele aanvullingen over My Way:

    Jacques Revaux schreef het nummer in 1965 voor Michel Sardou die het afwees en twee jaar later neemt Claude François het op als Comme d’Habitude. Paul Anka hoorde het op de radio tijdens zijn verlof in Frankrijk en zocht nadien thuis de uitgever op die hij goed kende (Eddie Barclay) en vloog terug naar Frankrijk om te onderhandelen en kreeg uiteindelijk de aanpassingen-, opname- en publicatierechten op voorwaarde dat de componisten hun royaltyrechten behielden. Anka begon daarop te schrijven met Sinatra in gedachten en vroeg zich af hoe Frank het zou zeggen: “I ate it out and spit it out” maar zelf sprak ik zo niet zei hij en belde daarna Frank en zei: “ik heb iets speciaal voor jou”. Na één repititie werd het in één take opgenomen (Sinatra hield ook niet zo van veel takes) en het werd zijn “signature” song waarmee hij elk later optreden afsloot. Later nodigde Sinatra Anka uit en vroeg hem vriendelijk om de rechten te verkopen, nou ja Sinatra kennende, vriendelijk met dwingende blik, waarop Anka geen krimp gaf, even glimlachte en zonder spreken de kamer verliet.

    Maar voor Anka hoorde David Bowie de song en schreef er een eigen Engelse tekst bij die hij zijn uitgever aanbood maar geweigerd werd om uit te brengen. De demo heette: “Even a fool learns to love” en is te vinden op YouTube . Later schreef Bowie voor zijn Ziggy Stardust lp: “Life on Mars” met vrijwel dezelfde muziekakkoorden als Comme d’Habitude.

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.