Op zaterdag 26 maart 1988 startte er een nieuwe reeks programma’s op de BRT (zes afleveringen om mee te beginnen) die de naam « Johnnywood » meekreeg. Aangezien het ter vervanging van « Rigoletto » was, zou men de humoristische toer opgaan. Daarvoor werd dan Dré Steemans aangetrokken, een naam die u wellicht niet zoveel zegt, maar zijn alterego Felice Damiano des te meer, nemen we aan. Daarnaast wil het programma echter ook een kans geven aan « Jong Vlaams Talent », zoals dat dan heet, maar afgaande op de eerste aflevering (Bange Konijnen, David Davidse, Myriam Fuks, Kamagurka & Herr Seele en X-Ray) zullen Tony Servi en de zijnen alweer niet tevreden zijn… Aan producer Marc Maes vroegen we dan ook enige toelichting. Wie of wat is Johnnywood b.v. ?
Marc Maes: Met Johnnywood zet Dré Steemans een nieuw typetje neer, namelijk dat van ene Jean Dubois (Johnny Wood, heeft u ‘m?) die in de buurt van Leuven als marktkramer werd geboren, maar zich in zijn nieuwe bestaan opwerpt als promotor van jong artistiek talent. Johnnywood heeft op een of andere manier de hand weten te leggen op de mooie studio’s aan het Flageyplein. Hij heeft zijn naam in grote neonletters op het dak van het gebouw laten zetten, zoals trouwens ook te zien is op de Flagey-maquette die op zijn bureau prijkt. Johnnywood is een drukdoenerige kerel van het bazige type. Hij is niet altijd onverdeeld gelukkig met het jonge talent dat zich bij hem aandient, maar huldigt toch het principe dat iedereen recht heeft op een kans. Johnnywood wordt bijgestaan door zijn secretaresse Noëlle, vertolkt door een bruisende Katrien De Vos (zie foto).
— En rond dit personage heb je dus een programma opgebouwd waarin je « nieuw talent » wil voorstellen. Maar wat heet « nieuw talent » ?
Marc Maes: Met « nieuw » bedoelen we in de eerste plaats jonge artiesten die nog niet (of bijna niet) op het BRT-scherm te zien waren. Eigenlijk geven we ze dus een eerste Vlaamse televisiekans. Ook achter het scherm werken we met mensen die hun debuut voor de BRT maken, met « nieuwe » tekstschrijvers, zo b.v. Hugo Matthijsen en Arnold Wingnut, een Engelsman die nu bij ons woont, en die al veel gewerkt heeft voor de Britse omroepen, maar nog niet voor ons. De meeste artiesten, gevonden door mezelf, soms door Dré Steemans of door regisseur John Erbuer, zijn muzikale acts. De meesten zijn Vlamingen, maar we hebben al eens over de grenzen gekeken. Ze treden zogezegd op in de studio’s van Johnnywood, maar veel optredens zijn op locatie gefilmd, in een soort clipvorm.
— Wablief? Alweer een aaneenschakeling van clips ? Zeg dat het niet waar is!
Marc Maes: Het is niet waar. Het programma telt trouwens een aantal vaste onderdelen. Zo b.v. Johnnywoods eigen reportage, die steevast in een originele vormgeving wordt gebracht. Je zou het een rariteitenkabinet kunnen noemen, maar toch ook weer niet.
— Dat is duidelijk! Maar misschien zouden een paar voorbeelden onze geest nog verder kunnen verlichten…
Marc Maes: Welaan dan, omdat gij het zijt. Waar kunnen we b.v. beter een pak Presley-imitatoren laten optreden dan bij een mevrouw die van haar huis een waar Elvis-mausoleum heeft gemaakt? Of er is de fervente verzamelaar van alles wat met Kuifje te maken heeft. Of een meneer die prachtige miniatuurcircussen bouwt… De reportage is dus een combinatie van een ongewone locatie en verrassende nummers.
— Laten we dan de kapperszaak van Felice Damiano zeker niet vergeten!
Marc Maes: Nee, nee en nog eens nee. Met Felice Damiano wil Johnnywood niets, maar dan ook niets te maken hebben. Niente!
Dolce far!
Referentie
Jan Draad, Marc Maes aan het lijntje, De Rode Vaan nr.13 van 1988