Enkele dagen geleden was er de begrafenis van Temsenaar Jozef de Caluwé (96). Hij stierf drie dagen na zijn echtgenote. Jozef was eigenaar van de buitengewone verzameling «Van muziekdoos tot grammofoon», een collectie die uniek is in België en kan wedijveren op internationaal vlak. Zij omvat meer dan 150 exemplaren. Bij zijn overlijden schreef de ereburgemeester van Temse, Luc De Ryck, onderstaande brief naar de nabestaanden.
Beste Familie,
Met verslagenheid heb ik kennis genomen van het overlijden van uw dierbare ouders. Langs deze weg betuig ik mijn oprechte christelijke deelneming.
Ik zal steeds de beste herinneringen bewaren aan deze hartelijke en dynamische mensen, met wie ik in de loop der jaren op meerdere domeinen nauw heb samengewerkt en (h)echte vriendschapsbanden heb opgebouwd.
Ik leerde hen kennen in mijn journalistieke jaren, voor ik in de politiek ging – en het was dra duidelijk dat ik hier met een ongewoon echt paar en echtpaar te doen had.
Toen Temse in 1975 in Mannheim deelnam aan Spel zonder Grenzen, was Jef dé sleutelfiguur in de organisatie. Op zijn verzoek schreef ik de tekst voor Temses strijdlied.
Jef en Lea waren de draaischijf, het hart en de ziel van de Tennisclub. Namens de vereniging zetelde Jef van bij oprichting (1971) in de Sportraad, in 1972 werd hij beheerraadslid. Toen de functie van voorzitter in 1977 vrijkwam, was hij de voor de hand liggende opvolger, verkozen met eenparigheid van stemmen. In die hoedanigheid hebben wij vele gesprekken gevoerd, te meer ik intussen – als voorzitter van de Jong-CVP – op weg was naar een politieke carrière. Ook de overleving van de Tennisclub was de verdienste van Jef en Lea.
Ik leerde hen vooral ook nader kennen, toen Jef steeds meer opgang maakte met zijn verzameling muziekdozen, grammofoons e.a., een indrukwekkende collectie, die hem tot de belangrijkste privé-verzamelaar(s) in de wereld maakte. Hij was bovendien een kenner van een uitzonderlijk gehalte. Ik heb toen – 1977-1979 – meerdere avonden bij jullie thuis gekampeerd om zoveel mogelijk info te verzamelen rond het onderwerp, inclusief het kennismaken met de verzameling en haar curiosa. Ik heb er uitgebreide reportages over gemaakt, verschenen in de weekbladen De Voorpost (editie Waasland) en De Cirkel. Jefs collectie, zijn kennis en kunde werden in 1979 bekroond: de expo Van muziekdoos tot grammofoon werd – in opvolging van de legendarische Heirmanklok – de trekpleister in een nieuwe toonzaal in het Ex Libriscentrum in Sint-Niklaas.
In het zog van zijn tentoonstelling pakte Jef in 1990 uit met een origineel idee: de organisatie van een jukeboxconcert. Van 1990 tot 2000 hebben wij – Jef, gemeentebestuur en de Culturele Vereniging Spirit – jukeboxconcerten georganiseerd in de feestzaal van het gemeentehuis, op de vooravond van de Kaaifeesten. Zij behoren tot de absolute curiosa van het naoorlogse culturele leven in Temse, mede indachtig het hoogtepunt met Dave Berry als special guest. Binnenkort verschijnt een boek over 40 jaar Culturele Vereniging Spirit: daarin komen alle jukeboxconcerten aan bod, inclusief een eresaluut aan Jef.
In november 1977 richtte Désiré Van Riet het Carnavalcomité op. We waren beiden bij de stichting betrokken: ik als pr man, Jef als verantwoordelijke voor de stoet en de publiciteitskaravaan. Vanaf 1985 was hij ook verantwoordelijk voor de sponsoring, een functie van – letterlijk en figuurlijk – kapitaal belang: zij bepaalde in belangrijke mate het niveau en de omvang van het gebeuren. Als dusdanig was hij ook de grondlegger van het sponsoringssysteem bij gemeentelijke organisaties. Toen in 1992 de Orde van de Kaailopers werd opgericht, behoorde hij – met o.m. Désiré Van Riet, Hugo Smet en Dolf Peeters – tot de eerste lichting aan wie de medaille werd uitgereikt. De Orde wordt enkel toegekend aan personen met een uitzonderlijke verdienste voor carnaval.
Erg gehecht als Jef was aan Temse, interesseerde hij zich ook voor politiek. We hebben doorheen de jaren ontelbare opwindende gesprekken gevoerd, te meer hij een alerte getuige en belever was van het maatschappelijk gebeuren van in zijn jeugdjaren. Waar hij nooit over sprak, was dat hij tijdens WO II bij de Weerstand was, meer bepaald de Nationale Koninklijke Beweging. Pas met de verschijning van het boek over Philemon Hauman (2022) heeft hij daarover gesproken. Hij was de laatste overlevende weerstander van Temse.
Jef maakte zelf deel uit van de plaatselijke geschiedenis. Zijn grootvader (Velle), de laatste molenaar van Temse, was schepen van 1921 tot 1926. Zijn vader, leeftijds/klasgenoot en vriend van Priester Poppe, was directeur van de gemeenteschool. Langs moeders zijde stamde hij uit de vooraanstaande zakenfamilie Van De Vijver. Zelf was hij lid van de Katholieke Burgers- en Middenstandsjeugd, nadien pionier van het garagewezen en technisch expert, bovendien erg bedrijvig in het gemeenschapsleven. Jef wist en kende veel. Kende ook enorm veel mensen, hun achtergrond en voorgeschiedenis. En hij had mensenkennis. En hij kon vertellen. We deelden de passie voor onze gemeente en haar geschiedenis en hebben er ontelbare uren aan besteed.
Doorheen de jaren zijn vertrouwens- en vriendschapsbanden gegroeid, die niet te vertalen zijn in woorden. De attenties die Jef mij heeft geschonken bij bijzondere gelegenheden (b.v. verkiezing tot burgemeester) koester ik als relikwieën, mede om sentimentele redenen.
Bovenal zal ik mij de mens Jef De Caluwé herinneren: een bijzonder veelzijdig man, die zijn rijke gaven optimaal aanwendde voor zijn gezin, en die tegelijk zijn grote talenten ten dienste stelde van de gemeenschap. Hij was een hartelijk man, joviaal, pretentieloos, gevoelig, dynamisch, gezond ambitieus, behulpzaam…, met een oprechte bekommernis om mens en maatschappij, een waaier van kwaliteiten die hem tot een schoon mens maken.
Lea was de ideale echtgenote, begiftigd met gelijkaardige talenten. Zij hoorden bij elkaar als de wiek bij de vlam. In de schatkamer van hun leven waren de kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen de kroonjuwelen.
Ik besef maar al te goed, hoe weinig toereikend woorden zijn bij een gebeurtenis als deze, maar het weze u een grote troost te weten dat velen oprecht met u meeleven. Ik wens u sterkte in deze moeilijke dagen.
Van harte.
Luc en Jeannine De Ryck-Andries