Veertig jaar geleden waren er de Panther Paperbacks die niet enkel meer zwakke dichtbundels uitgaven maar ook minderwaardige verhalen. “Uit het leven van een gehandicapte jongen” van Albert Middendorp was alvast één langgerekte smartlap. Van het niveau der stationsromannetjes.
Het verhaaltje is zo simplistisch dat een kind het kan lezen. Maar van ons hoeft het niet want het is het grootste gekwijl dat we sinds jaren onder ogen hebben gehad. Ook de taal is ongeïnspireerd, zoutloos, boordevol cliché’s. Enkel aan de “informatieve” passages (een veel te groot woord eigenlijk voor uitweidingen op de meest ongelegen momenten over de werking van gehandicaptenbonden e.d.) kan je merken dat dit eigenlijk voor volwassenen is geschreven, want hierin komen woorden als “revalidatiecentrum” en zo voor. Je zou natuurlijk kunnen stellen dat het toch goed is dat de schrijver het opneemt voor de gehandicapten. Maar evenzeer kan je het ten hoogste verwerpelijk vinden dat hij deze problematiek uitbuit om er een goedkoop succesje mee te halen. Dit succes weze hem niet gegund !
(Jaren later viel hij Herman Brusselmans lastig met “Het Taboe Virus”, een boek over aids inderdaad. Herman maakt er terecht en op een schitterende manier brandhout van in De Morgen van 25/3/1988. Wat dan later werd opgenomen in zijn “Geschiedenis van de Wereldliteratuur”, p.8.)
Ronny De Schepper