Het is vandaag al 45 jaar geleden dat de Franse zanger Claude François is overleden. Over de manier waarop (in bad toen hij een lamp wilde herstellen) hebben heel lang ongepaste grappen de ronde gedaan en van de weeromstuit ben ik me wat gaan interesseren voor bepaalde complottheorieën die (wellicht uit reactie) begonnen te circuleren, maar de conclusie is helaas dat het inderdaad gewoon een stom ongeluk was (*).
Ik herinner me nog zeer goed waar ik was toen het bericht bekend raakte. Ik zat namelijk op een veredelde kermiskoers in Ichtegem, die daarna deel ging uitmaken van de Driedaagse van West-Vlaanderen en nu als de Johan Museeuw Classic door het leven gaat. Toevallig (omdat hun auto’s geparkeerd stonden in de buurt van die van ons) nam ik toen tal van foto’s van Franse renners samen met mijn oudste zoon Roddy (zoals op de bijgevoegde foto met Bernard Quilfen) en die renners waren allemaal zwaar onder de indruk. Ik ook moet ik zeggen, want ik was eigenaardig genoeg me pas heel recent voor Claude François gaan interesseren, ondanks het feit dat hij al actief was sedert 1961. Ik geef toe: dat had meer te maken met de schaarse kledij van The Clodettes dan met de muziek, maar het dient gezegd dat Claude François op dat moment toch wat gunstiger werd behandeld door de critici omdat hij ging samenwerken met Etienne Roda-Gil, vaste tekstschrijver van onder anderen Julien Clerc. Met name “Alexandrie, Alexandra” en “Magnolias for ever” vond en vind ik nog steeds van uitstekende kwaliteit. Volgens de overlevering zou Claude François gereageerd hebben met de woorden: “Ik begrijp er niets van. Dat zal dan wel poëzie zijn, zeker?”
Gisteren vierden we nog de verjaardag van mijn vriend Walter Schelfhout die in Egypte is overleden, welnu, Claude François is in Egypte geboren, omdat zijn vader als directeur op het Suezkanaal werkte. Zijn moeder was Italiaanse, net als de ouders van Dalida, die eveneens in Egypte werd geboren en het land is uitgevlucht tijdens de Suez-crisis. Ik herinner me een televisie-uitzending, waarin Claude en Dalida de Italiaanse hits uit die tijd (Piove, Come Prima…) erdoor jagen en dat is best wel leuk. De carrières van Claude en Dalida hebben trouwens lange tijd parallel gelopen tot en met de tragische afloop toe.
In 1962 breekt Claude François door met “Belles, belles, belles”, eigenlijk een nummer afkomstig van de elpee “A date with The Everly Brothers” uit 1960 dat echter twee jaar later een hitje werd voor Eddie Hodges (bij ons vooral bekend voor “I’m gonna knock on your door”) als “Girls, girls, girls (are made to love”, na de flop van zijn eerste single, “Nabout Twist” onder de naam Kôkô (en met Hugues Aufray in het koortje). Deze flop was er oorzaak van dat zijn vrouw Janet Woolacott er in maart 1962 vandoor ging met Gilbert Bécaud. Ook met hem heb ik Claude nog samen in een televisieshow gezien. Uiteraard was er ook dan geen enkel spoor van animositeit terug te vinden, professioneel als Claude was, maar dan wel op de scène. Achter de schermen daarentegen kon hij geregeld in woede-aanvallen uitbarsten.
Ik heb gezegd dat mijn belangstelling vooral was gewekt door “les Clodettes”, maar dat was dan omdat in die tijd hun kledij wat schaarser en vooral spitsvondiger werd, want eigenlijk traden “les Clodettes” reeds vanaf 1966 samen met hem op. Dat was een primeur voor Europa, een zanger begeleid door danseressen, maar Clo-Clo zoals hij toen al genoemd werd, had dat goed bekeken: de meisjes kwamen wel op zijn persoontje af, maar als hij ook nog hun vrijers kon binnenhalen, was het twee keer kassa. Bij de eerste Clodettes zat overigens Madly, de laatste vriendin van Jacques Brel.
Na een idylle van drie jaar met de toen nog piepjonge Eurovisiesongwinnares France Gall (**) ontmoet hij Isabelle Forêt die de moeder van zijn twee zonen zal worden (waarvan hij het bestaan van de tweede, Marc, echter zo lang mogelijk geheim zou houden, zoals blijkt uit de film “Cloclo” van Florent Emilio Siri in 2011, een film die overigens door beide zonen werd gefinancierd). Zijn carrière als zakenman start in 1967 met de oprichting van zijn eigen platenlabel “Disques Flèche”, waarop o.a. “onze” Liliane Saint-Pierre opnames mocht maken (al zal hij branden in de hel omdat hij haar die stomme naam heeft gegeven). Aan het zwembad van zijn Moulin te Dannemois en geïnspireerd door de liefdesbreuk met France Gall schrijft hij samen met Jacques Revaux en Gilles Thibaut een nummer: “Comme d’habitude”, denk maar aan de “quizvraag” in de film “Podium” uit 2004 met de Belgische acteur Benoît Poelvoorde (***). Het nummer verschijnt in november 1967 op plaat, de tweede plaat uitgegeven door de Disques Flèche. Op vakantie in Frankrijk hoort Paul Anka dit nummer en schrijft er een Engelstalige tekst op: “My Way”. Dit nummer zal de bekendste compositie van Claude François blijven en de wereld rond gaan. “My Way” is een klassieker en werd gezongen door zangers als Frank Sinatra en Elvis Presley. Er bestaan bijna 1500 versies van. Het is nog altijd het derde meest gespeelde nummer ter wereld. De bekendste Nederlandstalige versies zijn van onder anderen Will Tura en André Hazes, maar het is Raymond van het Groenewoud die de hoofdvogel afschiet, aangezien hij met zijn “Zoals gewoonlijk” teruggaat op het originele “Comme d’habitude”. Nu nog krijgt zijn muziekuitgeverij wekelijks een nieuwe aanvraag tot covering van dit nummer. Aan de zonen van Claude François alleen al brengt dit nummer jaarlijks 750.000 euro aan auteursrechten op. Wereldwijd wordt het elke minuut gespeeld (radio en tv, 7/7 en 24/24).
Van zijn lied “Parce que je t’aime mon enfant” scoorde Elvis Presley een hit met “My Boy”. Deze regelrechte tearjerker wordt in dat genre misschien enkel overtroffen door “Le téléphone pleure”, een nummer dat mij na tientallen, misschien wel honderden keren te hebben beluisterd nog altijd kan ontroeren. Het is uiteraard kitsch tot en met, maar dan wel edelkitsch. En het dient gezegd: ik heb ook een Italiaanse versie van dit nummer (van Domenico Modugno, geloof ik) en die doet me helemaal niets. En dan zwijg ik nog over “De telefoon huilt mee” van Silvy Melody & Danny Fabry! (****)
Ronny De Schepper
(*) Volgens A.C.H.M. Knooren is dit toch niet noodzakelijk zo. “Ik weet niet of toch de werkelijkheid omtrent CloClo’s overlijden anders is dan een stom ongeluk. Wanneer men zich op paparazzo-fotograaf Andanson concentreert komt men wellicht ergens anders uit. Andanson heeft meer op zijn geweten en heeft meer Franse politici én artiesten ‘bezocht’ vlak voor hun overlijden. En dat zijn geen ‘complot-theorieën’ maar feiten. Net zoals het feit dat Scotland Yard boven water gekregen heeft, dat Andanson ook de witte Fiat Uno gereden heeft in de Alma Tunnel inzake de moord op Prinses Diana. Hij was immers direct betrokken bij haar moord. Hij was geheime dienst agent en kwam ook zelf aan zijn einde door een in scene gezette ‘zelfmoord’. Cloclo had een enorm imperium opgezet en er was veel te verliezen… en er was nog al wat jaloezie. Zie b.v. ook Michael Jackson die er ingeluisd is door het systeem m.b.t. zogenaamde child-molest processen en de zgn. ‘overdosis’ door Murray. Michael zelf, zijn dochter en overige leden van de familie wisten, dat Michael onschuldig was en dat het systeem achter MJ’s ATV catalogus aan zat. (De overheid werkte al te graag mee om MJ weg te krijgen omdat ze niet gediend waren van Michael’s kritiek op het systeem.) Ook andere artiesten zijn om die reden om het leven gebracht. O.a. John Lennon en Jimi Hendrix. Het is goed op te merken dat 85 procent van alle zgn. hartinfarcten, zelfmoorden, ongelukken, overdoses etc. in werkelijkheid moordzaken zijn. Er is vaak zelfs direct bewijs of er zijn zelfs getuigen. Maar die worden de mond gesnoerd door hetzelfde systeem dat voor gerechtigheid zou moeten zorgen… Maar de wereld lijkt niet echt geïnteresseerd in de waarheid en slikt de officiële leugen maar. En dat is jammer. Bij CloClo en Dalida zou het best anders kunnen zijn dan aangenomen. Andanson zou best Dalida de laatste push gegeven kunnen hebben om haar zelfdoding door te zetten. Bij CloClo zou hij wel eens die peertjes los gedraaid kunnen hebben, in de wetenschap dat CloClo die lampjes – uit zijn drang naar perfectionisme – vast zou willen draaien… en Andanson zou wachten tot hij ten prooi viel… Andanson had belangen in de politiek én in de showbusiness en deed alles om te intimideren. Hij was ‘paparazzo’ fotograaf hetgeen hem een goed masker/alibi verschafte voor zijn eigenlijke werk: het zijn van geheim agent en ‘hit-man’ voor wie hem een ‘opdracht’ gaf. Dus…”
(**) Dat winnen van het Songfestival zat Claude François overigens wel dwars. Toen France Gall hem opbelde om hem haar overwinning te melden, zou hij het o.a. volgens de film “Cloclo” meteen hebben uitgemaakt. Dat zou dan de reden zijn waarom France Gall er zo belabberd bij liep toen ze haar prijs in ontvangst moest nemen. Dat is dan evenwel in tegenspraak met het schrijven van “Comme d’habitude”, wat op z’n minst pas een jaar later is gebeurd. Andere bronnen zeggen dan ook dat France er met betraande ogen bijliep omdat ze een oorveeg had gekregen van de gedoodverfde winnares Kathy Kirby, die op een tweede plaats strandde. Maar dat Claude François jaloers was, dat schijnt buiten kijf te staan. Alweer volgens “Cloclo” mocht ze ’s nachts zelfs niet binnen, zodat ze voor zijn deur “sur le paillasson” (vloermat) heeft geslapen…
(***) “Podium” van Yann Moix is een intelligente komedie uit 2004, met een schitterende Benoît Poelvoorde in de hoofdrol. Hij speelt ene Bernard Frédéric, een saaie bankbediende, die echter opleeft als hij in het weekend kan schitteren als tribute-act van Claude François.
(****) Op Wikipedia wordt ook nog “Hé Monique” van Frans & Monique vermeld als “Hollandse” versie, maar eigenlijk is dit een vertaling van “Hey Yvonne, warum weint die Mammi?” van Gunter Gabriel & Yvonne. Regelrecht plagiaat van “Le téléphone pleure”, dat wel, maar geen echte vertaling. (Met dank aan Danny Van Broeck)
Naast zijn officiële kinderen verwekte Claude kort voor zijn dood een kind bij een jong Belgisch meisje van amper 14. Het is een dochter die ze na de bevalling voor adoptie afstaat en die intussen een volwassen vrouw van 40 is. Ze heet Julie Bocquet en woont in Gent.
LikeGeliked door 1 persoon