Het is vandaag al vijf jaar geleden dat de Franse actrice Jeanne Moreau is overleden.

Jeanne Moreau werd in 1928 geboren in Parijs, Frankrijk. Haar vader was de eigenaar van een bar in de Montmartre, haar moeder een Britse danseres. Aan het Conservatoire de Paris volgde ze toneellessen, waarna ze in 1948 haar toneeldebuut maakte op het theaterfestival van Avignon. Hierna werd ze uitgenodigd om lid te worden van de zeer prestigieuze Comédie-Française. Ze was toen twintig jaar, de jongste persoon die vast lid werd van dit Franse theatergezelschap.
Zij maakte haar filmdebuut in 1948, in “Dernier Amour” van Jean Stelli. Moreau speelde vervolgens in verscheidene B-films. Filmmakers vonden haar niet fotogeniek genoeg om een groot filmster te worden, vermoedelijk vanwege haar weigering make-up te gebruiken. De Franse filmregisseur Louis Malle zag in haar daarentegen een groot talent en regisseerde haar grote doorbraak, de film Ascenseur pour l’échafaud uit 1957. Maurice Ronet vermoordt hierin zijn baas tevens de man van zijn minnares (Jeanne Moreau), maar hij komt in de lift vast te zitten. Door de bemiddeling van Boris Vian speelt Miles Davis op één nacht de legendarische soundtrack bijeen. Ondanks het feit dat Louis Malle niets met “la nouvelle vague” te maken wil hebben, wordt deze film toch tot de nouvelle vague gerekend, net als de volgende “Vie privée” met Brigitte Bardot in de hoofdrol. Beide hoofdrolvertolksters zijn samen later te zien in “Viva Maria”.
Het jaar daarop regisseerde Malle haar in het succesvolle, maar controversiële Les Amants, een sensuele film over een verveelde huisvrouw die een buitenechtelijke relatie aangaat met een vreemdeling. Onder andere vanwege een beruchte naaktscène kwam de film met moeite door de Amerikaanse censuur. “Les Amants” vormde in de Verenigde Staten immers de basis voor een bekende rechtszaak, waarbij een bioscoopeigenaar uit Ohio die “Les Amants” had vertoond werd gearresteerd en veroordeeld voor het bezitten van een obscene film. Hij ging herhaaldelijk in hoger beroep en de zaak kwam uiteindelijk in 1964 voor het Hooggerechtshof. De rechter besliste in het voordeel van de bioscoopeigenaar met de beroemde uitspraak over wat volgens hem pornografie is: “I know it when I see it, and the motion picture involved in this case is not that.”
In “Les amants” faket Jeanne Moreau zowaar het eerste vrouwelijke orgasme uit de filmgeschiedenis. Enfin, ’t is te zeggen, als actrice faket ze het (wellicht), maar op het scherm is het een zogezegd écht orgasme. Een vrouw die een orgasme krijgt. Daar hadden in die tijd vele mensen (inclusief vrouwen) nog nooit van gehoord!
Malle had Jeanne Moreau dus voor de rol aangetrokken, nadat hij haar had gelanceerd in “L’ascenseur pour l’échafaud” en na die film waren ze een relatie begonnen. “Les amants” is, volgens Moreau’s eigen woorden, dan ook “de vrucht van hun verhouding”. Maar dat hield meteen ook in dat de relatie afgelopen was samen met de film. Jeanne Moreau: “Ach, ik wist dat we na Les amants uit elkaar zouden gaan: die film was ons kind. Die bewuste scène was dan ook niet eens bedoeld om te provoceren. Ik zag daar niet meer in dan het bewijs van de hartstochtelijke liefde tussen mij en Louis Malle: ik heb die scène voor hem gedraaid. Maar hoe meer ik in de huid van het personage kroop, hoe minder er van onze persoonlijke relatie overbleef.”
foto

Dankzij deze twee films werd Jeanne Moreau beschouwd als een van de belangrijkste actrices van de Franse Nouvelle Vague. In 1961 was ze te zien in haar internationaal meest succesvolle film, Jules et Jim van François Truffaut (foto hierboven). Het verhaal speelt zich af in Parijs, enkele jaren voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Jim, een Fransman, gespeeld door Henri Serre (links op de foto) en Jules, een Oostenrijker, gespeeld door Oskar Werner (rechts) zijn twee hechte vrienden. Zij ontmoeten Catherine, een betoverende jonge vrouw (Jeanne Moreau) op wie ze allebei verliefd worden. Ten slotte trouwt Jules met Catherine. De vrienden worden van elkaar gescheiden door de oorlog. Na de oorlog gaat Jim Jules en Catherine opzoeken in Duitsland. Hij merkt dat Catherine niet meer houdt van Jules. Jim en Catherine worden verliefd op elkaar. Ze wordt Jims minnares en verlangt een kind van hem. Jules stemt in met een scheiding. Catherine verneemt na enige tijd dat Jim een (andere) minnares heeft. Met Truffaut maakte Moreau in 1968 een tweede film, La mariée était en noir. Ook met hem had Moreau trouwens een kortstondige relatie.
jeanne-moreau-1964

Tussendoor vertolkte Jean Moreau ook de hoofdrol in “Mata Hari“ (foto hierboven), de film van Jean-Louis Richard uit 1964. Maar wat voor een draak van een film is dat! En het ergste is nog dat de hoofdoorzaak ligt bij de scenarist en dat is dus niemand minder dan François Truffaut! Niet alleen wordt het verhaal hier verteld op de expliciete manier van een jeugdfilm (wie dus daarentegen expliciete seks zou verwachten, die pakt er natuurlijk nevens), waarbij soms de slapstick niet wordt geschuwd (twee soldaten aan het front die eenzelfde broek willen aantrekken), maar vooral is de rechtlijnige veroordeling van Mata Hari als spionne pur sang stuitend!
Gedurende de jaren zestig speelde ze in nog meer films van grote regisseurs, onder wie Michelangelo Antonioni (La Notte, 1961) en Luis Buñuel (Le Journal d’une femme de chambre, 1964). Hiervoor heeft Bunuel zoals gewoonlijk samen met Jean-Claude Carrière het scenario geschreven, maar deze keer is dit toch wel merkwaardig, want het slot werd nogal drastisch gewijzigd. Célestine trouwt immers niet met de fascistische knecht Joseph, maar met de al niet veel betere maar wel rijkere buurman, terwijl ze Joseph door middel van een vervalst bewijs uiteindelijk toch nog voor de moord op de kleine Claire tracht te laten inrekenen. Dat mislukt juist omdat het bewijs vervalst is. Joseph opent zijn café in Cherbourg dan maar met iemand anders.

Datzelfde jaar was ze ook nog te zien in “The train” van John Frankenheimer. Zij geeft daarin gestalte aan de typische stadslegende in Frankrijk dat zowat iedereen in het verzet zat. Op die manier is “‘Allo ‘Allo” méér dan louter een komische serie. Hierin wordt die algemene heldhaftigheid tenminste op de hak genomen.
Orson Welles nam met Jeanne Moreau “The Deep” op naar een roman van Charles Williams, maar deze film is verdwenen. Op één scène na was hij nochtans helemaal af. Jeanne Moreau wijst er terecht op dat Welles misschien wel een genie was, maar als mens ook vaak onuitstaanbaar. Grote Hollywoodprojecten wees ze vaak af ten gunste van Europese producties. Zo was ze te zien in Les Valseuses van Bertrand Blier (1974) en La Femme Nikita van Luc Besson (1990). Toch was ze ook in enkele Amerikaanse films te zien. In 1976 regisseerde ze haar eerste film Lumière, in 1979 gevolgd door L’Adolescente, dat onder de titel “In het Bloemendaalse bos” vakkundig wordt afgekraakt door Maarten Van Nieuwenborgh in De Standaard van 7 september 1979.
Daarna volgde “La vieille qui marchait dans la mer”, een film van Laurent Heynemann, die niet in de grote bioscopen terechtkwam, wat jammer was, want het was een gezellige en tegelijk ontroerende prent. Hier hebben we echter al niet meer te maken met een vrouw van middelbare leeftijd, maar met een oude vrouw, tout court. Echter een oude vrouw die nog steeds de grandeur van haar vroegere schoonheid met zich meedraagt. Een oude vrouw ook die nog altijd behoefte heeft aan seks. Meer zelfs, die wil dat de jonge gigolo die ze inhuurt (Luc Thuillier) haar eigenlijk meer zou begeren dan het jonge ding waarmee hij af en toe in bed duikt (Géraldine Danon). Een ongelijke strijd natuurlijk, maar die door auteur Frédéric Dard (op wiens boek de film is gebaseerd) een prachtige dimensie krijgt, als de jongeman weliswaar met tegenzin bij “la vieille” slaapt, maar wel van haar houdt. Dat is natuurlijk meegenomen, maar voor haar is het geen echte troost. Sleurt ze uit vroeger tijden immers niet nog steeds Michel Serrault met zich mee, die zijn jongere collega op een bepaald moment zelfs zal leren hoe men een jonge vrouw (Géraldine dus) moet “prepareren” op het liefdesspel? Ik zei het al: het was moeilijk om de film te gaan zien, maar zelfs al is het dan op televisie, mis hem niet, het is een prachtige mengeling van poëzie en harde realiteit. Als Moreau foto’s toont uit haar jeugd b.v. (en bij Jeanne zijn dat uiteraard échte foto’s van toen ze een jonge filmvedette was) of als ze zegt tegen Thuillier: “Jij bent degene die ik het liefst heb gezien” en hij antwoordt, hard maar waarheidsgetrouw: “Nee, ik ben de laatste, mevrouw.” Een onafwendbaar lot dat ons allemaal te wachten staat. Zelfs Pete Townshend van The Who, die ooit zong “I hope I die before I get old”, staat nu nog steeds als een half dove gitarist op de planken…
Daarna was Moreau nog te zien in “Cet amour‑là” van Josée Dayan en “The Will to Resist” van James Newton.
In 1992 ontving Jeanne Moreau in Venetië de Gouden Leeuw voor haar hele carrière en in 1997 de Lifetime Achievement Award van de Europese Filmacademie.
Jeanne Moreau bracht in 2003 voor de tweede keer op rij een bezoek aan het Filmfestival van Gent. In 2002 was de definitieve toezegging immers net iets te laat om nog een uitgebreide retrospectieve rond deze ‘grande dame’ van de Franse cinema in elkaar te boksen, maar in 2003 maakte het festival dat dubbel en dik goed. Jeanne Moreau kreeg in het kader van “het geheugen van de film” een uitgebreide retrospectieve met maar liefst tien films.
Dat Jeanne Moreau opnieuw naar Gent kwam, hadden we misschien wel te danken aan het Lam Gods. Net voor haar vertrek een jaar eerder wilde de Franse diva nog vlug het schilderij van de gebroeders van Eyck in de Sint‑Baafskathedraal zien en zo geschiedde. Moreau was zo onder de indruk van de plastische schoonheid van het schilderij dat ze bij thuiskomst prompt een brief naar het festival stuurde om haar bewondering ervoor uit te drukken. Het zegt veel over deze grootse dame die kan terugblikken op een rijk gevulde filmcarrière.
Moreau trad ook tweemaal op als voorzitter van de jury van het Filmfestival van Cannes, in 1975 en 1995. De tweede keer zong ze daarbij een duet met Vanessa Paradis (“Le tourbillon de la vie”, het liedje uit “Jules et Jim”).
Jeanne Moreau had een belangrijke positie in het Franse culturele leven en was bevriend met Jean Cocteau, Jean Genet, Henry Miller en Marguerite Duras. Ze was getrouwd met acteur Jean-Louis Richard (1949–1964), met wie ze een zoon had, en later met regisseur William Friedkin (1977–1979). Maar belangrijker waren haar verhoudingen met o.a. de Britse regisseur Tony Richardson (die zijn vrouw Vanessa Redgrave voor haar verliet), modeontwerper Pierre Cardin, schrijver Carlos Fuentes en jazzmusicus Miles Davis. Jeanne Moreau incarneerde perfect Franse vrouwelijkheid: intelligent, subtiel, intuïtief en onwaarschijnlijk sensueel. (Wikipedia)

P.S. Kan iemand me zeggen uit welke film onderstaande foto komt?

foto

Een gedachte over “Jeanne Moreau (1928-2017)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.