Het is vandaag al vijftien jaar geleden dat de Antwerpse schrijver Libera Carlier is overleden. (Carlier is weer zo iemand van wie op het internet geen foto is terug te vinden, behalve een soort van pasfotootje op een… Russische site!)
Zijn voornaam is overigens écht: zijn moeder noemde hem naar “Libera nos a malo” en niemand op de burgerlijke stand maakte problemen, zodus… Tijdens de oorlog gaat hij varen. Op artistiek vlak wou hij eigenlijk componist worden, maar toen niemand zijn “rapsodie” wou uitgeven, is hij maar schrijver geworden. Toch bleef hij af en toe nog wat jazz spelen op de piano.
Libera Carlier studeerde aan de Hogere Zeevaartschool te Antwerpen. Na een korte carrière als zeekapitein startte hij in 1949 als loods op de Schelde. Die job oefende hij uit tot aan zijn pensionering in 1986.
In 1957 debuteerde hij met De Zondagsslepers. Libera Carlier schreef over wat hij het beste kende: het water, de scheepvaart, de mensen in de haven. Met zijn debuut won hij de vijfjaarlijkse prijs van het Willemsfonds.
In 1959 won hij de Arkprijs van het Vrije Woord met Action Station Go!. Af en toe schreef hij ook weleens een reisverhaal: bijvoorbeeld Het Oosten is rood over zijn reis naar China midden de jaren zestig. Hij publiceerde ook jeugdromans en ontdekte algauw het scenarioschrijven. Libera Carlier bewerkte onder meer werken van Hendrik Conscience en Stijn Streuvels voor televisie. Voor zijn interpretatie van De blijde dag van Stijn Streuvels werd hij genomineerd voor een Emmy Award.
In de jaren zeventig begon hij zelf scenario’s te schrijven. In 1977 kwam zo Tussen wal en schip op de buis en vanaf 1988 Langs de kade, een reeks over de havenpolitie. Het verhaal van de televisiefilm “De kleine reder” (1988) heeft hij reeds in 1965 geschreven.
Libera Carlier woonde vanaf de jaren vijftig in Ekeren en werd er ook begraven. (Wikipedia)