Het is ondertussen al veertig jaar geleden dat de omstreden Russisch-Amerikaanse auteur en filosofe Ayn Rand is overleden.
Ze heette eigenlijk Alissa Zinovievna Rosenbaum en werd geboren op 2 februari 1905 te Sint-Petersburg. Haar ouders hadden een joodse achtergrond maar waren agnostisch. Alisa werd al op jonge leeftijd atheïst. Alisa ontwikkelde op jonge leeftijd een enorme interesse in boeken en films en begon al vroeg met schrijven. Haar jeugdhelden waren de schrijvers Sir Walter Scott, Alexandre Dumas, Victor Hugo en andere schrijvers uit de romantiek. Vanwege de Russische revolutie in 1917 vluchtte het gezin Rosenbaum naar de Krim, maar toen dat schiereiland in 1921 ook in handen van de Bolsjevieken viel, keerden ze toch maar weer terug naar St. Petersburg, waar Rand filosofie en geschiedenis ging studeren op de universiteit. Hier kwam ze in aanraking met de werken van Edmond Rostand en Friedrich Schiller, die ze geweldig vond vanwege hun grootse heroïsche stijl. Ook Friedrich Nietzsche bewonderde zij om zijn verheerlijking van het heroïsche en het onafhankelijke individu, maar ze verafschuwde het altruïsme in “Zo sprak Zaratustra”. In 1924 rondde zij haar opleiding af en begon met een studie toneelschrijven. Toen zij een visum kreeg om haar familie in de Verenigde Staten te bezoeken, keerde ze als virulente anticommuniste niet meer terug naar de Sovjetunie.
Na een paar maanden bij familie in Chicago verbleven te hebben vertrok ze richting Hollywood om daar scriptschrijfster te worden. In deze periode nam ze de naam Ayn Rand aan, gebaseerd op de manier waarop haar achternaam Rosenbaum in het Cyrillisch alfabet geschreven stond op haar diploma. De theorie dat ze haar naam ontleende aan de Remington Rand typemachine kan niet juist zijn, omdat ze de naam al gebruikte voordat dit apparaat op de markt kwam.
In Hollywood ontmoette ze Cecil B. DeMille en kreeg in 1927 een piepklein rolletje in “King of Kings”. Naast het kleine filmrolletje kreeg ze ook baantjes op bijvoorbeeld de kostuumafdeling van een filmstudio. Ze leerde acteur Frank O’Connor kennen, waarmee ze trouwde.
Haar succes als schrijfster begon langzaam. Ze verkocht haar eerste script, “Red Pawn”, in 1932 aan Universal, maar het is nooit verfilmd. In 1934 kwam ze met het toneelstuk “The Night of January 16th” dat Broadway haalde en in 1941 verfilmd werd.
Night of January 16th is inspired by the death of the “Match King”, Ivar Kreuger. First produced under a different name (Woman on Trial) in 1934, it takes place entirely in a court room and is centered on a murder trial. A movie loosely based on the play was released in 1941. Rand disagreed with a number of changes made by the Broadway producer, so in 1968 she re-edited the script for publication as the “definitive” version. One unusual feature of the play is that members of the audience are picked to take on the role of jury members each night. The play does not directly portray the events; instead the “jury” must rely on character testimony and vote on whether the “defendant” is guilty or not guilty. The play has different endings depending on the verdict. Rand’s inspiration for the play came primarily from two sources. One was seeing a performance of The Trial of Mary Dugan, a melodrama about a showgirl on trial for killing her wealthy lover. This play gave Rand the idea to write a drama about a trial, but one where the ending would not be fixed. The other source was news reports about the suicide of Ivar Kreuger, a Swedish businessman known as the “Match King” because of monopolies on match production he had negotiated with various governments. When his business empire became financially unstable, he shot himself amid accusations of shady and possibly illegal financial deals. From this incident Rand got the idea to make the victim a businessman of great ambition and dubious character, who could have been murdered for more than one reason.
Later zouden het script “You Came Along”, het op Chris Massies boek gebaseerde “Love Letters” en enkele van haar eigen boeken verfilmd worden.
In 1936 kwam Rand met het enigszins autobiografische “We The Living” en twee jaar later met “Anthem”. “We The Living” werd vanwege de felle anti-communistische toon met gemengde gevoelens ontvangen in de VS. De jaren van de grote depressie (ook wel ‘The Red Decade’ genoemd) waren bij het verschijnen van het boek op zijn hoogtepunt en er leefde een grote sympathie voor het socialisme onder de Amerikaanse bevolking. Voor “Anthem”, een boek waarin een futuristische maatschappij wordt beschreven en waar het collectivisme triomfeert, kon ze in de VS geen uitgever vinden en het werd uitgegeven in het Verenigd Koninkrijk.
Haar grote succes kwam met de bestseller “The Fountainhead” (in het Nederlands vertaald onder de titel “De Eeuwige Bron”) in 1943. Het boek was reeds door twaalf uitgevers afgewezen. Ze vonden het te intellectueel en niet aansluiten bij de mainstream. Nummer dertien (Bobbs-Merrill Company Publishing House) hapte echter wel toe. Het boek, wat volgens sommigen geïnspireerd is op Frank Lloyd Wright, zou een wereldwijd succes worden en zo’n 6 miljoen stuks verkopen. In 1949 werd het boek verfilmd met in de hoofdrol Gary Cooper. (*)
Nadien was ze uiteraard maar al te zeer bereid om voor de McCarthy-Commissie te komen getuigen. Haar getuigenis dat de documentaire “Song of Russia” propaganda was omdat er lachende Russen in voorkwamen, mag nu op onze lachspieren werken, maar niet alleen werd dit in die tijd zeer serieus genomen, onlangs werd haar getuigenis opnieuw uitgegeven door ene Dr. Robert Mayhew en op de site van Capitalism Magazine lovend besproken.
In 1957 verschijnt Atlas Shrugged (in het Nederlands vertaald als “Wereldschok” en “Atlas In Staking” en geïnspireerd op Nikola Tesla) ) dat insloeg als een bom en intellectueel Amerika op zijn kop zette. Uitspraken als “vraag niet wat je land voor jou kan doen, maar wat jij voor je land kunt doen” (van Kennedy) vergelijken met die van Hitler, kwam natuurlijk hard aan, zelfs voor de onnozelste Amerikaan. Als Russische immigrante werd haar dan uiteraard voor de voeten geworpen of zij dan al ooit iets had gedaan voor het land dat zich over haar had ontfermd. Daar wist ze maar al te goed een antwoord op: haar theorieën ondersteunen immers het meest meedogenloze kapitalisme dat men zich maar kan voorstellen. Niet voor niets werd ze begraven onder een metershoog dollarteken, het symbool voor haar filosofie.
Behalve romancier is zij ook grondlegger van het zogenaamde Objectivisme. Samen met Nathaniel Branden, zijn vrouw Barbara, en anderen, waaronder Alan Greenspan en Leonard Peikoff, richtte zij de Objectivistische Beweging op. Een betere benaming zou echter zijn: de Egoïstische Beweging, want de voornaamste slogan is “all help is futile”. Die slogan is o.m. te zien in een aflevering van “The Simpsons”, namelijk wanneer Marge Blanche speelt in de musicalversie van “A streetcar named desire”. Om te kunnen repeteren wordt Maggie naar het Ayn Rand Daycare Centre gebracht, waar prompt haar fopspeen in beslag wordt genomen. Op muziek van “The Great Escape” slagen Maggie en de andere peuters erin hun troost terug te veroveren.
Maar nog een beter voorbeeld van de egoïstische filosofie van Ayn Rand vinden we in de film “Dirty Dancing”, met name wanneer een jobstudent-kelner de danspartner van Patrick Swayze heeft bezwangerd. Lange tijd wordt Swayze ervan verdacht de “snoodaard” te zijn, maar op het einde verraadt de kerel zichzelf omdat hij – met het boek “The Fountainhead” in de hand – fier tegen de dokter zegt dat hij niet om “de lagere klasse” geeft, dat die zichzelf maar moeten redden.
En dezelfde filosofie, maar dan zonder expliciete referentie, vinden we terug in wat iedereen een “opwekkend popdeuntje” vindt, namelijk “In the summertime” van Mungo Jerry: “If her daddy’s rich, take her out for a meal. If her daddy’s poor, just do what you feel.”
In 1968 kwam er een breuk in de samenwerking tussen het echtpaar Branden en Rand. De oorzaak is uitgebreid te lezen en zien in het boek en de film “The Passion of Ayn Rand” met in de hoofdrol Helen Mirren.
Na haar breuk met de Brandens viel de beweging uiteen en gingen veel van haar vrienden hun eigen weg. Alleen Leonard Peikoff bleef met haar bevriend tot aan haar dood. Ze werkte gedurende de jaren 70 aan een script voor een TV serie van “Atlas Shrugged” en een nieuwe roman “To Lorne Dieterling”, maar heeft beide projecten nooit kunnen afronden.
Deze fascistische madam, die ook in haar privéleven enkel en alleen aan zichzelf dacht (zoals eerst haar echtgenoot en later haar 25 jaar jongere minnaar mochten ondervinden), stierf op 6 maart 1982 te New York, de stad waarop ze verliefd was. Ooit schreef ze: “The sky over New York and the will of man made visible. What other religion do we need? I feel that if a war came to threaten this, I would throw myself into space, over the city, and protect these buildings with my body.”
Zou ze dat gevoel ook gehad hebben bij de Twin Towers in Washington? Anders is het jammer dat ze niet meer leefde op 11 september 2001. Ik had haar anders graag die vliegtuigen zien tegenhouden…
Ronny De Schepper
(*) In 2004 werd de tv-serie “Ideal” uitgebracht dat eveneens gebaseerd is op “The Fountainhead”.
Ronny, fascisme? De referenties in het artikel slaan nergens op en u begrijpt werkelijk niets van haar werk. Hier nog een mooie quote van Atlas Shrugged:
“It is not advisable, James, to venture unsolicited opinions. You should spare yourself the embarrassing discovery of their exact value to your listener.”
LikeLike
Nochtans ben ik blij te vernemen dat Jef Turf er zo ook over denkt (cfr. zijn Memoires p.205). Bovendien zijn een pseudoniem en een no reply-adres géén goede argumenten. Maar u blijft beschaafd en dat kan ik altijd appreciëren.
LikeLike