Morgen zal het al 185 jaar geleden zijn dat de Duitse schrijver Georg Büchner is gestorven op amper 23-jarige leeftijd. Hij is vooral gekend met toneelstukken als “Woyzeck” en “Danton’s Tod”, die ook hier in Gent meermaals werden opgevoerd. Hieronder vindt u een bespreking van “Woyzeck” in Arca en hier kunt u klikken voor “Danton’s dood” in het NTG.
Er is natuurlijk niets méér geschikt om mee te experimenteren dan een tekst van een auteur die slechts in stukken en brokken tot ons is gekomen. De tekst dan. Alhoewel. Ook Georg Büchner zal nu wel reeds uit stukken en brokken bestaan want de man stierf in 1837 (aan tyfus) en dat op amper 23-jarige leeftijd. Hij was op dat moment aan het werken aan een stuk dat later zal bekend worden onder de naam « Woyzeck ».
Zoals gezegd is het Büchner zelf niet vergund geweest zijn werk in een definitieve vorm te gieten. Anderen deden dat dan maar voor hem (voor het eerst in 1913) en als we de kenners mogen geloven is de versie die het Arcatheater uit Gent (i.s.m. STIK uit Rotterdam en De Voorziening uit Groningen in het kader van het Holland Festival) ons voorzet één van de knapste tot nu toe. En om die uitspraak nog wat meer reliëf te geven, kunnen we er nog aan toevoegen dat o.m. ook Werner Herzog zich over het stuk heeft gebogen. Zodus!
Het verhaal van de arme soldaat Woyzeck is simpel, banaal bijna. Terwijl hij door z’n oversten wordt misbruikt, draait ook z’n lief Marie (bij wie hij een kind heeft) hem een loer met een mooie bink. Woyzeck vecht voor z’n eer, verliest (natuurlijk) en vermoordt dan maar Marie.
Op zich de eenvoud zelve. De aantrekkingskracht van het stuk ligt dan ook dieper. De zin van het bestaan. Macht en rijkdom. Armoede en moraal (of beter : immoraliteit). De haarfijne grens tussen geluk en ongeluk (met Marie vermoordt Woyzeck ook het enige geluk dat hij nog had).
« Büchner hanteert taal die tot op het naakte bot is afgekloven naast taal van apocalyptische overdaad », zo lezen we in het programmaboekje, « van het hoge tempo en staccatoritme dat hij daarmee heeft bereikt hebben wij dankbaar gebruik gemaakt ». Precies. Büchners gestileerde taalgebruik contrasteerde reeds sterk met de realistische situaties en bij het meer naar ons toebrengen hiervan (wat ons geen zier verwonderde) wordt dit effect nog verhoogd. Alle lof dus voor dit aspect van de regie en vooral ook voor de acteursprestaties die het in praktijk moeten omzetten.
Met de andere, meest opvallende conceptie hebben we het moeilijker. Het publiek wordt namelijk verzocht de actie te volgen op diverse plaatsen (o.a. buiten; praktische opmerking : wat als het regent ?). De bedoeling is duidelijk : de toeschouwer nauwer bij de problematiek betrekken, die is immers net zo goed op hem als op Woyzeck toepasselijk. En dit lukt prima voorzover je soms bijna overhoop gereden wordt door een moto of een blikje bier over je heen krijgt. Anderzijds is het wel telkens een gehos van hier naar ginder en als je niet met de ellebogen kan werken, dan kan het best lukken dat je van het hele stuk geen ene moer te zien krijgt (maar ook dàt kan de bedoeling zijn natuurlijk…). Kortom, langs de ene kant heb je de indruk dat dit pure effectzoekerij is, maar van de andere kant moet je vaststellen dat sommige scènes juist door die aanpak een aparte dimensie krijgen (de moord op Marie; de slotscène door het parallelisme met de openingscène enz.).
Meer dan vijf jaar later werd het stuk ook in KNS-Antwerpen gebracht en ook Piet Loose vond het “Op zich een vrij simpel verhaal, dat echter in de handen van regisseur Daniël Benoin niet als dusdanig kan worden afgedaan, omdat wat we zien niet altijd datgene is wat we dénken te zien. In dit prachtige werkstuk van Benoin zien we een uitstekende Hubert Damen als een hulpeloze en door twijfels verscheurde Woyzeck in de gevangenis na de moord op Marie. In zijn hoofd zien we dan als een soort flashback zijn hele leven zich afspelen in een chaotische wereld die eruit ziet als een dolle kermis (subliem decor van Jean-Marie Poumeyrol). En al dient opgemerkt dat er wel eens een verwarrend beeld ontstaat, mede doordat de verstaanbaarheid van de tekst (in een vertaling van Hugo Claus) vaak te wensen overlaat, toch blijft deze « Woyzeck » sterk overeind met een bezetting van bijna dertig acteurs en actrices, waarbij er niet eentje overbodig door het decor huppelt. Een aanrader die men nog tot 16 oktober kan gaan bekijken.”
Referentie
Ronny De Schepper, Woyzeck in Arca, De Rode Vaan nr.35 van 1982
Piet Loose, Woyzeck in KNS, De Rode Vaan nr.40 van 1988