Het is alweer tien jaar geleden dat de Neerlandicus Paul van Aken op 62-jarige leeftijd is overleden. Paul was zoon van de Vlaamse auteur Piet van Aken (1920-1984) en de appel viel niet ver van de boom: ook Paul was schrijver, zij het vooral essayist, literair recensent en criticus. Van Aken publiceerde talloze artikelen in literaire tijdschriften als Ons Erfdeel en Septentrion, alsmede in humanistische bladen als De Vrijzinnige Lezer en Het Vrije Woord en in maçonnieke bladen als Thoth. Hij schreef trouwens ook een “Kritiek van de Maçonnieke Rede” (2003). Beroepshalve gaf hij lessen Nederlandse taal en literatuur in het middelbaar onderwijs.

In het kader van het Literair Project van Manteau schreef Paul Van Aken in 1978 een overzicht van de Nederlandse literatuur dat hij de titel meegaf « Letterwijs, letterwijzer ».
Het samenstellen van dit soort overzichten is zo een hachelijke zaak dat de daders keer op keer hun opus laten voorafgaan door een woord vooraf, waarin alle mogelijke en onmogelijke bezwaren op voorhand worden opgevangen. En waar sta je dan als recensent ? Toch enige opmerkingen die overigens i.v.m. àlle handboeken zouden kunnen geformuleerd worden.
« Letterwijs, letterwijzer » is geen literatuurgeschiedenis, maar een overzicht, aldus de inleiding. De beperktheid van dit soort overzichten maakt dat de literatuur onvermijdelijk wordt geïsoleerd van de sociale, politieke, algemeen-culturele contekst waarin zij zich heeft ontwikkeld.
Overzichten streven naar volledigheid maar slagen daar natuurlijk nooit in. Vooral over het al dan niet opnemen van hedendaagse figuren kun je eindeloos discussiëren. Het ontbreken van een figuur als Stefaan Van den Bremt is echter een ernstige fout, omdat hier een auteur werd genegeerd die via zijn poëzie en zijn essays nadenkt over de verhouding literatuur – maatschappij – arbeidersstrijd, waardoor hij een witte raaf is in ons letterlievend wereldje van middenstanders en zoetwater-estheten.
Ach, we weten het : er is geen koe zo bont of er zit een vlekje aan. Maar toch ergeren wij ons steeds weer: dat het boek bij Manteau verschenen is b.v. blijkt maar al te duidelijk uit de keuze van het fotomateriaal. Een volle pagina Jef Geeraerts, een volle pagina Jotie ‘t Hooft (een veelbelovend dichter, niets minder maar ook niets meer). En dan zwijgen we nog over de (weliswaar fraaie) borst-met-zuigeling van Patricia Lasoen, een dichteres die zich nu al sinds jaar en dag geroepen voelt om ons te overvallen met de spruitjeslucht die uit haar stolpje in het Brugse achterland opstijgt. Kom nou !
Het streven naar volledigheid heeft ook voor gevolg dat belangrijke auteurs te weinig en mindere goden te veel ruimte krijgen. Ook dit is inherent aan het opzet. Subjectiviteit is hierbij natuurlijk niet uit te sluiten, maar dat is o.i. een positieve uitdaging van de intelligente lezer om daar zijn/haar mening tegenover te plaatsen.
De schrijver stelde zich tot doel dat het boek ook buiten het klasverband vlot leesbaar zou zijn en daarin is hij uitstekend geslaagd. Jammer genoeg gaat dat ten nadele van de hanteerbaarheid door de leerlingen zelf, want net zoals in de « gewone » geschiedschrijving is in de literaire historiografie boeiend zijn vaak het antoniem van overzichtelijk zijn.
Het schrijven van handboeken is echter zo’n ondankbaar werk dat de eerlijke durvers die niet op laag geldelijk gewin uit zijn, een eremerk zouden moeten krijgen. Dit geldt zeker voor Van Aken.
En geef hem er dan meteen maar twee want naast Hugo Raes en Paul de Wispelaere heeft hij ook de hand in de laatste bloemlezing (deel zes, voor de hoogste klassen van de middelbare school) van de reeks « Wereld in teksten ». Een uitgave die zich tot doel stelt « een zo breed mogelijke waaier van teksten aan te bieden, en daarbinnen de nodige aandacht aan maatschappij-kritische en vooruitstrevende auteurs te besteden » kunnen wij niet anders dan aanmoedigen, vooral wanneer voor dit laatste als motivatie wordt opgegeven : « Laatstgenoemden worden maar al te vaak voor “moeilijk” versleten, maar als de jonge mensen niet op school leren lezen, waar dan wel ? ».
Ook bij de « traditionele » auteurs trachten zij juist dit « traditionalisme » te doorbreken door de nadruk vooral te leggen op de problematiek van seksualiteit en huwelijk, toch wel een thema dat onze achttienjarigen zal aanspreken !
Verder schreef Van Aken ook diverse handleidingen voor leraars Nederlands over specifieke auteurs en/of werken. Zo b.v. over Van de Woestijne, Claus, De Wispelaere, Lampo en over “Lucifer” van Joost van den Vondel.

Referenties
Jan Mestdagh, We waren letterwijs, we werden letterwijzer, De Rode Vaan nr.40 van 1979
Paul Van Aken, Letterwijs, letterwijzer, Manteau, 248 blz.
Hugo Raes, Paul de Wispelaere en Paul Van Aken, Wereld in teksten 6, Manteau, 367 blz.

3 gedachtes over “Paul Van Aken (1949-2011)

  1. Dear Ronny,

    Een goed en genuanceerd, eerlijk artikel.

    ’t Moet een inspirerende leraar zijn geweest. Mijn medestudent Roger Vandenborre, nu (hoofd?)inspecteur Nederlands, en/of Engels, sprak vaak over hem, met affectie. Wat Aloïs Gerlo de intellectuele Eros noemde, nietwaar.

    Dankzij hen/hem heb ik “The Third Policeman” van Flann O’Brien leren kennen. Sinds 1973 nog steeds mijn favoriete roman.

    Is ook vertaald door de miskende Bob Den Uyl. Nederlandse versie nu onvindbaar. Maar ik bezit er een: enfin, het was een cadeau voor mijn toekomstige echtgenote.

    Ze vond het ook goed en dus zijn we getrouwd.

    Geliked door 1 persoon

  2. Ik ontdek het nu pas! Toeval, toeval!!! Voor mij was hij vooral de persoon die koppels wist te dwars bomen! Een pillenslikker bij uitstek zelfs,en nooit heeft hij het niveau van zijn vader gehaald, dat zat hem dwars, Altijd bla bla schrijven en nooit een echte roman. Over romans van anderen schrijven en veel literaire onzin uit kramen is niet zo moeilijk! Hij is geen Hugo Claus geweest en daarom kon hij maar beter zwijgen over onze grootste schrijver zaliger. Pauleken was een academicus en die hebben nu eenmaal het recht om arrogant te zijn en met alle(misplaatste ) pretentie andere met het vingertje te wijzen! Een raar volkje, ik kan het weten! Kijk naar Arnon Grunberg, dat is pas een talent, de grootste van deze tijd: met zijn eenvoud in taal weet hij de juiste saar te raken en die diepgang.. Hou dus maar op met lofzangen over mensen die geen loft verdienen!! N

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.