“Er zijn in de wereld slechts twee aardse paradijzen: de leeszaal van het British Museum en… de Provence,” aldus de Britse schrijver Ford Madox Ford, die lange tijd in de Provence verbleef en dankzij zijn vader Francis Hueffer (F.M.F. is een pseudoniem) zelfs een mondje Provençaals sprak en toegelaten werd tot de Félibrige, het genootschap ter verdediging van deze taal, dat door de dichter Frédéric Mistral (1830-1914) in 1854 was gesticht. Maar niet enkel vader en zoon Hueffer waren weg van de Provence, tal van schrijvers getuigen hieronder over hun liefde voor de enige aards paradijs (buiten het British Museum dus)…

De bundel “De Provence, reisverhalen” (Atlas, 2001) begint met een “verhaal” van ene Stefaan van den Bossche (nog nooit van gehoord), dat een goede inleiding is. Eerder een reisgids met verwijzingen naar schrijvers die in de Provence gewoond hebben dan een “verhaal”, maar dat geeft niet.
Daarna is er de beklimming van de Mont Ventoux door Petrarca (*), iets waar ik reeds lang naar heb gezocht, maar het blijkt uiteindelijk zeer saai te zijn.
Dan is het de beurt aan Paul Theroux met een mooie beschrijving van een treinrit van Spanje naar Italië via de Franse Azurenkust.
Na een bijdrage van Julian Barnes komt er nog een verhaal van Jan Donkers, “Avez-vous vu mon père?”, over hoe diens zoon de scepter overneemt bij het beklimmen van de Mont Ventoux. Het is inderdaad een typische “coming-of-age-story” of nog beter: “une rite de passage”. “Je wordt ouder, papa” van Peter Koelewijn, maar deze keer in proza, zeg maar. In de inleiding schetst de auteur hoe hij vroeger, toen zijn zoon Sander nog jong was (15), hem makkelijk het nakijken gaf op Franse en Engelse colletjes. Ter gelegenheid van zijn 18de verjaardag willen ze echter beiden de Mont Ventoux beklimmen en al vlug wordt duidelijk dat voortaan de rollen omgekeerd zullen zijn. Op een stuk “vals plat” tegen de wind in, kan de vader nog goed de grote versnelling rondkrijgen, maar op een scherprechter als de Mont Ventoux komt dit uiteraard helemaal niet van pas. Terwijl de zoon gezwind naar boven klimt, dient de vader voet aan de grond te zetten. Op de top maakt Sander zich zorgen omdat z’n vader wegblijft en hij vraagt aan een Franse automobilist: “Avez-vous vu mon père?” Jawel, hoor. Die zit een kilometer lager uit te hijgen!
Couperus heeft het daarna over het Arles onder de Romeinen en Piet Piryns geeft een goed overzicht van het politieke extremisme in Marseille.
Michael Allin is een beetje een buitenbeentje met zijn beschrijving van de aankomst van Zarafa, de eerste giraffe in Europa (men had wel over het hoofd gezien dat er in Florence in de vijftiende eeuw reeds een was geweest), in datzelfde Marseille.
Hugo Raes tenslotte heeft het over de Tramontane die de mensen tot wanhoopsdaden kan aanzetten. Met de gebeurtenissen destijds in Monieux voor ogen zou ik zeggen: zeg dat wel!
De conclusie is dat dit boekje – ondanks dat het een aantal interessante gegevens en soms mooie teksten bevat – eigenlijk toch maar een allegaartje is. Zoals je zelf kan vaststellen, springen de onderwerpen van de hak op de tak en de landelijke afbakening is soms een hinder (het verhaal van de tocht van Zarafa naar Parijs stopt bruusk in Lyon) en soms niet terzake (o.a. Barnes zelf wijkt daarvan af). Verder lijkt de keuze van de fragmenten ook soms als los zand aangeharkt. Als voorbeeld kan ook hier Barnes weer gelden met twee hoofdstukken (de reisavonturen van de schrijvers Henry James en Edith Wharton en de Tour 2000) die totaal niks met elkaar te maken hebben. In plaats van dat de goede fragmenten dit dus tot een goed boek maken, is het eerder net omgekeerd: men voelt dat het zoveel beter kon. Haastwerk.

Ronny De Schepper

(*) In de tijd dat hij verliefd was op zijn Laura. Volgens A.S.Byatt was dit Laure de Sade, die gehuwd was met Hugo de Sade, een voorvader van de beruchte markies (“Obsessie”, p.162), al moet men wel oppassen met dit boek dat bol staat van literaire Spielereien…

Referenties
Diverse, “De Provence, reisverhalen” (Atlas, 2001)
Julian Barnes, “Ford en de Provence” in “Uit het raam” (Through the window), Amsterdam/Antwerpen, Uitgeverij Atlas Contact, 2012
Bert Wagendorp, Ventoux, Amsterdam/Antwerpen, Uitgeverij Atlas Contact, 2013

2 gedachtes over “De Provence, reisverhalen

  1. Beste Ronny,

    Waarschijnlijk is de door jou aangehaalde Stefa(an) van den Bossche dezelfde als de auteur van “De wereld is zo schoon waarvan wij droomden”, de biografie van Jan Van Nijlen. Een bijzonder goed gedocumenteerd en lezenswaardig werk over deze mij zeer genegen dichter (Lannoo, 2005)

    Raymond Vansumere

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.