“Op zaterdag 28 februari 1981 bereikte Jan Raas eindelijk wat hij wilde in de Omloop Het Volk. In het ijzig koude, druipnatte Vlaamse land demonstreerde hij zijn fabelachtige vorm die hem tijdens de trainingswedstrijden aan de Middellandse Zee al zes overwinningen opleverde. Met de hulp van zijn eveneens subliem draaiende ploegmaats werd de buitenlandse, met name de Belgische, concurrentie dolgedraaid. Een bijzonderheid in de 36-jarige geschiedenis van deze koers, want tot die zaterdag slaagden slechts twee niet-Belgen erin de winst te pakken. De Ier Seamus Elliot was in 1959 de eerste en in 1966 was Raas’ provinciegenoot Jo de Roo de laatste buitenlandse winnaar. Toch wilde Raas zijn overwinning niet laten kenschetsen als een zege in een tweederangs wedstrijd. ‘Natuurlijk is het geen topklassieker als Milaan-San Remo, Parijs-Roubaix of de Ronde van Vlaanderen. Maar voor mij telt hij gewoon mee, zeker na vandaag. Het is de eerste belangrijke koers voor de klassiekerspecialisten en met zo’n parcours over gladde kasseien en onder zulke erbarmelijke weersomstandigheden telt deze zege echt mee.’ Sinds zijn debuut in 1976 eindigde Raas in Gent al eens als negende, vierde, derde en twee keer als tweede.” (foto: © Cor Vos)

Tot zover Jan Houterman op zijn wielerblog Slogblog, maar de vraag is natuurlijk waarom ik dit heb overgenomen. Wel, volgens mijn eigen agenda zat ik die dag in de volgwagen, maar… ik herinner mij daar niets van. Van het koersverloop dan, bedoel ik (Raas versloeg Gilbert Duclos-Lassalle, Jean-Luc Vandenbroucke en Frank Hoste in de sprint). Ik herinner me wel dat ik twee keer de Omloop Het Volk in de wagen heb gevolgd. De eerste keer in een wagen die me ter beschikking werd gesteld door de organisatie (dat zou dus in déze wedstrijd geweest zijn), de tweede keer in de wagen van Rik Vandecaveye en Gie Baguet. Toen waren ook mijn kinderen aanwezig. Dat was in 1988. Dat weet ik nog heel goed omdat dit het debuut was van Cees Priem als sportdirecteur en er zich tijdens de wedstrijd een incident voordeed. Wij hadden namelijk van de organisatie geen autoradio gekregen (in de betekenis van: een ontvanger voor de interne berichtgeving) en toen de bevoorrading eraan kwam, zaten wij dus nog in koers, terwijl de andere journalisten via de koersdirectie hadden vernomen dat ze zich uit de buurt moesten houden. Dat werkte duidelijk op de zenuwen van Cees Priem, die enorm nerveus was voor zijn debuut (ik moest hieraan terugdenken toen hij vele jaren later Scott Sunderland van zijn sokken reed; was dat trouwens ook niet in de Omloop Het Volk?), en José De Cauwer moest ertussen komen of het incident was geëscaleerd tot buiten proportie. Dat jaar won Ronny Van Holen en dat herinner ik me dus wél. Maar in 1981???

Nochtans herinner ik me wel hoe dat contact tot stand was gekomen. De huidige Omloop Het Nieuwsblad heette toen uiteraard nog Omloop Het Volk en in de organisatie zat ook een wielerjournalist van die krant, een zekere Bomans, als ik me niet vergis. Die was op zijn beurt bevriend met mijn collega bij De Rode Vaan Lode De Pooter, een vriendschap die wellicht nog terugging op de tijd dat De Rode Vaan (en met name dus Lode) nog de Tour de France volgde. Vandaar dus dat Lode twee keer kon regelen dat ik de Omloop kon volgen.

Die eerste keer was echter hoegenaamd geen succes. Ik wist helemaal niets af van de geplogenheden die daarbij hoorden en ik was dus totaal onvoorbereid ingestapt bij een chauffeur die duidelijk helemaal niet op mijn gezelschap gesteld was. Waarom, daar heb ik uiteraard het raden naar. Misschien had hij die dag helemaal niet hoeven te werken als hij mij niet moest vervoeren? Of misschien had hij gewoonweg een hekel aan communisten? Ik weet het niet. Hij heeft alleszins de hele wedstrijd zo goed als geen woord gezegd. En wat nog erger was: hij had mij niet gezegd dat ik bij de organisatie een voedselpakketje kon ophalen. Hijzelf had dat wél gedaan, maar delen dat zat er niet in natuurlijk. Na veel zagen (ongeveer te vergelijken met de hilarische scène uit “De Ronde” over “als je moe kakken, moe je kakken”) kreeg ik het dan toch gedaan dat hij stopte bij een bakker die we passeerden, zodat ik toch niet verder zat te verhongeren. Ook wat plassen betreft, moest ik me uiteraard aan hèm aanpassen en niet omgekeerd. En zo herinner ik me wel een verlossende plas aan de Muur van Geraardsbergen, waar trouwens ook Peter Post zijn blaas stond te ledigen.

Zoals het gaat in wielerwedstrijden, waren we immers inderdaad helemaal achteraan gestart, maar naarmate de wedstrijd vordert, ga je steeds meer naar voren. Op de Muur kunnen we dus gerust al achter de koplopers hebben gezeten, want Post was op dat moment uiteraard de sportbestuurder van Jan Raas bij Raleigh. Toch brengt mij dat niet dichter, want ikzelf heb ook een herinnering aan een kopgroep van vier man, maar dan met twee Panasonics bij (zodat ook in dit geval Peter Post achter de kopgroep kan hebben plaatsgenomen).  Dat zou dan b.v. in 1984 kunnen geweest zijn, toen Eddy Planckaert won vóór (nogmaals) Jean-Luc Vandenbroucke, Ludo Peeters en zijn broer en ploegmaat Walter. Zou ik dàn niet in de volgwagen hebben gezeten? Probleem is alleen dat dit dan op 3 maart moet geweest zijn en niet op 28 februari, zodat een verschrijving tussen 1981 en 1984 (toch altijd mogelijk) niet zo maar aan de oorsprong van de vergissing kan liggen, want ook de datum is compleet verschillend! (*)

Ronny De Schepper

(*) Ondertussen heb ik vastgesteld dat op 3 maart 1984 inderdaad wel degelijk staat dat ik de wedstrijd heb gevolgd. Aangezien ik de wedstrijd slechts twee keer heb gevolgd, denk ik dat het wel degelijk over 1984 en 1988 gaat en dat deze vermelding uit 1981 een vergissing is.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.