De legendarische televisiemaker Jan Van Rompaey viert vandaag zijn tachtigste verjaardag. In 1986 had ik een gesprek met hem in de rubriek “aan het lijntje” in De Rode Vaan…

« We hadden afgesproken : geen politici, maar nu bent u hier toch. U bent dan ook niet de eerste de beste, dat wil zeggen : u bent wel de eerste maar niet… de eerste de beste ». Zo introduceerde Jan Van Rompaey premier Martens in de tweede aflevering van « Argus » (8-4-86) en heel Vlaanderen zal zich wel verkneukeld hebben in zijn bijna-lapsus. Heel Vlaanderen dat kéék welteverstaan en wie mag dat dan wel zijn, zo vroegen wij ons af. Zelf zijn we immers tamelijk enthousiast over dit programma, maar het handelt dan ook over de confraters. De vraag is echter of het grote publiek die belangstelling deelt. Het antwoord komt van Jan Van Rompaey, de dag na de uitzending…
Jan Van Rompaey: Het is zeker niet de bedoeling van alleen naar de wereld van de media te werken. Wij willen wel degelijk het grote publiek interesseren. Ik heb trouwens niet de indruk dat die mensen worden afgeschrikt door wat we nu brengen. Een cineast die vertelt over zijn carrière en laat zien wat hij gemaakt heeft, dat interesseert zowel het grote publiek als de collega’s, dacht ik. Er zijn natuurlijk wel sommige dingen die typisch over de media zelf gaan, maar aangezien die media zich op hun beurt tot de grote massa richten, moet het publiek daarvoor wel geïnteresseerd zijn, nee ?
— Toch zal dit wel telkens een probleem geven bij de selectie van je onderwerpen…
J.V.R. :
Natuurlijk. We zijn dat nu nog aan het aftasten en het zit er zeker in dat we dat uitbreiden tot onderwerpen waarbij de link met de media niet zo duidelijk meer is, al moet er altijd wel een link zijn natuurlijk.
— Het zal inderdaad moeilijk blijken die limieten te trekken. Ik denk daarbij b.v. aan de Ronde van Vlaanderen. Dankzij de televisie kon men daar vaststellen dat Eddy Planckaert voor zijn demarrage even is gaan praten met dorpsgenoot (maar niet-ploegmaat) Rudy Dhaenens, dat Eddy Merckx ervoor zorgt dat Ferdi Vandenhaute weer kan aanpikken, enz.
J.V.R. :
Dat moeten wij allemaal zeker kunnen brengen. Ik kan u zelfs zeggen dat er in de Ronde van Vlaanderen opnamen zijn gemaakt voor een latere uitzending voor « Argus ». Vanzelfsprekend is dat interessant. Het is al heel boeiend om te zien hoe dat in beeld wordt gebracht b.v., om te praten met mensen achter de schermen maar ook met renners of ploegleiders om ze te vragen in hoeverre de media voor hen belangrijk zijn, want zonder de media bestaat zo’n Ronde praktisch niet meer.
— Maar je kan op die manier wel in conflict komen met het eigen huis. In de tweede uitzending heb je de zaak Buyle aangekaart en om nu bij dat wielrennen te blijven, zou je net als wij de vraag kunnen stellen of de interviewtjes vanop de moto met bepaalde ploegleiders de wedstrijd zelf niet beïnvloeden, enz. ?
J.V.R. :
Dat moet allemaal kunnen. Ik denk trouwens dat we met die zaak Buyle een weg hebben betreden die tot hiertoe nog helemaal dichtzat. Dat we dit in een rechtstreekse uitzending hebben kunnen behandelen is voor mij een bewijs van openheid. Men heeft van het begin af gezegd : hij zal wel allerlei kranten en hoofdredacteurs aanvallen, maar binnenshuis…
— Kraaien we niet een beetje vroeg victorie ? We zijn nog maar de dag na de uitzending, nietwaar ?
J.V.R. :
Dat is zeker. Maar het heeft nu gekund. Niemand heeft ons tegengehouden. Het kan natuurlijk nog altijd dat er achteraf vanalles op onze kop zal terechtkomen, dat weet ik niet, maar het feit dat het is uitgezonden is toch al heel veel.
— Het spreekt vanzelf dat wij deze vraag met enige nadruk stellen aangezien ons eigen blad taboe verklaard is op de BRT en wij ons afvragen of ook « Argus » zich daaraan gaat houden ?
J.V.R. :
Ik weet daar niks van en ik ben zeker niet zinnens mij daarnaar te schikken. Voor mij zijn jullie een weekblad als een ander en normaal moeten jullie trouwens nu reeds iedere dinsdag opgebeld worden om te vernemen wat er deze week in het blad staat…
— Daar hebben wij tot nu toe nog niks van gemerkt…
J.V.R. :
Dat moet dan zijn omdat wij nog een beetje proefdraaien, want jullie staan op de lijst van de weekbladen die mijn medewerkers hebben net zo goed als Humo e.d. Maar ik kan je verzekeren: het is dinsdag een heksenketel, hoor. Wij gaan rechtstreeks en tot op het laatste moment wordt daar nog van alles aan veranderd en bijgeschaafd. Dat moeten we echt nog een beetje leren. De hele ploeg moet nog op mekaar afgesteld geraken.
Enkele weken later maakten we opnieuw de balans op van het programma…
Vijftig ogen zijn altijd open en kijken naar de Mundial, de andere vijftig knijpen we af en toe eens dicht of… we kijken ermee naar Argus. En we zien dat er nog niet veel veranderd is. In de aflevering van 10-6 mocht Marc Uytterhoeven nog maar eens komen verklaren hoe bedriegelijk de Humo-journalistiek is (Rik De Saedeleer zit in Mexico en kan dus helaas niet komen getuigen dat hij « ge » zegt i.p.v. « je »). Een privé-filmer (Roland Lammens) mocht uitgebreid reclame maken voor zijn bedrijf en zijn Ierse setter. En Zak is nog steeds welkom op onze redactie (voor hoeveel zakken ?). Maar dan deed Jessie (De Caluwé, RDS) vreselijk opgewonden over een « duel », een « match ». Is dit een nieuwe rubriek ? Zonder enig verband met de media (tenzij het parlement daar nu ook al toebehoort) mochten volksvertegenwoordiger De Batselier en VBO-baas Leysen gedurende tien minuten « in verstaanbare taal » een robbertje vechten over de legale frauduleuze praktijken die door de laatste werden gepleegd en door de eerste geciteerd als voorbeeld van hoe de rijken de crisis niet betalen. Erg interessant natuurlijk maar onmogelijk uit te diepen op tien minuten, te meer daar Jan Van Rompaey herhaaldelijk onderbrak met pregnante vragen als « fraudeert u, mijnheer Leysen ? » (Te noteren overigens dat deze niet eens het lef opbracht om hier « neen » op te antwoorden). Van Rompaey viel achtereenvolgens ook Conny Vandenbos en Henny Huisman in de rede, die resp. tegen en voor playback- en soundmix-shows waren. Een slechte gewoonte van hem, al had hij wel gelijk met zijn opmerking dat echte artiesten hiermee eigenlijk voor een deel worden gebroodroofd (een pseudo-Will Tura mag b.v. honderd optredens in zijn zak steken; de echte zal content zijn!). Slotsom : de oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie, het inleiden van een gerechtelijke procedure om De Batselier zijn parlementaire onschendbaarheid te ontnemen en het opstarten van een actie ten bate van de Mexicaanse slachtoffers van de aardbeving (door Uytterhoeven, die wat goed te maken had in de filantropische sector). Geen slecht resultaat voor een programma waar alleen critici en eenzame dames op leeftijd naar hebben gekeken…

Referenties
Jan Draad, Jan Van Rompaey aan het lijntje, De Rode Vaan nr.16 van 1986
Ronny De Schepper, Argus, De Rode Vaan nr.25 van 1986

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.