De onvolprezen omroep Max besteedde er enkele dagen geleden nog een uitstekende documentaire aan: het ontstaan van de Indorock in Nederland. En dat gaat dan inderdaad terug op de onafhankelijkheidsverklaring door Sukarno die een vervolging op “Indische Nederlanders” inluidde. Deze mensen vluchtten dan maar naar het “moederland” waar ze nog nooit geweest waren en waar ze zeker niet met open armen werden ontvangen. Maar ze waren wel de ideale hefboom om rock’n’roll te introduceren in een calvinistische samenleving…

Dankzij de aanwezigheid van regering, royalty en diplomaten kent de residentiestad Den Haag een kosmopolitisch uitgaansleven. In mondain Den Haag en Scheveningen ontstaat de Nederlandse bakermat voor tango, jazz- en zigeunermuziek. Wanneer Indische Nederlanders zich in de jaren ’50 in de Hofstad vestigen, introduceren ze hier de rock’n’roll. Deze ‘indorockers’ leggen nogmaals de basis voor een bloeiende Haagse muziekscene waaruit nadien veel beatgroepen zouden ontstaan.
Nadat Indonesië in 1949 onafhankelijk was geworden (de verklaring van Sukarno vier jaar eerder was eenzijdig), werd Nederland overspoeld met donkergekleurde landgenoten, die op hun paspoort weliswaar “Nederlander” hadden staan, maar die uiterlijk toch als Indonesiërs werden ervaren. Met alle gevolgen vandien uiteraard. De agressie die deze Indonesische en Molukse mensen van de wederomstuit voelden, katalyseerde zich in de muziek, die zij in rockgroepjes gingen spelen.
Hiervoor kregen zij merkwaardig genoeg de steun van de katholieke kerk, die gebouwen ter beschikking stelde om te repeteren en op te treden. Voorwaar een nobel gebaar, ware het niet dat Hollandse jongens met dezelfde belangstelling, maar helaas van protestantse komaf, de toegang werd geweigerd (Hans Van Eijk, later van The Jumping Jewels, bijvoorbeeld).
De stijl was een mengeling van hun eigen traditionele muziek zoals Krontjong en Hawaiian music met keiharde rock’n’roll. Zo kwam het dat zowel de Hawaiaanse steelgitarist George de Fretes als Amerikaanse gitaristen als Les Paul of Chet Atkins een belangrijke invloed waren. Een speciale vermelding verdienen Santo and Johnny, omdat dit twee solo-gitaristen waren en Indo-groepen hadden ook vaak twee solo-gitaristen die dan tegen mekaar duelleerden en op die manier een speciale sound creëerden.
Zij speelden bijna allemaal op een Jazzmaster, ontworpen door gitaarbouwer Leo Fender in november 1958, waarop zij zodanige specialisten werden dat Fender zelf hen in Duitsland kwam beluisteren. Ze experimenteerden ook met feedback. Een gitaar min of meer als een viool laten klinken en ook het vibreren waren typische kenmerken van Indo-groepen.
Vooral The Tielman Brothers beheersten de trukendoos volledig. Zo voegde leider Andy Tielman vier snaren toe aan zijn Jazzmaster om een stereo-effect op zijn gitaar te creëren, door het geluid telkens naar een eigen versterker te sturen. Om pottenkijkers te vermijden wikkelde Andy een sjaal rond de hals van zijn gitaar. Hij weigerde ook aan Leo Fender een patent te verlenen om dit procédé te commercialiseren. Nochtans had naar verluidt o.a. Jimi Hendrix belangstelling ervoor.
The Tielman Brothers waren in augustus 1947 begonnen als The Timor Rhythm Brothers op het gelijknamige eiland waar zij toen woonden. Oorspronkelijk was het een pure familie-aangelegenheid: vader, moeder, de broertjes Andy, Reggy, Lou Lou en Phonton en later ook nog zusje Jane. Toch hadden ze een zekere roem met hun Indonesische muziek, want ze mochten o.m. optreden voor president Soekarno in Djakarta.
Eind 1956 kwam de familie naar Nederland, nadat Phonton daarvoor het pad had geëffend. Vader Herman Tielman was immers een KNIL-soldaat en voelde zich daardoor immers meer Nederlander dan Indonesiër.

René & the Alligators


Datzelfde jaar speelde de veertienjarige René Nodelijk (later van René and the Alligators) reeds met wat Indonesische vriendjes (waaronder de toen zestienjarige Joey Chong, later van The Golden Shamrocks) op het strand van Scheveningen onder de naam van… The Beach Boys, wat hen met een neuslengte tot allereerste Indorockgroep promoveert.
Want uiteraard was de familie Tielman te arm om zich muziekinstrumenten aan te schaffen. Als een handelaar in Breda – of liever: z’n dochter – echter hoort hoe de vier broertjes in zijn winkel te keer gaan op zijn waar, geeft hij hen enkele instrumenten in bruikleen.
De carrière van “The Four T’s” zoals ze toen heetten, gaat pas echt van start als ze enige tijd later eveneens naar Den Haag trekken. Paul Acket (vroeger nog bij The Kilama Hawaiians) organiseerde daar sinds eind ’59 “Teenagerfestivals” in de dierentuin en al vlug trekken de Tielmans zodanig de aandacht dat ze een vaste stek versieren in het zo geheten Hawaiaanse dorp op de Brusselse Expo. Voor hun eerste plaatopname nemen ze de naam “The Four Tielman Brothers” aan. “Rock little baby of mine” en “You’re still the one” wordt uitgebracht bij het kleine label Fernap en was enkel maar in België te koop. Toch wordt het als de eerste Nederlandse rock’n’rollplaat beschouwd.
Duitse belangstelling voor de Expo leidde naar een optreden in de club van de ouders van Romy Schneider in Keulen. Van Keulen gaat het naar Mannheim waar ze in de Sputnik onder de arm worden genomen door de populaire trad jazz muzikant Hazy Osterwald. Hij bezorgt hen televisie-optredens en ook een spotje in de film “Paprika” (1959).
Ondertussen komt er ook enige erkenning in Nederland en hun derde single, “18th century rock”, komt in januari 1961 voorzichtig binnen in de Nederlandse hitparade (tussendoor hadden ze, o.a. ook in België, nog “Swing it up”/”Record hop” uitgebracht). Alhoewel de idee om een Mozart-thema te bewerken van pa Tielman afkomstig was, schrok deze toch zelf van het resultaat en de Hollandse trendbepalers als Mies Bouman of Willem Duys mét hem. (Op de keerzijde stond “Pretend” van Nat King Cole, maar het is me niet duidelijk of dit in de rockversie is, zoals Alvin Stardust of Shakin’ Stevens deze veel later heeft uitgebracht, maar ik neem aan van wel want ze hebben b.v. ook een versie van “O sole mio” uitgebracht en ik kan me toch moeilijk voorstellen dat dit in de Pavarotti-stijl was!)
Ondertussen had de televisie de Ampex-band ontdekt, zodat er geen live-optredens meer werden uitgezonden. Op die manier werden de optredens van The Tielman Brothers tegengehouden nog voor ze op antenne konden gaan (“Rollin’ rock” werd met name te wild bevonden; deze “historische” opname is nu wel uit op video). Zo werden ze in de marginaliteit geduwd en meteen had Holland ook zijn eigen underground rockcultuur.
Ondertussen waren The Four Tielman Brothers ook officieel gewoon The Tielman Brothers geworden nadat ze er ook ene Franky Luyten hadden bijgehaald. Die zou later trouwens een eigen groep stichten, Franky & the Timebreakers. Ondertussen was ook Alphons “Roy” Fafery van de Nederlandse Strangers erbij gekomen, ook wel Rooie Alphons genoemd wegens zijn blijkbaar niet al te Indonesische haarkleur.
The Tielman Brothers werden verder nog nagevolgd door The Black Dynamites, The Crazy Strangers (later The Javalins met als leider zanger-gitarist Frankie Franken), The Crazy Rockers (met een piepjonge Jan Akkerman, die een paar jaar later zou schitteren in “Russian spy and I” van The Hunters en nog later in Focus), The Swallows, The Crescents, The Residents, The Black Albino’s, The Pacifics, The Rollers, Ricky & the Rhythm Strings, The Royal Teens, Electric Johnny & his Skyrockets, Oety & his Real Rockers, the Hot Jumpers, The Black Magic en Lydia & the Melody Strings.
Op uitzondering van deze laatsten (die dan ook de enige waren die de top van de Nederlandse hitparade haalden met “Send me the pillow”) waren al deze groepen veel ruiger dan de doorsnee kaaskoppen-groepen en ze speelden zich dan ook een weg naar het bed van menig blond meisje met twee grote voortanden die enigszins uit elkaar stonden. Met opnieuw haat en nijd tot gevolg.
Hierover Marion (“Geen gewoon Indisch meisje”) Bloem in “De Standaard der Letteren” van 29/5/97: “In Den Haag, bijvoorbeeld, had je in de jaren zestig geregeld gevechten tussen Indische en Hollandse jongens. Heel harde gevechten hoor, met zelfgemaakte wapens en zo. Daar verscheen niet zoveel over in de media, maar die confrontaties zijn er wel degelijk geweest. Een concrete aanleiding was onder meer dat heel wat Indische bandjes in de Nederlandse popcultuur doordrongen. En de Hollandse jongens begonnen te denken: straks pikken die al onze meisjes af.”
Ook Theu Boermans heeft het in zijn Nederlandse bewerking van Bruce Springsteens “Sandy” (“Venlo 67”) over dergelijke gevechten. Het dient wel gezegd dat in de muziek zelf die tegenstelling niet zozeer op de spits werd gedreven. Zo speelden in “gewone” Nederlandse bandjes vaak Indische jongens mee. In de eerste versie van The Rockets van Peter Koelewijn bijvoorbeeld.
Vele Indorock-groepen trokken dan maar naar Duitsland, naar Hamburg b.v., waar er in het ruige havenkwartier minder racisme was. The Crazy Rockers maakten daar o.a. grote indruk op The Beatles.
In België waren het Little Jimmy and the Shakers, die in het genre actief waren en o.a. het voorprogramma van The Rolling Stones (Brussels Sportpaleis 1966), The Who, The Kinks, The Spencer Davis Group en Manfred Mann verzorgden. Buiten Gentenaar Marc “Jimmy” Claeys bestond de groep trouwens uit drie Indonesiërs en een Surinamer.

Referentie

Ronny De Schepper, Rock’n’roll in Holland: een multicultureel avontuur, Pogen augustus 2003
(Met dank aan Stichting Indo-rock, Postbus 85875, N-2508 CN Den Haag.)


8 gedachtes over “75 jaar geleden: Sukarno roept de onafhankelijkheid van Indonesië uit

  1. Beste Ronny,

    Zo, alle oude bekenden zitten bijna allemaal op het Internet. Ook ikzelf heb sinds 23 december 2007 een eigen website die behoorlijk wordt bezocht. Website http://www.bertbossink.nl
    Piet Muys die prachtige websites heeft over de Indo Rock is het niet eens met het feit dat “Rock little baby of mine” tot 1e nederpopplaat is gekozen. Deze single was nl. maar in Belgie te koop op het Fernap label en niet in Nederland. Slechts enkele Indo’s hebben deze single misschien uit Belgie mee kunnen nemen.
    Piet Muys vind de plaat “Till I kissed you” de 1e Nederrock plaat uit 1959 en nr.2 “Once” van The Hurricane Rollers. Maar het is wel prettig dat The Tielman Brothers nu eindelijk de erkenning krijgen die ze verdienen. Dat werd wel tijd.

    groetjes,

    Bert Bossink

    Like

  2. Ik wil wel even duidelijk stellen dat de Tielman Brothers nooit in Hamburg hebben gespeeld, zodat de Beatles ook nooit een optreden van de Tielman Brothers hebben gezien. Alleen George Harrison had wel eens over die geweldige gitarist Andy horen vertellen door andere muzikanten. Men verwart met The Crazy Rockers. Als je The Fabulous Sounds of the Sixties nummer 17 leest met The Crazy Rockers Story zal je een interview met Pim Veeren lezen die vertelde “Dat een onbekend groepje The Beatles in Bremerhaven in 1962 naar hen kwamen kijken en bewondering voor ze hadden”!

    Fernap hoorde bij de jukebox firma van Ferry en Nappy Vlasselaar uit Brussel. De single zat dus alleen op jukeboxen van die firma in Brussel en omgeving en op de Expo werd de plaat verkocht.

    Ik moet echter mijn 1e groep met de 1e Nederpop single al weer bijstellen. Dat is natuurlijk Send me the pillow van Lydia & The Melody Strings. die plaat werd al in mei 1959 opgenomen!!! Dat was tenslotte een echte band die zelf alles speelden in de studio.

    Like

  3. Beste Ronny,

    Mooi dat je dit bericht van Piet Muys hebt gepubliceerd op je prima website. Onze webmaster
    zal binnenkort op onze website: http://www.bertbossink.nl een verhaal over de Indo-Rock publiceren
    en we gaan dan meteen uit nr.17 van The Fab.Sounds of the Sixties vermelden n.l. gedeelten
    uit een interview gemaakt door onze overleden medewerker Peter Riethof uit 1978 met Pim
    Veeren van de Crazy Rockers waarin hij vertelt over zijn ontmoeting met The Beatles.
    Tot op heden zijn The Crazy Rockers de enigste Indo-Rock geweest die The Beatles in 1962
    in Bremerhaven ontmoet hebben. Ringo schijnt zelfs nog achter de drums van de Crazy Rockers
    zijn gaan zitten en heeft een nummertje mee gespeeld.
    Vandaag is op onze website een en ander gepubliceerd over oude nummers van ons blad “The
    Fab.Sounds of the Sixties” die op E-Bay voor schandalige prijzen te koop worden aangeboden
    prijzen van zelfs tot 30 Dollar of 30 Euro per stuk! Terwijl wij die oude bladen eventueel
    in gecopieerde vorm voor de dunne nummers voor slechts 6 Euro inclusief porto kunnen aan-
    bieden en dikke nummers voor 10 Euro. Alleen ons voorlaatste nr.92/93 was een boekwerk
    van 246 blz. kost 17,50 Euro maar moeten we dit buiten Nederland versturen dan komt er wel
    zo’n 5 Euro extra aan porto bij! Dat geldt ook voor nr.94 in kleur!

    Wat ik mis vooral op de websites over de Tielman Brothers dat ze ook uitstekende
    beatnummers konden spelen in 1965 nummers van The Beatles zoals “Help”, The Fortunes
    “You;ve got your troubles”, The Byrds “Mr.Tambourine Man”e.d.

    De Tielman Brothers waren toch wel voor die tijd Ned. ruigste Rock & Roll groep en bijv.
    Lydia and the Melody Strings hadden meer repertoire dat afkomstig was uit het Country
    & Western genre dus veel nummers van bijv. Hank Williams Sr, Skeeter Davis, Jim Reeves
    e.v.a. en ook enkele rockers zoals Buddy Holly.

    groetjes,

    Bert Bossink

    Like

  4. Veel Indo jongens in gewoon Hollandse bandjes.Ik kende er eentje Karel Jansen!

    Beste Ronny,

    Jouw opmerking dat er 1 of meer Indische jongens in diverse Ned. bandjes zaten klopt precies.
    Je noemde bijv. de 1e lichting van Peter & The Rockets. Ja dat was een oude collega van mij
    waarmee ik tot 1967-1968 mee heb samengewerkt bij de Fa.van Geel op tekenkamer in Boxtel.
    Zijn naam was Karel Jansen bassist bij Peter & The Rockets en ook later bij Ronnie & The
    Ronnies bekend van de plaat “Beestjes”!

    Met die Karel Jansen heb ik altijd enorm moeten lachen. Die kwam op een vroege morgen na
    gespeeld te hebben in Hoorn met Peter & The Rockets met zijn zwarte Mercedes met zware
    aanhanger met alle apparatuur van Peter & The Rockets bij ons werken. Hij had nog niet
    geslapen en was tegen 5.00 uur s’morgens bij ons bedrijf in Boxtel. Maar we begonnen pas
    om 8.30 uur met het werk op de tekenkamer. We hadden daar een proefruimte voor Wandpanelen
    van Ziekenhuisbedden en daar stond in zo’n donkere kamer een Proefziekenhuisbed met de
    verlchting die we toen maakten. Zo moe als hij was dook Karel Jansen in dat ziekenhuisbed
    en viel in slaap. De baas begon te mopperen dat Karel er nog niet was en ging naar zijn
    huis bellen. Onze vrolijke collega schrok tegen een uur of 11.00 wakker en kwam toen de
    tekenkamer binnen om te gaan werken.
    Helaas had hij zoveel optredens en moest een keer voor Radio Luxemburg spelen begin 1968.
    Hij kreeg geen vrij van de baas maar had zich op maandagmorgen ziekgemeld. Komt mijn baas
    binnen “Bert zet de radio eens even op Radio Luxemburg Ned. Uitzending want daar is een
    live optreden van Peter & The Rockets….En ja hoor Peter & The Rockets werden voorgesteld
    en toen de presentator (ik dacht dat het Stan Haag was) zei: op bas en zang: Karel
    Jansen zei mijn baas “”Karel jij bent ontslagen””!!
    De dag er op kwam Karel weer werken en zei mijn baas dat hij niet meer hoefde te werken.
    Zei Karel “”Nou ik geef er niets om ik ben liever beroepsmuzikant dan tekenaar”.De baas:
    “Je krijgt nog wel het eind van de maand je achterstalige salaris” Ze Karel” “Man ik heb
    die rotcenten van jullie bedrijf niet nodig, stop ze maar in je mond en vreet ze op”.
    Dat was het laatste wat ik van hem gezien heb. Via Armand “Ben ik te min” hoorde ik ooit
    dat hij beroepsmusicus was geworden en in een Nachtclub werkte. Armand woont nl. ook in
    Eindhoven.Dat was de vrolijke Indische bassist van Peter & The Rockets, en Ronny & De
    Ronnies, Karel Jansen!

    Bert Bossink

    Bedankt voor deze leuke anekdote, Bert. Een vraagje en een opmerking: ik heb als bassist bij de Ronnies Carry Mulder. Misschien speelde hij op de plaat en is-ie later vervangen door Karel Jansen? Overigens, “Karel Jansen” wel een erg Nederlandse naam voor een Indiër, hé? Dus op namen kunnen we blijkbaar niet afgaan om te weten of iemand van indische afkomst is of niet!

    Like

  5. Carry Mulder,

    Carry Mulder die normaal in de Utrecht Jets speelde heeft inderdaad een paar keer meegedaan
    op een paar singles van Ronnie & The Ronnies. The Jets hebben zelfs een paar keer als The
    Ronnies gespeeld toen het schijnbaar niet lukte om de echte Ronnie & The Ronnies bij elkaar
    te krijgen.Het zijn n.l. de singles: “Ikke Ikke ga er eentje pikken/” uit 1966 en ook uit
    1966 is de single van Ronnie & The Ronnies (waar The Ronnies de Jets zijn met Carry Mulder)
    “Zo lui”/”Boem Boem is ho”.Deze 2 platen met the Jets zijn dus gemaakt voor ze hit met het
    bekende nummer “Beestjes” scoorden in 1967.
    Op de LP “Wilde Ronnie”-Ronnie en de Ronnies (DELTA DL 544 stereo) en die geheel is
    geproduceerd door Peter Koelewijn en waarvan alle nummers ook door Peter Koelewijn zijn
    geschreven en uit ongeveer 1968 moet zijn worden er geen Jets vermeld op deze LP.
    Zo te horen hebben Ronnie & The Ronnies deze oude nummers die ze met de Jets maakten in
    1966 opnieuw opgenomen en dan moet er Karel Jansen dus wel bijzitten als bassist.
    Omdat Karel me destijds toen im met hem werkte vertelde rond 1968 “Dat The Rockets van
    Peter Koelewijn toen uit elkaar lagen en wij verder gingen als The Ronnies”!
    De LP straalt wel een vorm van echte Brabantse popmuziek Peter Koelewijn etiket uit.
    Veel humor in nummers zoals “Help Help ik ben een kannibaal ie er een dokter in de zaal?”
    en ook “Achelse Kluis” over het vrolijke zuipfestijn in de Achelse cafees net over de
    grens met Belgie (Hamond-Achel)
    Carry Mulder heb ik vroeger ook vaak met de Jets aan het werk gezien. Ze hadden hier
    hun grootste hit met hun versie van “The Pied Piper” dat nr. 2 werd op de Veronica
    top 40 in 1966! Dus het klopt dat Carry Mulder dus meedoet op 2 (oer-singles) van
    Ronnie and the Ronnies uit 1966.

    Bert Bossink

    Like

  6. Ik heb een vraagje voor Peter Koelewijn.

    Dag Peter,

    Bert Bossink, die je wel zal kennen, schrijft hier als reactie op mijn indorock-stuk dat de Surinaamse jongen die bij The Rockets speelde Karel Jansen was. Ik zou je willen vragen of dit klopte.

    Ik schrijf namelijk dat die jongens dan meestal sologitaar speelden als ze in een “blank” bandje speelden, maar die Karel blijkt nu basgitarist te zijn geweest. En bij George Baker heb ik ook al gas moeten terugnemen, want George Thé is wel begonnen als sologitarist, maar is ook heel vlug overgeschakeld op de basgitaar.

    Misschien zie ik dat dus helemaal verkeerd.

    Like

  7. Hallo Ronny,

    Karel Jansen (sommigen noemden hem Charles Jansen) is een indo jongen. Hij heeft in het begin wel gitaar gespeeld maar altijd als bas gebruikt (toen wij begonnen bestonden in Nederland nog geen basgitaren, tenminste, niet zover ik weet). Hij heeft daarna een Höfner basgitaar gekocht. Tussendoor heeft hij nog héél even op een Egmond basgitaar gespeeld, maar na een paar weken zei hij die vaarwel (we kregen die Egmond gitaren voor niets) en ging weer terug naar z’n Höfner.

    Groeten.

    Peter Koelewijn

    Like

  8. Wie kan mij aan de tekst helpen van het nummer “laat mij niet alleeen “van Andy Tielman.
    Heb het nummer inmiddels op CD staan, maar zou graag de tekst erbij willen hebben
    bij voorbaat dank.

    John

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.