“Het Brusselse hof van beroep heeft jeugdauteur Gie Laenen veroordeeld tot vier jaar effectieve gevangenisstraf voor jarenlang seksueel misbruik van kinderen. (…) De feiten vonden plaats tussen 1978 en 2005. In die periode randde Laenen 25 jongens tussen 11 en 16 jaar aan. (…) Laenen nodigde de slachtoffers bij hem thuis uit voor lessen in artistieke vorming en liet sommigen zelfs bij hem logeren. Tijdens die lessen ging Laenen steeds verder, tot hij bij hen onder de douche stapte of met hen in bed kroop. Zijn vrouw was op de hoogte maar ondernam nooit iets.” (Het Nieuwsblad)

Die vier jaar “effectieve gevangenisstraf” hebben exact tien maanden geduurd. Laenen is immers alweer vrij, zij het met een enkelband. Advocaat Dirk De Maeseneer, die 25 slachtoffers vertegenwoordigt, wijst er in de krant op dat Laenen een recidivist was “en dan zegt de wet dat een seksuele delinquent tenminste tweederde van zijn straf moet uitzitten.” En hij voegt eraan toe: “Het meest flagrante van allemaal is dat de slachtoffers helemaal niet op de hoogte werden gebracht.” Hierover geïnterpelleerd door Het Nieuwsblad zou Gie Laenen hierop gereageerd hebben met “dat de slachtoffers niet op de hoogte zijn, is niet mijn probleem”.

Als auteur leverde Gie Laenen (°1944) reeds op relatief jonge leeftijd voorbeeldig werk af voor de radio en hij probeerde deze lijn daarna door te trekken in een paar boeken in Lannoo’s Dolfijnreeks. Of beter gezegd: “deze lijnen”, want boeken als “Juf is naar Japan” en “Anderland” verschillen nogal eens van opvatting.
Zoals zoveel jeugdliteratuur zijn het wel wat men te gewichtig “theseboeken” zou kunnen noemen, maar dan toch van een totaal verschillend karakter: “Anderland” werkt individualiserend, “Juf” eerder naar de maatschappij toe. In het eerste boek vertrekt Laenen van de kinderlijke angsten van Bruno (en er wordt hem geleerd hoe hij daarmee kan leren leven en zich ertegen verzetten), terwijl diezelfde Bruno (of een andere, dat wordt niet helemaal duidelijk en is ook niet relevant, het is immers geen Tiny-reeks of zelfs geen Madelief-reeks) in “Juf” deel uitmaakt van een groepje kinderen die rebelleren tegen de automatisering van de maatschappij, meer bepaald tegen de A.A.J.2, de algehele automatische juf.
“Juf is naar Japan” is een boek dat me erg is bevallen. Hier wordt de fantasie, een onontbeerlijk element in een jeugdboek (zo niet in élk boek) positief aangewend met knappe vondsten en een heldere structuur. “Anderland” daarentegen heeft wat te veel van het goede. Hier slaat de schrijver op hol en ik twijfel er sterk aan of zelfs zeer fantasierijke kinderen hem op zijn tocht naar dit droomland volledig zullen kunnen volgen. Wat niet belet dat er toch ook hier mooie beelden inzitten: “Als je ouder wordt, wil je niet zo vlug meer op de Jokotaheuvel (waarop je de toekomst kan zien, RDS). Dan heb je de meren van de herinnering. Als je erop vaart, lijkt het net of alles wat vroeger gebeurde, weer door je ziel gaat” (p.107).
Laenen experimenteert trouwens wel meer met de vorm. Zo laat hij in “Juf” Bruno met de schrijver spreken (p.75), wat in “Anderland” trouwens als verhaalkader wordt gebruikt. De talrijke knipoogjes naar volwassen lezers nemen we zoals gebruikelijk er graag bij (het beste is te vinden in “Juf” op pagina 114, waar de BRT-schooluitzendingen ter sprake komen), maar het taalgebruik is misschien wel wat aan de moeilijke kant, ook al verklaart Laenen moeilijke woorden waar dat mogelijk is. En, oh ja, het krioelt ook in deze twee boeken weer van drukfouten. Is daar nu echt niets aan te doen?
In 1985 was er “Het eiland”. Het is een spannend, adembenemend verhaal dat zich afspeelt in 1788. Dokter Lambert is scheepsarts en neemt aan boord van een Frans schip deel aan een belangrijke expeditie. Als er op de schepen een epidemie uitbreekt, besluit dokter Lambert om samen met de besmette bemanningsleden een tijdje in afzondering te gaan leven op een onbewoond eiland. De meesten sterven, maar dan ontdekt dokter Lambert dat het eiland niet onbewoond is, zoals hij eerst heeft gedacht…
Daarna verscheen nog altijd in dezelfde reeks “Huis in ’t honderd”. Het boekje handelt over een huis waarin enkele volwassenen en kinderen samenwonen; een fictief huis waarin elk kind zijn plaatsje kan krijgen. Tien auteurs schreven meer dan 30 korte verhaaltjes over de gebeurtenissen in “Huis in ’t honderd”. Opvallend is de ruimte die geboden wordt aan fantasie en aan emotie terwijl beide toch duidelijk inspelen op en sterk verbonden blijven met de realiteit waarin het kind zich herkent. De teksten verschillen in aanpak (proza, poëtisch, dialoog die dramatisch verwerkbaar is) en helaas ook in kwaliteit (soms iets te fantasierijk, soms een beetje moraliserend). Maar de idee om via dezelfde personages met totaal andere stijlen te confronteren, slaat toch aan.
De tekeningen van Jan Hendrickx lopen als een sobere rode draad doorheen deze realisatie en hebben een sterk bindende functie om alle figuren herdenkbaar te houden. De wijze waarop de meeste auteurs kleine probleempjes of fait-divers creatief en emotioneel opbrengen (bijvoorbeeld Jaak Dreesen over bedplassen) maken van dit boek een aanrader.
Een twintigtal jaar later, begin 2003 om precies te zijn, zal Laenens eigen huis zelf ook “in ’t honderd” lopen, als hij beschuldigd wordt van pedofilie. Kinderen die bij hem thuis werden uitgenodigd, werden immers aangemoedigd om naakt rond te lopen en met hem onder de douche te gaan (zo getuigde Sander van den Broeck in Humo van 22/2/2005). Tijdens het proces bleek ook dat Laenen reeds in 1973 (!) drie jaar celstraf had gekregen voor dergelijke feiten. Toen was hij nog leraar Nederlands in het Klein Seminarie in Hoogstraten, waar hij zich aan tenminste veertien jongens zou hebben vergrepen.
Trouwe lezers zullen opmerken dat deze tekst een tijd geleden reeds op mijn blog is verschenen, maar dat-ie er daarna weer is afgehaald. Ze verdienen dan ook een verklaring. Het is zo dat Gie Laenen mij toen twee dreigende mails had gestuurd (de eerste al wat dreigender dan de tweede, waarin hij probeerde mij te overhalen om althans toch de boekbesprekingen te laten staan, uiteraard omdat deze positief waren). In die eerste mail verweet Laenen mij dat ik mij baseerde op een leugenachtig verhaal dat verschenen was in Humo (de getuigenis van Sander van den Broeck dus) en hij verwees daarbij naar de artikels over Notaris X, waarbij Humo inderdaad zwaar in de fout is gegaan. Bovendien wist ik op dat moment niet in welk stadium de gerechtsgang precies zat: was hij al veroordeeld of waren het enkel nog maar beschuldigingen? Daarom heb ik aan de dreigementen toegegeven en de tekst van mijn blog gehaald. (Ook de positieve boekbesprekingen, dat spreekt vanzelf!) Ten onrechte dus. Daarvoor wil ik mij oprecht verontschuldigen bij mijn lezers.
Ik richtte mij reeds tot Gie Laenen toen hij nog in de gevangenis zat om hem langs deze weg zeggen: ik weet niet of een veroordeelde vanuit zijn cel nog mails mag versturen (*), maar indien dit weer gebeurt, zal ik ze meteen ook op mijn blog zetten. Dat wilde ik de vorige keer namelijk ook al doen, maar toen kwam hij met advocaten en dergelijke toestanden aandraven. En dat geldt ook voor de paar “supporters” die meenden hem daarin te moeten steunen. Uiteraard is deze opmerking nog altijd van toepassing, nu Laenen inderdààd de mogelijkheid heeft om mails te versturen.

Ronny De Schepper

(*) In “Witse” hebben we geleerd dat dit inderdaad soms het geval is. Dat was dan ook het enige wetenswaardige aan die uiterst saaie aflevering. Er werd wel flink met geld gesmost (Adriaan Van den Hoof en Jelle Decleir in piepkleine rolletjes die gerust door de amateurs van Peter De Kemel hadden kunnen worden vertolkt). Waarom we absoluut een hekel moeten krijgen aan de hoofdfiguur is me ook een raadsel. De makers vinden dit zeker “een uitdaging”? Enfin, toch zal ik volgende week weer kijken, al was het maar om te zien waarom Dams nooit uitgeslapen is…

3 gedachtes over “Tien jaar geleden: jeugdauteur Gie Laenen vrij na kindermisbruik

  1. Beste Ronny

    ik denk dat je indertijd er goed aan gedaan hebt om die tekst terug van je blog te halen. Tenslotte is iemand onschuldig tot hij veroordeeld is, en er zijn al teveel mensen in de pers veroordeeld geworden reeds lang voor er een rechtzaak is.
    Nu blijkt Gie Laenen echt veroordeeld te zijn. So be it. Hij ging wel erg ver in het zich inleven in zijn doelpubliek…
    Groeten,
    Jan

    Like

  2. Wat ‘Witse’ betreft: de hoofdacteur heeft een zichtbare hekel aan zijn personage, en je kan hem geen ongelijk geven. Het is destijds aangekondigd als een bepalend personage, dwz die vanuit zijn persoonlijkheid de reeks vorm zou geven. Nog geen tweede seizoen ver, was hij nog gewoon een figurant in zoekmethodes en administratieve rompslomp, die compleet verstrikt is geraakt in het ouderwetse (maar voor mij mag dat) karakterwerk en het pseudo-modieus modernisme van sporenonderzoek dat sommige scenaristen, na een cursus terzake, aanhangen. Het zou makkelijk zijn, van scenario’s tot politieonderzoek dat techniek een oplossing was, helaas, het enige wat mensen boeit zijn mensen. Ook al zijn het misdadigers.

    Like

  3. Hoewel ik besef dat ik 10 jaar na de publicatie van dit artikel reageer, wil ik wel even kwijt dat eender wie die over Gie Laenen’s pedofiele activiteiten twijfels en/of vragen heeft, mij altijd mag interpelleren – ik verschaf dan graag tekst en uitleg.

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.