Vandaag is het al 55 jaar geleden dat Judy Garland is gestorven.

In de tijd toen de dieren nog spraken en men nog een moord zou plegen voor een goeie langspeelplaat i.p.v. voor een MP3-speler of een iPod, hield men op de redacties van de Engelse tabloids altijd een overlijdensbericht van Judy Garland achter de hand. En inderdaad, bijna anderhalf jaar voor Janis Joplin zou sterven aan een overdosis drugs stierf Judy Garland in juni 1969 een gelijkaardige dood. En, al was zij dan twintig jaar ouder, ook zij was te jong om te sterven. Even treffend in beide gevallen is ook de tragiek die de vermenging van privé en openbaar leven voor een “ster” met zich meebrengt. En daarenboven verscheen in het toonaangevende Amerikaanse rockblad “Rolling Stone” in datzelfde jaar een artikel onder de titel “Janis Joplin: the Judy Garland of rock’n’roll”. Volgens Janis’ omgeving was het bewust bedoeld om haar te kwetsen en het miste zijn effect niet: Janis viel ten prooi aan een depressie, waaraan zij enkel met drugs wenste aan te ontsnappen. Want de onafwendbare parallel was immers maar al te duidelijk. En wat meer is, ondanks de (al of niet vermeelde) kwade trouw van “Rolling Stone”: het artikel verdraaide nergens Janis’ woorden, men zou zelfs bijna kunnen zeggen dat ze het zelf had geschreven…
EEN RIJZENDE STER
Het leven van Judy Garland kan trouwens worden vergeleken met de opbouw van een klassiek drama. In de noodzakelijke “expositio” maken we kennis met de personages, met name Frank en Ethel Gumm, een showbiss-koppel uit Grans Rapids in Minnesota, die hun drie dochters, Mary Jane (°1915), Virginia (°1917) en Frances (°1922) reeds heel vroeg de scène opjagen. Om de stress van de dagelijkse optredens aan te kunnen, geeft Ethel haar jongste dochter vanaf haar tiende verjaardag pepmiddelen, die dan ’s avonds met kalmeermiddelen dienen te worden geneutraliseerd. Die stress wordt ook in de hand gewerkt door het voortdurend verhuizen, want vader Gumm is eigenlijk homoseksueel en wordt dan ook geregeld betrapt als hij aan jonge mannen uit het publiek zit. Dan wordt het weer zoeken naar een nieuwe verblijfplaats. Uiteraard zorgde dit ook voor spanningen in het gezin, waardoor Frances haar hele leven lang op zoek zou zijn naar liefde en geborgenheid. Maar die zou ze nooit vinden, niet bij haar vijf echtgenoten en ook niet bij haar talloze andere minnaars en… minnaressen.
Daarna begint de “intrige” op de wereldtentoonstelling in Chicago (1934). Nadat de drie zusters daar per vergissing als “The Glum Sisters” (de norse zusters) worden aangekondigd, besluit de 12-jarige Frances zich voortaan Judy Garland te noemen. Judy naar een nummer van Hoagy Carmichael en Garland naar een bekend muziekrecensent uit die tijd (of hoe dacht u dat Els De Schepper aan haar naam was gekomen?). De twee oudere zussen haken af en moeder Gum zeult met haar dochter de filmstudio’s rond.
Reeds in 1935 heeft ze succes want Judy krijgt een contract bij MGM, nadat ze voor de laatste M (Louis Mayer) “Zing went the strings of my heart” heeft gezongen. Ik schrijf bewust dat het de moeder was die succes had, want voor Judy brak (op 13-jarige leeftijd reeds!) de hel aan. Ze moest vermageren, ze kon niet opgroeien zoals eender welk kind en, vooral, ze moest lijdzaam toezien hoe andere kindersterren zoals Shirley Temple of Deanna Durbin de kans kregen om te schitteren, terwijl zij, op een paar minuscule rolletje in onbetekenende films na, “in de wachtzaal” moest blijven zitten.
Aan die wachttijd kwam een einde toen Clark Gable op de set van “Gone with the wind”, waar zijn afscheidswoorden “Frankly, my dear, I don’t give a damn” nog weerkaatsten, zijn 36ste verjaardag vierde. Judy zong een aangepaste versie van “You made me love you” en mocht er meteen mee in de film “Broadway-Melody of 1938”. De regisseur van “The Wind” bood haar bovendien de hoofdrol aan in zijn volgende film “The Wizard of Oz”. Victor Fleming draaide “The wizard of Oz” dus met Judy Garland, al was oorspronkelijk Shirley Temple voorzien.
En zo zijn we dan bij de “climax” aanbeland. Samen met de andere MGM-kindster Mickey Rooney draait ze tal van films, tot ze in “Little Nelly Kelly” (Norman Taurog, 1940) voor het eerst de rol van een volwassene speelt. Op 28 juli 1941 treedt ze trouwens in het huwelijk met David Rose, de componist van “The stripper” (maar dat was pas in 1958, toen waren Garland en Rose al veertien jaar gescheiden).

Judy Garland

Daarna speelt ze de hoofdrol in “For me and my gal” van Busby Berkeley uit 1942. Opgenomen tijdens de Tweede Wereldoorlog gaat dit verhaal wel degelijk over de Eerste Wereldoorlog (Kaiser Bill!) en ze speelt hierin een ietwat schlemielachtige vaudeville-artieste die achter Gene Kelly aanloopt, maar juist door de oorlogsomstandigheden tot het inzicht komt dat hij slechts een karakterloze Streber is. Zij heeft dan op haar beurt een heilzame invloed op hem, maar – om heel eerlijk te zijn – eigenlijk blijft ze toch nog wel steken in haar naïeve meisjesrol.
Ze huwt rond die tijd ook de twaalf jaar oudere componist Dave Rose, die haar zwanger had gemaakt. Louis Mayer was razend. Niet alleen omdat dit hoegenaamd niet strookte met de “carrièreplanning” die hij voor Judy in petto had, ook uit jaloezie, want Mayer had al van bij de eerste kennismaking geprobeerd haar in bed te krijgen. Samen met moeder Ethel kan hij haar tot een abortus dwingen. Omdat echtgenoot Rose te weinig tegenstribbelt, sterft ook de verhouding met Judy een snelle dood.
In 1944 ontmoet ze echter regisseur Vincente Minnelli, de zoon van een Italiaanse orkestleider en een Franse zangeres die door Arthur Freed uit Broadway naar Hollywood werd gehaald voor “Cabin in the sky”. Minnelli draait met haar “Meet me in St.Louis”, voor beiden vaak het hoogtepunt genoemd van hun artistieke carrière. Nochtans spotte Judy Garland met het idee om nog een tiener te spelen (ze was 21 toen het filmen begon) en wilde niets met de film te maken hebben. Haar moeder ging namens haar zelfs naar MGM-chef Louis B. Mayer. Op dit punt in haar carrière was ze niet alleen kort getrouwd, maar was ze ook een liefhebber van het nachtleven in Hollywood en had ze een korte relatie gehad met veel van de beroemde Hollywood-playboys van die tijd, waaronder Artie ShawTyrone Power en Joseph L. Mankiewicz. In het echte leven stond ze ver af van de buurmeisjes die ze op het scherm had gespeeld en wilde ze de glamourbehandeling krijgen die de andere actrices bij MGM kregen. Onder aanmoediging van regisseur Vincente Minnelli, die Garland wel zag zoals ze al jaren gezien wilde worden (mooi en vrouwelijk), werkte visagiste Dorothy Ponedel aan Garland en bracht haar natuurlijke schoonheid naar voren. Ze zou de rest van haar jaren bij MGM bij Ponedel blijven werken. In haar latere jaren beschouwde ze het als een van haar favoriete rollen. Kort daarop trad ze met Minnelli in een huwelijk gearrangeerd door Louis Mayer, want Minnelli zelf was homoseksueel. Toch is het wellicht overbodig om erop te wijzen dat uit dit huwelijk Liza Minnelli is gesproten.
EEN VALLENDE STER
Maar dan komt de “peripetie”, de ommekeer. Op zeven jaar tijd had de 24-jarige Judy zo maar eventjes vijftien films opgenomen en zowel fysisch al psychisch kon ze dit niet aan. Pepmiddelen, de onvermijdelijk daarmee gepaard gaande slaapmiddelen en natuurlijk ook de drank maakten haar onhandelbaar.
De eerste tekenen manifesteerden zich bij “The Pirate” (1947), nochtans een belangrijke film met Gene Kelly en met een originele partituur van Cole Porter, waarbij de opnamen vertraagd werden door ruzie met de regisseur… toevallig ook haar echtgenoot. De breuk werd hersteld en samen begonnen ze nog “Easter Parade” (met Fred Astaire, in 1948), maar nog tijdens de opnamen stuurde ze Minnelli de laan uit en werd hij vervangen door Charles Walters (in de regisseurstoel wel te verstaan). Het huwelijk werd definitief de nek omgedraaid toen ze Minnelli met de klusjesman betrapte. Judy hield er haar eerste zelfmoordpoging aan over: ze sneed zich de polsen over, maar allicht overdwars in plaats van in de lengte van de ader, zoals iedereen wel weet. Net als Johnny Hallyday het ontelbare malen na haar zou doen, werd ze “op tijd gered”.
Maar dan ging het steeds meer bergaf, de “catastrofe” was niet meer te vermijden: in “The Barkleys van Broadway” (1949) moest ze na een paar opnamen reeds de plaats ruimen voor Ginger Rogers en een jaar later gebeurde hetzelfde in “Annie get your gun”, waar Betty Hutton de gelukkige invalster was.
Bovendien zorgde de opkomst van de televisie voor een algehele terugval van de bioscoopfilm. Judy had ook definitief gebroken met haar moeder (haar vader van wie ze méér hield, was reeds gestorven) en zat nu volledig onder de drugs. Ze kostte MGM meer dan ze opbracht en in 1950 werd ze dan ook aan de deur gezet.

A STAR IS BORN
Haar derde huwelijk met producer Sidney Luft zorgde voor een tijdelijke come-back (een dochter uit dit huwelijk, Lorna Luft, is ook een, zij het minder bekende, zangeres geworden). In december 1952 werd Cukor benaderd door Sid Luft, die de regisseur voorstelde een muzikale remake te maken van A Star Is Born (1937) met zijn toenmalige vrouw Judy Garland in de hoofdrol. Cukor had eerder geweigerd de film te regisseren omdat deze te veel leek op zijn eigen What Price Hollywood? (1932), maar de kans om zijn eerste Technicolor-film en eerste musical te regisseren en samen te werken met scenarioschrijver  
Moss Hart en vooral met Garland sprak hem aan, en hij accepteerde het.

Judy Garland  gedroeg zich op haar best tijdens de eerste dagen van de opnames, maar verloor langzaam de controle. Ze meldde zich voor het eerst ziek op 9 november, waardoor ze vier dagen van de film af bleef. Ze werd opnieuw ziek bij het fotograferen op buitenlocaties en miste nog drie dagen. In december was ze opnieuw twee dagen ziek. Toen moesten ze een scène uitstellen omdat ze haar kostuum niet leuk vond. Andere dagen moest ze vroeg vertrekken omdat ze te moe of te ziek was om verder te gaan. In februari lagen ze 41 dagen achter op schema. Eind maart nam ze twee weken vrij om van alle voorgeschreven medicijnen af ​​te komen. Voor de laatste twee weken van de productie, waarin het nummer ‘Born in a Trunk’ werd voltooid, keurde Jack L. Warner een nachtelijk opnameschema goed om beter tegemoet te komen aan de ‘lichaamsklok’ van Judy Garland. Dit droeg nog meer bij aan de begroting, aangezien de vakbonden extra betalingen eisten voor avondwerk. In totaal zou de productie negen maanden aanslepen. Het uiteindelijke budget van de film bedroeg $ 5.019.770, waarmee het de duurste film van Warner Bros werd en de op een na duurste in de geschiedenis van Hollywood, net na  
Duel in the Sun  (1946), dat “slechts” $ 205.000 meer had gekost. (*)

“A star is born” is zeker haar beste, ernstige rol. Misschien omdat het thema haar niet onbekend was: een vedette (James Mason) zinkt weg in het niet door zijn grillen, zijn dronkemansbuien, zijn onbetrouwbaarheid. Groucho Marx noemde het niet winnen van een Oscar voor Judy Garland voor 
A Star Is Born ‘de grootste bankroof sinds die van Brink’. Hedda Hopper meldde later dat haar verlies tegen Grace Kelly voor The Country Girl (1954) het resultaat was van de nipste Oscar-stemming tot dan toe die niet in een gelijkspel eindigde, met slechts zes stemmen tussen de twee. In ieder geval was het een verdriet waarvan Judy nooit echt herstelde en dat sindsdien een punt van controverse is gebleven. 
Judy Garland was niet aanwezig bij de Academy Awards van 1955, omdat ze in het ziekenhuis lag na de geboorte van haar derde kind en enige zoon Joey Luft.

De film was dus aanvankelijk een succes, maar niet meer nadat de studio een aantal cuts had aangebracht. Het bericht over de cuts bereikte de pers en veroorzaakte zo’n sterke reactie tegen de film dat het bezoekersaantal dramatisch daalde. Als gevolg hiervan verloor de film, ondanks de veelbelovende opening van de film, uiteindelijk geld. Toen de film flopte, waren Judy Garland en Sidney Luft blut. Zowel Jack als Harry Warner hadden Luft-geld voorgeschoten tegen zijn deel van de winst. Toen ze hun geld niet terug kregen uit de kaartverkoop, klaagden ze allebei Luft aan om hun geld terug te krijgen, en het contract van de Lufts met Warners voor toekomstige foto’s werd opgezegd.

De val was niet meer te stoppen, ook al omdat ex-bokser Luft Judy thuis vaak als punchbal gebruikte. De mislukte zelfmoordpogingen waren dan ook niet meer te tellen (Liza Minnelli kocht voor haar verjaardag een maagpomp en bij de roddelpers lag de titel “Judy Garland gestorven door overdosis” reeds klaar). Toch speelde Judy verrassend mee in het courtroom drama “Judgement at Nuremberg” van Stanley Kramer in 1961. Wikipedia merkt op: “Garland was so happy to be working in a motion picture again after seven years away that it took her a while to get into the proper frame of mind to break down and cry.” Judy Garland werd op de rol gewezen door haar zakenpartners Freddie Fields en David Begelman, die erover hoorden via een van hun klanten, Marlene Dietrich. Toen ze Stanley Kramer benaderden, was hij geïnteresseerd maar bleef vrijblijvend, dus gingen ze verder met plannen voor een uitgebreide concerttournee voor de zangeres-actrice. Net als iedereen in de branche was Kramer zich bewust van haar reputatie als lastig en onbetrouwbaar, en van haar langdurige drugsverslaving. Ze had geen film meer gemaakt sinds A Star Is Born (1954), maar toen hij haar concert in Dallas ging bijwonen, werd hij niet alleen getroffen door het “enorme emotionele bereik” van haar optreden, maar ook door de felle bewondering die ze bij haar publiek opwekte. Omdat hij redeneerde dat het slechts een deel van 18 minuten was dat niet meer dan acht dagen op de set zou duren, bood hij haar de rol aan voor een afgesproken bedrag van $ 50.000. Judy Garland was aanzienlijk aangekomen sinds haar laatste film en wilde zich afslanken voor de rol, maar aangezien ze een arme Duitse huisvrouw speelde, overtuigde Stanley Kramer haar ervan haar uiterlijk niet te veranderen. Garland deed het zonder morren, want ondanks haar reputatie dat ze moeilijk was, bleek Garland tijdens de hele shoot punctueel, meewerkend en professioneel te zijn.
Liza trouwde op 3 maart 1967 met de Australische entertainer Peter Allen (o.m. tekstschrijver van “I go to Rio”). Allen was ontdekt in 1964, toen Judy Garland hem in Hongkong zag optreden. Judy zelf was op dat moment gehuwd met Mark Herron, maar die had stiekem een verhouding met Allen… net zoals Judy zelf ongetwijfeld. Bovendien kon Allen het niet echt verwerken dat de carrière van zijn vrouw Liza een hoge vlucht nam (Academy Award voor “Cabaret” in 1972), terwijl hij in de schaduw bleef staan. Het duurde dan ook niet lang meer (tot 1974 om precies te zijn) voor de twee uit elkaar gingen. Allen, die 48 geworden is, is in zijn woonplaats San Diego op 18 juni 1992 overleden “aan een ziekte die met aids te maken heeft”.
Ook het huwelijk met Herron hield niet lang stand en toen probeerde Liza het een laatste maal met Mickey Deans, die haar als dealer uit de nood had geholpen. Hij had haar aan de illegale slaapmiddelen geholpen waarvan Judy er zes had ingenomen op 17 juni 1969 in haar huis in Londen. Toen ze even wakker werd, ging ze even naar het toilet, waar ze (verstrooid of doelbewust?) nog vier pillen slikte. Net als Elvis Presley later sliep ze in op het toilet en werd nooit meer wakker.
Ondanks haar afgang, had ze steeds een fanatieke aanhang behouden vooral in het travestiemilieu. Haar shows hadden nog succes ook al stond ze vaak dronken op scène. En toen ze uiteindelijk de roddelpers gelijk gaf door haar dood, dan nog slaagde ze erin meer mensen op de been te brengen dan Rudolph Valentino, toen die na zijn dood lag uitgestald. De begrafenis van Garland gaf overigens merkwaardig genoeg aanleiding tot bloedige rellen in Greenwich Village tussen treurende drag queens en de politie. Deze werden gereconstrueerd in “Stonewall” van Nigel Finch. Toen de film in 1996 op het Gentse Filmfestival te zien was, was de regisseur al overleden (aids?). De rellen zijn zowat de geschiedenis ingegaan als het begin van de Gay Liberation en worden nog steeds ieder jaar herdacht.
EPILOOG
Misschien vindt u desondanks dat de vergelijking tussen Janis Joplin en Judy Garland bij de haren getrokken is, omdat het Hollywood van Garland en San Francisco van Joplin twee werelden apart zijn. Maar dat is maar schijn, zoals véél schijn is in showbusiness. Waar het echt om gaat is het engagement dat er achter steekt. En zo doet het er uiteindelijk weinig toe of je musicals zingt of blues. Als je er maar echt achter staat. Als het écht is. The real thing.

Referentie
Ronny DE SCHEPPER, Judy Garland, een klassiek drama, De Rode Vaan nr.4 van 1984

(*) Nadat het filmen was voltooid,  stal Judy Garland wat meubels van de sets van de film en bracht ze naar haar huis. Producent Jack Warner kwam erachter toen ze hem uitnodigde na de première van de film. (IMDb)

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.