Wie de succesrijke film “Shakespeare in love” heeft gezien (foto), heeft daaruit wellicht het best onthouden dat het spel van de geslachten in Shakespeares tijd vreselijk ingewikkeld was. Op het toneel, wel te verstaan. Er was de verordening dat alleen mannen toneel mochten spelen, zodat automatisch alle vrouwenrollen door mannen (knapen als het meisjes betrof) dienden te worden gespeeld. Kwam daarbij dat een geliefkoosd procédé op de scène travestierollen waren. Dat wil dus zeggen mannen die vrouwen spelen of vrouwen die mannen spelen. Met dien verstande uiteraard dat die vrouwen die mannen moesten spelen eigenlijk wel degelijk mannen wàren, gezien die verordening. Bent u nog mee? In zowat alle komedies van Shakespeare komt dit procédé voor, maar nergens is het zo complex als in “As you like it”, dat we vijftig jaar geleden hebben behandeld in de lessen van prof.Schrickx (of was het bij zijn assistent Jo De Vos?)

STRUCTUUR
Eerste bedrijf: expositie (informatie, beginsituatie)
de twee hoofdpersonen (Rosalind en Orlando) worden geïntroduceerd
begin van hun liefdesverhaal (I,2)
Tweede bedrijf: de ontwikkeling van de plot
plaats: voornamelijk in Arden (contrast met het hof)
nieuw liefdesverhaal (II,4): Silvius en Phebe
Derde bedrijf: hoogtepunt (reeks crisissen)
confrontatie tussen Orlando en Rosalind (III,2)
contrasterende levensvisies
ontwikkeling van het liefdesthema tussen de koppels:
TS en Audrey (III,3)
Rosalind (III,4)
Silvius en Phebe (III,5)
IVe bedrijf: ommekeer van het lot
Ve bedrijf: huwelijk alom

VERS/PROZA
Eerste bedrijf,1: geheel in proza ​​(doel: schetst een situatie)
2: begint in proza ​​(technisch, dramatisch gebruik), gevolgd door verzen om de taal van het hof uit te drukken
3: Celia en Rosalind praten in proza, wanneer de hertog arriveert, schakelen ze over op vers
Tweede bedrijf,1: vers om een ​​pastoraal te creëren sfeer in het woud van Arden (*)
2: vers (omdat we teruggaan naar het hof)
3: proza
​​4: Rosalind en TS spreken in proza, maar ze schakelen over op vers wanneer ze de herder aanspreken
5: proza
​​6: proza ​​(maar verzen drukken de ellende van de oude man uit)
7: vers (om een ​​romantische sfeer te creëren)
Vanaf de derde akte: bijna alles in proza ​​(behalve IV,3), omdat proza ​​veel meer de taal van kritiek is en dient als voertuig voor commentaar op romantische liefde; het biedt de schrijver meer vrijheid voor woordspelingen, hoewel vers ook een komisch effect kan verlenen (bijvoorbeeld in spreekwoorden)
Aankondigingen worden meestal in vers gedaan (jambische pentameters)
LIEDEREN 
Eerste (II,4): om de pastorale setting en toon vast te stellen
vs.47-56: de versie van Jaques (kritiek op het lied van Amiens)
Tweede (II,7): Amiens drukt zijn bewondering uit voor het pastorale leven in vergelijking met het hof (theatrale waarde: het geeft Orlando tijd om te eten)
Derde (IV,2): vergelijk met het eerste lied (dit is een lied over overspel)
Vierde (V,3): lied over liefde (ingeleid na de afspraken tussen de geliefden)
theatrale functie: het verstrijken van de tijd
draagt ​​bij aan de sfeer (verwijzing naar de natuur)
Vijfde (V,4): huwelijk (behoort tot de slotceremonie van het stuk)
een maskerspel om het stuk af te ronden
Conclusie over de functie van de liederen
1. ze dragen bij aan de sfeer
2. Ze versterken de thema’s
3. Technische functies
HET KARAKTER VAN ROSALIND
Ze lijkt een nogal conventionele romantische heldin, maar ze bekritiseert allerlei dingen door ze te bespotten:
1. traditionele verkering;
2. romantische liefde;
3. idealisering, vooral wat schoonheid betreft (ze bespot de herder);
4. het idee dat een man zou kunnen sterven voor de liefde;
5. melancholie (Jaques!);
6. Elisabethaanse reizigers;
7. wanneer ze zich realiseert dat Phebe verliefd op haar is, wijst ze op de tekortkomingen van een vrouw op een manier dat alleen een vrouw kan.
Niettemin kan ze zelf gepassioneerd en romantisch zijn (wanneer ze met Celia praat) en haar taal is direct en veelzeggend (vol woordspelingen).

Ronny De Schepper
19 november 1970

(*) Catherine Heremans gaf destijds een speciale les over “the function of the forest of Arden”.

Een gedachte over “55 jaar geleden: “As you like it” in de Germaanse

  1. Oorspronkelijk stond hier “Ardennen”, maar dat was uiteraard een domme verschrijving, waarop ik opmerkzaam werd gemaakt door Sam Bogaerts. En die had natuurlijk recht van spreken, zoals mag blijken uit een gesprek tussen Lieven Vandenhaute en Pol Arias in februari 2001 op studio Brussel:

    – Ook bij de Bloedgroep van Malpertuis te Tielt is er een stuk van Shakespeare, “As You Like It” in een regie van Sam Bogaerts. Ook hier is er duchtig gefoefeld met het stuk, hè! (de vorige recensie ging over “Amlet” van Decorte)

    – Wel ook hier is het één en ander weggelaten in die komedie. De voorstelling duurt hier ook maar zo’n anderhalf uur. Maar toch gaat Sam Bogaerts op een veel meer geraffineerder manier te werk.

    – Het is niet de bedoeling om te simplifiëren?

    – Nee, hij verwerkt bijvoorbeeld heel veel taalvarianten van heel veel dialogen naar heel volkse, maar allemaal met een verrassend hoog polemisch karakter en vol met pittige, speelse vondsten. Nu moet ik zeggen, die taalwisseling heeft met het verhaal ook zelf te maken. Ik ga niet proberen dat na te vertellen. Dat is onbegonnen werk in dat stuk, “As You Like It”, dat hier de titel meekrijgt van “Prinsessen in de Bossen”. Maar het gaat over heibel aan het hof met edellieden die in de bossen gaan wonen. Bij Shakespeare is dat het Ardense woud. Twee prinsessen die zich als man verkleden en dan samen met de zot van de koning die edellieden achternagaan in dat bos. Al die mensen komen daar dan nog herders en herderinnetjes tegen. Een heel gedoe van iedereen die elkaar in dat bos op het lijf loopt.

    – Kortom, er zijn prinsessen maar dat zijn mannen die zich als vrouw verkleden.

    – Die zich als vrouw verkleden, dat zijn eigenlijk vrouwen. Bij Shakespeare waren dat mannen die zich als vrouw moesten verkleden en die zich dan weer als man verkleden. Dat was nogal een rare bedoening want in die tijd van Shakespeare mochten vrouwen niet op het toneel.

    – Jaja, dus dat was een man, die speelde een vrouw, die zich als man verkleedde, bij Shakespeare.

    – Ja, en het rare is bij Bogaerts … die gaat dat nog eens driedubbel verwerken, want die zorgt voor heel veel verwarring. Hoe moet ik dat zeggen — ja, je kan verschillende thema’s in dat stuk zien. Er is een botsing van mensen van de stad met die van het platteland. Je ziet ook hoe mensen letterlijk en figuurlijk vergroeien met de natuur, anderen weer niet. Er duikt ook nogal wat gefilosofeer in op, maar met veel relativering. Maar het hoofdthema is toch wel: snakken naar liefde en het heel impulsief reageren erop. En dat schept heel veel verwarring met die vrouwen die zich als man verkleden en die mannen die zich als vrouw verkleden. Je weet op het einde niet meer wie met wie vrijt. Is er nu een man met een vrouw aan het vrijen of een vrouw met een man of dan toch een man met een man. Dus bij Shakespeare raak je al bijna de tel kwijt maar in deze voorstelling word je er gewoon knettergek van want die sluwe vos van een Sam Bogaerts, die drijft de verwarring ten top door personages van mannen te laten spelen door vrouwen en omgekeerd. Die gaan zich dan weer als man of vrouw verkleden.

    Je voelt het al, je weet het niet meer, je krijgt dubbele of driedubbele verkleedpartijen met als resultaat dat dit één van de meest subversieve Shakespeare-voorstellingen is die ik ooit gezien heb. Ik moet toegeven, het is een voorstelling waarin de ene vondst de andere wegduwt, scène na scène. Er zijn heel veel scènes in dat stuk. Je ziet de fantasie triomferen, met heel eenvoudige middelen ook. Soms zit je te denken: zo moet het in de tijd van Shakespeare ook gegaan zijn, gewoon spel, verkleedpartijen, schitterende taalfondsen, een paar struiken en je denkt dat je in een bos zit. Even zelfs een echt kampvuur met drie lagen errond, echt fascinerend om te zien. Dat alles in schemerdonker, met een rood gordijntje dat telkens naar beneden komt en terug opgaat en waarachter telkens nieuwe verrassingen opduiken. ’t Is mooi groepswerk met zelfs nog studenten erbij maar ook toch wel enkele straffe uitschieters zoals bijvoorbeeld Jobst Schnibbe als prinses. Niet te geloven!

    – Jobst Schnibbe als prinses?

    – Ja, niet te geloven met hoge naaldschoenen aan. Het is onthutsend!

    – Onthutsend?

    – Jaja, vooral Tania Van der Sanden als de zot!

    – Ik wist dat die Tania van der Sanden enorm veel kan bekken op de televisie. Ze is de moeder in Vaneigens.

    – Maar wat ze hier doet, dat is toch wel werkelijk buitengewoon. Ik zou zeggen Sam Bogaerts geeft hier gewoon les in theatermaken. Hoe hij dat stuk herschreven en geactualiseerd heeft, het zelfs en passant filosofisch duidt, hoe hij dat springlevend, geestig en amusant weet te houden. Ik lik daar mijn vingers bij af. Wat een theaterplezier, zou ik zeggen…

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.