Op 27 oktober 1975 schreef Bruce Springsteen geschiedenis door de eerste rockster te worden die in dezelfde week op de cover van Time en Newsweek stond. De artikelen waren geschreven naar aanleiding van het doorbraaksucces van Born to Run, dat twee maanden eerder was uitgebracht en in de weken voorafgaand aan de coververhalen een piek op nummer 3 had bereikt.
Volgens Peter Ames Carlins biografie uit 2012, Bruce, was het geen toeval. Jay Cocks van Time ontdekte dat Maureen Orth van Newsweek een artikel over Springsteen schreef en overtuigde zijn redacteur ervan dat ze op het punt stonden te worden overtroffen door hun belangrijkste concurrent. De tijdschriften kregen allebei interviews met Springsteen. Hoewel ze beide vergelijkbare details over zijn achtergrond en nieuwe sterrendom schreven nadat zijn eerste twee albums faalden, waren de twee artikelen opvallend verschillend van toon. Cocks, een groot Springsteen-fan, schreef een stuk getiteld “Rock’s New Sensation” waarin hij de nieuwe ster de hemel in prees. “Zijn muziek is oer”, schreef hij. “Direct in contact met alle impulsen van wilde humor en vluchtige melancholie, straattragedie en punkanarchie die rock tot de kenmerkende stem van een generatie hebben gemaakt … Iedereen zal weten waar hij vandaan komt en precies waar hij naartoe gaat.”
Newsweek ging er echter van uit dat Springsteens succes niet alleen het resultaat was van zijn talent, maar ook te danken was aan wat Joni Mitchell de “sterrenmaker achter het populaire liedje” noemde. Hun verhaal, getiteld “The Making of a Rock Star”, keek naar de marketingcampagne van Columbia Records voor ‘Born to Run’ en concludeerde: “Hypes zijn net zo Amerikaans als Coca-Cola, dus misschien is Bruce Springsteen – op de een of andere manier – wel ‘the Real Thing’.” In Carlins boek verdedigde Orth haar verhaal. “Ik had het gevoel dat ik het verhaal moest uitbrengen. Het is evenwichtig, maar niet eerbiedig. Ik ontdekte dingen die me deden denken dat deze jongen werd genaaid. Een onschuldige jongen die verlegen was en misschien niet zo verfijnd op dat moment. Wie dacht er aan Bruce?”
Hoewel Springsteen instemde met de publiciteit, maakte hij zich toch zorgen over de mogelijkheid dat het averechts zou werken. Toch erkende Springsteen tijdens zijn concert aan de Michigan State University op 4 april 1976 de positieve impact die het op beide covers staan op zijn carrière had gehad. Tijdens de obligate uitvoering van “Rosalita (Come Out Tonight)” veranderde hij de tekst in de brug naar “Vertel hem dat het nu zijn laatste kans is, Rosie / Vertel hem dat ik geen freak ben / Omdat ik mijn foto heb / Op de cover van Time en Newsweek!“
Read More: Revisiting Bruce Springsteen’s ‘Time’ and ‘Newsweek’ Covers | https://ultimateclassicrock.com/bruce-springsteen-time-newsweek/?utm_source=tsmclip&utm_medium=referral
De eerste keer dat ik over Springsteen hoorde was op een zaterdagnamiddag toen Guy Mortier zei: “dit is de toekomst van rock ’n roll” en hij draaide (waren toen nog vinylplaten) “Born to Run”. Ik dacht onmiddellijk: “als dat de toekomst is?” want ik vond het een amalgaam van geluiden, waarin ge geen instrumenten kon onderscheiden, met daarbovenop iemand die stond te roepen. Sindsdien is mijn mening over the Boss weinig veranderd alhoewel er composities waren die ik wel kon smaken zoals “Fire” dat hij schreef voor Elvis (die het niet opnam), maar de uitvoeringen van de Pointer Sisters en Robert Gordon vond ik de betere. Natuurlijk is dat maar een mening van een oude man die houdt van zangers en niet van roepers zoals Bruce en Natalia. Mijn referentie is dan ook altijd geweest: “hoeveel keer horen we ze nog op de radio, als de rage voorbij is?”.
LikeLike
Ronny toch! Humo , en meer bepaald Mortier wiens kennis over rockmuziek is blijven steken bij Elvis, weer eer te geven die hen niet toekomt. Als redacteur van Tliedboek zou je moeten weten dat daar een rin euze artikel (van mijn hand) in verscheen was over Springsteen lang voor CBS Belgie grote reclame maakte door de verzameld pers met een busje (met veel drank) naar de RAI in Amsterdam te brengen voor één van de eerste vier Europese Springsteen concerten door hen beschreven als – juist – de toekomst van rock ’n roll En zo heeft Humo weer het poer uitgevonden.
LikeLike
André, ik neem aan dat je me verwart met Raymond?
LikeLike
André gij doet mij denken aan Blue Suède Shoes van Elvis en Carl Perkins. Carl Perkins was de eerste, componist en lokaal succes, maar Elvis ging met de eer lopen door er een wereldhit van te maken. tLiedboek was mij niet bekend dus wie kon nu weten dat gij de eerste waart? Hiermee hebt ge dat nu rechtgezet, merçi daarvoor.
LikeLike
Neen, Raymond. In die tijd (1975) waren er verscheidene tijdschriften met muziekrubriek met relatief kleine oplage en veel radiozenders !het was hoogtij voor de vrije radio’s, met als toppunt de zenders op de Noordzee). Zij deden het promotiewerk v oor nieuwe namen in de muziek. Dan kwam Humo, die een publiek opgepikt had onder de opportunistische mei-68-gers en in zijn topperiode een oplage had van iets meer dan 200000. Wat was dat vergeleken met HLN dat dagelijks 6 keer zo’n oplage had. Pas wat Jan Van Hemeledonck schreef over muziek had invloed, die kon artiesten breken of maken. Hiumo was een parasiet op het werk dat anderen gedaan hadden en dan met veel pretentie deden alsof zij het weer hadden uitgevonden. Ze kwamen met alles te laat om enige invloed te hebben en dan maffiapraktijken om zichzelf te profileren. Een voorbeeld. Tom Waits was een cultfiguur, waarover ge las in alle muziekbladen behalve in Humo.. Er was ergens een samenwerking tussen Tliedboek en Humo (promotionele uitwisseling) Toen Waits naar Brussel kwam interviewde ik hem. Mortier kwam dat te weten. Dat mocht niet, alleen Humo mocht dat, “doe met folk wat ge wilt, maar dat is ons domein”. Het is wel gepubliceerd en Mortier heeft elke samenwerking opgezegd. Pittig detail: in hetzelfde nummer stond een interview met Leonard Cohen. Daar geen woord over, die kenden ze daar natuurlijk nog niet.
LikeLike