Heden ten dage kennen we allemaal Ivan Ollevier als de kalende buitenland-reporter van de VRT, maar – hé wat vreemd! – Ivan is ook ooit jong geweest en in die tijd (we spreken over de jaren tachtig) was hij zelfs enige tijd losse medewerker voor De Rode Vaan, meer bepaald voor de rubriek plastische kunsten. Tegelijk durfde Ivan wel eens een gedicht aan het papier toe te vertrouwen en toen hij er genoeg van had verzameld, kwam er zelfs een bundel van: “Passionaria”. Die werd uiteraard door Jan Mestdagh besproken in zijn wekelijkse poëzierubriek, met name in De Rode Vaan nr.49 van 1984.

Bij de Antwerpse uitgeverij Contramine verscheen onlangs « Passionaria » van Ivan Ollevier, een debuut dat hopelijk de aandacht krijgt die het verdient. Over zijn bundel schrijft de auteur zelf als volgt : « De titel verwijst naar “La Passionaria”, waarvan vooral de klankwaarde van het woord mij trof, maar daar houdt elk aanknopingspunt met die weliswaar bewonderenswaardige Spaanse dan ook mee op. Het was in de eerste plaats mijn bedoeling een aantal talige objecten af te leveren, die hun wortels vinden in een associatief en animalistisch taalgebruik. Ik hoop dat ik erin ben geslaagd ».
Dat onze debuterende dichters opnieuw tot het inzicht lijken te komen dat het afleveren van « talige objecten » de eerste (en wellicht de enige) taak is van een waarachtig dichter is op zichzelf al verheugend te noemen en dat Ivan Ollevier in dit opzet inderdaad geslaagd is, maakt een en ander helemààl mooi. Vertrekkend vanuit een sacrale en rituele beleving van de erotiek schrijft deze dichter een poëzie waarin een zowel vitalistisch als nachtelijk klimaat overheerst. Als minnaar weet hij zich « gekruisigd met de spijkers van je liefde », de schoot van de geliefde is « een handvol heilige ketterij » en haar liefdesspel is een spel van « zwarte missen », haar lichaam « een bloeddoop ».
Hier heerst dus een uitgesproken romantisch klimaat, maar de vitalist Ollevier onderscheidt zich van zijn neoromantische generatiegenoten doordat elk koketteren met melancholische sentimenten en de gewoonlijk daarmee gepaard (nou ja) gaande literaire terzijdes (geen sonnettenbakkerij hier !) hem vreemd is. Duidelijke verwantschap vertoont zijn poëzie daarentegen met het klimaat van vijfenvijftigers zoals Snoek en vooral Adriaan De Roover — een regel zoals « ik letterdief een gedicht » lijkt regelrecht afkomstig uit het arsenaal van deze laatste. Hierbij dringt zich de vraag op om de come back van De Roover — dat wij volgende week aan u hopen voor te stellen — alleen maar het gevolg is van een persoonlijke beslissing of een tekens des tijds — maar wie leeft zal zien.
Geheel in het spoor van de vijfenvijftigers schrijft Ollevier een poëzie waarin met strikt talige middelen (metafoor, ritme, muzikaliteit) (de ervaring van) het lichaam van de geliefde getransformeerd wordt tot een gedicht dat in zijn geoliede soepelheid in niets moet onderdoen voor zijn organische evenbeeld — en dat bovendien bestendiger blijft t.o.v. « het schrikbewind van uur en tijd ». Een derde grote vijfenvijftiger die wij in dit bestek nog niet genoemd hebben is Hugues C. Pernath, en juist oog in oog met deze is dat Ollevier tekort schiet. Ondanks de verwijzingen naar het « heidense » karakter van erotiek en poëzie is het « mompelend branden », het opstandige, tragische heroïsme van deze dichter Ollevier volkomen vreemd. Zowel de vervoering door het lichaam als deze door de taal worden door hem eerder passief beleefd — woorden als langzamer, aanspoelen, stromen, vallen, stranden, vervloeien wijzen op een animaal-passieve attitude, die dreigt uit te monden in een (weliswaar steeds elegante) monotonie, waarin elke poëtische spankracht vervluchtigt. Revolte en wrok, niet in het minst tegenover het eigen taalinstrumentarium lijken ons voor deze poëzie hoogstnodige injecties.

Een jaar later volgde de bespreking van zijn tweede bundel, “Een ruimte tijd”.

Nu alweer drie jaar geleden ondernam Ivan Ollevier een reis langs de westkust van de Ierse republiek, waar hij getroffen werd door wat hijzelf omschrijft als « de naamloze afwezigheid van de mens in het landschap, geaccentueerd door de talrijke ruïnes en bouwvallige huizen ». De intensiteit waarmee Ollevier de confrontatie heeft aangegaan met een ruimte waarin de tijd als het ware is blijven stilstaan, heeft zich uiteindelijk uitgekristalliseerd in achttien gedichten die de gemeenschappelijke titel « Een ruimte tijd » meekregen en als zodanig de tweede bundel vormen van deze dichter die in 1984 debuteerde met « Passionaria ».
Waar Ollevier in zijn eerste bundel duidelijk onder de indruk stond van de sensuele barok van een Paul Snoek, is het niet toevallig dat de illustratie op de omslag van « Een ruimte tijd » afkomstig is van Dan Van Severen. In het spoor van deze ascetische kunstenaar bij uitstek getuigt Ivan Ollevier hier van een uiterste soberheid, een concentratie op een tot de essentie gereduceerd arsenaal aan poëtische middelen. Het resultaat is dat deze gedichten niet zozeer het Ierse landschap evoceren — het zijn met andere woorden geen lyrisch beschrijvende verzen van een melancholisch terugblikkend vakantieganger — maar dat zij tot autonome, in zichzelf besloten structuren gestold zijn die weliswaar van dit landschap de sporen dragen maar die tezelfdertijd tot een hogere, artistieke orde behoren. Evenmin is het toevallig dat Ollevier refereert aan de « hardheid van een kei », wat hem dan weer in de buurt brengt van de poëtica van een Maurice Gilliams.
Zijn gedichten openbaren zich dan ook als even zovele, de tijd trotserende tekens waarin « het puin van dagen » ontruimd wordt « in klare taal » — zoals alle goede poëzie drijven ook deze verzen op de ambiguïteit tussen een eigenzinnig hermetisme en een bijna vanzelfsprekende helderheid.
Ook op een ander vlak valt een boeiende dialectiek te signaleren: de tot het uiterste doorgedreven soberheid heeft de aan de persoonlijkheid van deze dichter blijkbaar inherente sensualiteit helemaal niet verdrongen. Alleen neemt deze sensualiteit hier niet langer de vorm aan van een erotisch hooglied, maar blijkt zij uit de ingehouden gretigheid waarmee Ollevier de materialiteit van de taal aftast. Zo gezien kunnen zijn gedichten vergeleken worden met beelden die niet alleen willen bekeken, maar die ook willen betast worden.
Een derde en boeiende tegenstelling die binnen deze poëzie werkzaam is, is tenslotte het geheel eigen spreken van de dichter, een spreken dat zowel de stilte oproept als haar openbreekt. Ook hier dringt zich de vergelijking op met sommige beelden — of prehistorische monumenten — die de ruimte rondom hen zowel openbaren als opvullen. Het « sculpturale » aspect van deze gedichten wordt trouwens nog geaccentueerd door de korte versregels waardoor het gedicht visueel overkomt als een verticale, zich tegen het wit van de bladspiegel aftekenende vorm die onweerstaanbaar de associatie met sommige prehistorische monumenten oproept.
Met « Een ruimte tijd » is Ivan Ollevier definitief begonnen aan een poëtisch avontuur dat hem in de buurt van de zeer groten kan brengen. Of rakelings ernaast, dat zal de toekomst uitwijzen.

Jan Mestdagh

Referenties
Ivan Ollevier, Passionaria, Uitgeverij Contramine, Antwerpen, 1984.
Ivan Ollevier, Een ruimte tijd, Yang Poëzie Reeks, Gent 1985 (43 blz.).

3 gedachtes over “Ivan Ollevier wordt 65…

  1. Mag ik het é-mailadres van Ivan Ollevier, met de cultuurraad van Koksijde willen we hem boeken om voor te lezen uit zijn gedichten, op onze poëzieprelude van 7 juli 2018. Ik kijk uit naar jullie antwoord.

    Geliked door 1 persoon

  2. Toen ik deze middag met Gregory Ball ging lunchen in het Gentse Hof van Herzeele (voor de liefhebbers: wees er vlug bij, tegen eind februari verandert dit stemmige restaurant in een ijssalon), bleek Ivan Ollivier aan de tafel naast ons te zitten (hij zou overigens de tweelingbroer van Gregory kunnen zijn). Ik kon natuurlijk niet nalaten hem even aan te spreken over zijn Rode Vaan-verleden en toen bleken hij en zijn echtgenote niet enkel Gentse Germanisten te zijn (van de lichting 1982), maar ook trouwe lezers van mijn blog. Waarvan acte!

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.