Vandaag is het zestig jaar geleden dat drie Beatles (John, Paul, George) en twee Hurricanes (Ringo en bassist Walter Eymond) voor het eerst in een studio zouden hebben gezeten (in Hamburg) om “Summertime” op te nemen met “Lou Walters” (Eymonds) als zanger.
Op het internet zijn er twee sites die een opname beloven van dit nummer, maar dat blijkt uiteindelijk niet waar te zijn. Feitelijk bewijs — zoals bandopnames, platen of documenten van een Hamburgse studio — is immers nooit gevonden. Daarom beschouwen de meeste serieuze Beatles-onderzoekers dit verhaal als onbevestigd of zelfs twijfelachtig.
Er zijn wel enkele aanwijzingen die het mogelijk maken:
- Zowel The Beatles als The Hurricanes traden toen op in de Kaiserkeller in Hamburg.
- Het was niet ongewoon dat muzikanten van beide groepen samen jamsessies deden of elkaar tijdelijk vervingen.
- Walter Eymond zelf heeft later beweerd dat er inderdaad een opname van “Summertime” bestond met The Beatles als begeleiders, maar hij kon daar geen fysiek bewijs voor leveren.
🧾 Wat zegt Mark Lewisohn (de meest gezaghebbende bron)?
In zijn boek The Complete Beatles Chronicle noemt Lewisohn de sessie possible but unconfirmed.
Hij noteert:
“A recording of ‘Summertime’ with Lou Walters, supposedly backed by the Beatles, is rumoured to have been made in Hamburg in October 1960, but no evidence has ever surfaced.”
🎵 Waar komt het verhaal vandaan?
De oorsprong van het verhaal ligt bij Walter Eymond zelf (alias Lou Walters). Hij vertelde in de jaren zeventig aan een aantal Britse muziekjournalisten dat hij in oktober 1960 in Hamburg een opname van “Summertime” had gemaakt, begeleid door “a group of Liverpool lads” die later The Beatles bleken te zijn.
Eymond beweerde dat dit gebeurde in een kleine studio in Hamburg, mogelijk in of nabij de Friedrichstraße, en dat de opname bedoeld was voor een lokale platenmaatschappij — maar dat ze nooit werd uitgebracht.
📰 Hoe het verhaal zich verspreidde
Het verhaal dook voor het eerst op in de Britse muziektijdschriften in de jaren zeventig, toen de interesse in Beatles-verhalen enorm was.
- De eerste gedrukte vermelding lijkt te komen uit een artikel in Record Collector (1979).
- Daarna werd het opgenomen in de Mersey Beat-kringen (het blad van Bill Harry, een vriend van Lennon), waar men de claim interessant vond maar niet kon verifiëren.
- Sommige vroege Beatles-discografen, zoals W. Fraser Sandercombe en William J. Dowlding, namen het als mogelijke opname op in hun overzichten — met een waarschuwende noot.
📀 Waarom het geloofwaardig klonk
Het verhaal had net genoeg plausibiliteit om niet zomaar af te doen als fantasie:
- The Beatles waren in oktober 1960 in Hamburg, als begeleidingsgroep van zangeres Janice (of Jeanice) “Ginny” Jones, en traden in die periode ook met andere artiesten op.
- Ze deelden het podium met Rory Storm and the Hurricanes, waar Ringo dus bij zat.
- Ze kenden Walter Eymond persoonlijk en hebben ongetwijfeld samen gespeeld in de Kaiserkeller.
Dat maakt het heel voorstelbaar dat ze één of meerdere nummers samen opnamen — maar zonder dat die ooit officieel werden uitgebracht.
🔍 Waarom het toch twijfelachtig blijft
Er is ondanks decennia van speurwerk:
- Geen studioboekhouding uit Hamburg met hun namen.
- Geen mastertape of acetates opgedoken.
- Geen getuigen buiten Eymond zelf die zich de opname herinneren.
Zelfs Klaus Voormann en Astrid Kirchherr, die destijds alles in Hamburg meemaakten, hebben gezegd dat ze nooit van zo’n sessie hadden gehoord.
🧩 Lewisohns oordeel
Mark Lewisohn, die zowat de bijbel van Beatles-onderzoek schreef (The Complete Beatles Recording Sessions, 1988; Tune In, 2013), besloot: “Interesting, but there’s no evidence. If it ever happened, it has left no trace.”
Met andere woorden: een goed verhaal, maar waarschijnlijk een herinnering die door de tijd een eigen leven is gaan leiden.
🎬 Leuk detail om mee te eindigen
Toen Paul McCartney in 1984 gevraagd werd naar die zogenaamde opname, glimlachte hij en zei droogweg: “If we did it, I wish someone would find it — I’d buy the record myself!”
Ronny De Schepper (op basis van chatgpt)
Hierop kwam een reactie van Raymond Thielens: “Sta me toe van te zeggen dat chatGPT de bal helemaal misslaat in je artikel over de eerste opname van de Beatles want Mark Lewisohn zegt wel degelijk dat die opname bestaat.” En hij voegde er meteen het bewijs bij:

The Beatles hebben na “the quarry men” de volgende namen aangenomen, achtereenvolgens: Beatals, Silver Beats, Silver Beetles, Silver Beatles om uiteindelijk te belanden bij The Beatles. Tussendoor nog even the Beat Brothers bij de opname van Tony Sheridan’s My Bonnie door Bert Kaempfert.
Mark Lewisohn schrijft ook dat Summertime de allereerste plaat was waar de vier (John, Paul, George en Ringo) samen speelden. Pete Best was afwezig maar wel twee leden van Rory Storm’s Hurricanes, namelijk Ringo Starr (drummer) en Walter Eymond (bass en zanger) (zonder s).
Maar hier vind je de meeste details over de opname: https://www.beatlesource.com/bs/ao-smrtime.html
>
LikeGeliked door 1 persoon
Chatgpt slaat de bal volledig mis als hij zegt dat Mark Lewisohn dat er geen spoor is van de betreffende opname van Summertime WANT… in zijn The Complete Beatles Chronicle” schrijft Lewisohn op blz 23 het volgende:
The Beatles made another amateur record in 1960. On Saturday 15 October, while Allan Williams was in Hamburg, they got together with two members of Rory Storm’s Hurricanes, drummer Ringo Starr and singer/bass player Walter Edmond (stage name Lou Walters, nickname Wally), in a small studio, the Akustik, situated at 57 Kirchenallee, behind Hamburg’s central railway station. Pete Best was not present so, excluding Eymond, for one brief moment John, Paul, George and Ringo were together for the first time. They recorded one song, a version of George Gershwin’s “Summertime”, and it was cut onto a 78-rpm disc, the other side of which comprised a salesman’s message about leather handbags and shoes. In all, nine discs were cut, only one of which is known to have survived the years.
Chatgpt vermeldt zijn boek over The Complete Beatles Recording Sessions, dat dateert van 1988, terwijl hij tekst bijgevoegd heeft in 1992 voor zijn boek The Chronicle en daarin staat bovenvermelde alinea.
LikeLike