Het is vandaag al vijftig jaar geleden dat de zwarte drummer Al Jackson jr. werd neergeschoten in zijn eigen huis, zogezegd door inbrekers, maar lees vooral verder…
Jacksons vader, Al Jackson Sr., leidde een jazz/swingdansband in Memphis, Tennessee. De jonge Jackson begon al op jonge leeftijd met drummen en mocht in 1940 op vijfjarige leeftijd reeds met de band van zijn vader op het podium spelen. Hij was ongeveer 14 jaar oud toen hij naar de band van producer/trompettist Willie Mitchell overging.
Toekomstige bandleden van de MG’s, Steve Cropper en Donald “Duck” Dunn, hoorden Jackson voor het eerst spelen in Mitchells band in de Flamingo Room en de volledig witte Manhattan Club. Mitchell had ook Booker T. Jones voor zijn band ingehuurd. Het was Jones die voorstelde om Jackson naar Stax te halen. Slechts één sessie met Jackson was voldoende om Duck en Cropper ervan te overtuigen dat ze hem moesten hebben: Jackson werd liefkozend “The Human Timekeeper” genoemd vanwege zijn drumkwaliteiten.
Jackson aarzelde echter aanvankelijk. Hij had het gevoel dat hij meer geld kon verdienen met live optredens dan met sessiewerk. Hij wilde een gegarandeerd vast salaris om naar Stax te komen. Zo werd hij de eerste sessiemuzikant van Stax met een wekelijks salaris.
Jackson werd een van de belangrijkste en invloedrijkste drummers in de geschiedenis van de opgenomen muziek bij Stax en zorgde voor een direct herkenbare backbeat achter de artiesten van het label, waaronder Rufus Thomas, Carla Thomas, Eddie Floyd, Sam & Dave, Otis Redding en bluesgitarist Albert King, wiens werk Jackson ook produceerde. Jackson schreef mee aan “Respect” en vele andere Stax-hits.
In de jaren zeventig was Jackson sessiedrummer voor vele artiesten, zoals Tina Turner, Bill Withers, Leon Russell, Albert King, Jerry Lee Lewis, Eric Clapton, Jean Knight, Major Lance, Ann Peebles, Shirley Brown, Donny Hathaway en Herbie Mann. Jackson schreef ook mee aan en speelde mee op verschillende hits van Al Green.
Op 30 september 1975 zou Al Jackson van Memphis naar Detroit, Michigan vliegen om een Major Lance-sessie te produceren, toen hij naar verluidt een aankondiging op de radio hoorde over het gevecht tussen Joe Frazier en Muhammad Ali die avond. Jackson belde Detroit om uitstel en zei dat hij “The Thrilla in Manila” op het grote scherm in het Mid-South Coliseum zou gaan bekijken. Na de wedstrijd keerde hij naar huis terug en trof indringers in zijn huis aan. Hij moest op zijn knieën gaan zitten en werd vervolgens vijf keer dodelijk in zijn rug geschoten. Rond 3 uur ’s nachts op 1 oktober rende Barbara Jackson de straat op en riep om hulp. Ze vertelde de politie dat inbrekers haar hadden vastgebonden en haar man hadden neergeschoten toen hij thuiskwam. De politie vond niets vreemds in huis en Jacksons portemonnee en sieraden waren nog steeds bij hem.
Hoewel hij nog steeds wettelijk getrouwd was, was Jackson vervreemd van zijn vrouw. In juli 1975 had zijn vrouw hem al eens in de borst geschoten. Hij besloot geen aanklacht in te dienen, maar was bezig met een echtscheidingsprocedure en was van plan naar Atlanta te verhuizen.
De man die vermoedelijk de trekker had overgehaald, kende naar verluidt iemand in Memphis en had, na een bankoverval in Florida, gezegd dat ze hem moesten ontmoeten bij Al Jackson thuis. De verdachte, de vriend van Barbara Jacksons vriendin Denise LaSalle, werd doorheen Florida gevolgd en vervolgens naar Seattle, Washington. Hij werd op 15 juli 1976 na een vuurgevecht door een politieagent gedood. (Wikipedia)
Eén van de laatste platen waaraan Al Jackson meewerkte, was “A night on the town” van Rod Stewart. Ik heb altijd gedacht dat de pathetiek van Rod in “The killing of Georgie”, dat weliswaar over een homofobe moord gaat (en dan ook op realiteit gebaseerd), mede voortkwam uit de recente moord op Jackson.
Ronny De Schepper
Ronny, Schitterend, dankzij dit artikel ontdek ik een molengerelateerde LP… Eddy
LikeGeliked door 2 people
Ik neem aan dat je het over “A night on the town” en le moulin de la Galette hebt, Eddy? Dan zal ik mijn opmerking maar laten staan, ook al heb ik mij ondertussen gerealiseerd dat het pure onzin is: “A night on the town” is uitgekomen in 1973, dus twee jaar vóór de dood van Al Jackson. Hoe kan Rod Stewart zich dan daarop geïnspireerd hebben? (Anderzijds blijft het gelukkig wel juist dat Al Jackson aan de elpee heeft meegewerkt.)
LikeLike