Gisteravond heb ik nog eens naar “Spellbound” gekeken, een film van Alfred Hitchcock uit 1945. Ik had hem uiteraard reeds eerder gezien, maar ik herinnerde mij er niks meer van.

“Spellbound” werd gedraaid in de tijd dat Sigmund Freud hoog aangeschreven stond. Ondertussen is dat al een pak minder. In 1943 vroeg producent David O.Selznick Hitchock om een psychologische thriller te maken, waarna de regisseur hem overtuigde de rechten van het boek The House of Dr. Edwardes van John Palmer te kopen. Selznick huurde Ben Hecht in om het script te schrijven. Hecht was bekend met psychoanalyse en bezocht psychiatrische inrichtingen ter voorbereiding. In het najaar van 1944 was zijn script klaar, maar Selznick was niet tevreden met het resultaat en gaf hem de opdracht om er meer romantische aspecten in te verwerken. Na vele wijzigingen werd het script naar Joseph I.Breen gestuurd. Breen was de directeur van Motion Picture Association of America en protesteerde hevig tegen enkele woorden die gebruikt werden om het personage van Mary Carmichael (Rhonda Fleming) te beschrijven, zoals sex menacefrustrationslibido en tomcat.

Voor Rhonda Fleming was het haar eerste grote filmrol. Ze beschreef het als een verhaal soortgelijk aan Assepoester, omdat ze op straat werd ontdekt toen ze nog een student was en zonder enkele ervaring als actrice een screentest werd gegund. Ze kreeg onmiddellijk een filmcontract aangeboden en werd al enkele weken later gekozen als een nymfomane patiënt van een psychiatrische inrichting. Haar gebrek aan ervaring viel in de smaak bij Hitchcock, zodat hij haar persoonlijk kon trainen. 

Aanvankelijk wilde Selznick Joseph Cotten en Dorothy McGuire aanstellen als de hoofdrolspelers. Hij liet het idee om McGuire te kiezen achterwege en probeerde Greta Garbo te strikken voor de rol. Hiermee zou ze uit haar pensioen komen en een comeback maken op het grote scherm. Ook dat idee hield niet lang stand. Ingrid Bergman was eerder afgewezen voor de hoofdrol. Ze was daar zelf niet treurig om. Ze wilde de rol niet, omdat ze niet geloofde in het liefdesverhaal. Ze legde uit dat een intellectuele vrouw als Constance niet zo verliefd kan worden. Daarin had ze overigens overschot van gelijk.

De mannelijke hoofdrol ging uiteindelijk naar Gregory Peck. Bergman was hier in eerste instantie niet blij mee, omdat ze niet wilde dat haar romantische interesse jonger was dan zij. Naar Pecks zeggen duurde het echter niet lang voordat het ijs tussen de twee was gebroken. Volgens Peck diende Bergman als mentor voor hem en hielp ze hem wanneer dat nodig was.

Spellbound had veel invloed op de filmindustrie. Het was de film die psychoanalyse introduceerde. Films als Shock (1946), Whirlpool (1949) en Caught (1949) zijn allemaal grotendeels gebaseerd op de film. De droomscène (vorm gegeven door Salvador Dali voor een bedrag van $4.000) vormde een inspiratie voor verschillende filmmakers, waaronder Roman Polanski, die zijn inspiratie daaruit verwerkte in de horrorfilms Repulsion (1965) en Rosemary’s Baby (1968).

Spellbound werd vlak na het einde van de Tweede Wereldoorlog uitgebracht. Veel veteranen die terugkeerden naar Amerika, werden constant herinnerd aan traumatische ervaringen op het slagveld. Om die reden was psychoanalyse erg populair in deze tijd. Spellbound wordt ook wel beschreven als een therapeutische film, omdat het gaat over iemand die een ander probeert te genezen. Producent David O. Selznick nam de psychoanalyse zeer serieus, omdat hij in de tijd dat de film werd gemaakt zijn broer verloor aan alcoholisme en daar ook een trauma aan overhield.

Regisseur Alfred Hitchcock was bekend als ‘visuele regisseur’ en wilde dat al de traumatische reacties van Gregory Pecks personage duidelijk zichtbaar waren voor de kijker. Dit deed hij bijvoorbeeld door het personage reacties te laten krijgen door middel van beelden, zoals donkere lijnen op een witte achtergrond. Zijn personage was iemand die leed aan geheugenverlies als gevolg van een traumatische ervaring. Dit soort personen kunnen zich bepaalde gebeurtenissen slechts gedeeltelijk herinneren en blokkeren specifieke momenten. Symptomen hiervan zijn slaapproblemen, vervreemding van de samenleving en lichtgeraaktheid. Dit werd allemaal verwerkt in de film.

De film werd een groot succes en bracht alleen de eerste week al $60.000 op. Hiermee verbrak de film het record van de hoogste opbrengst in één week. De recordhouder ervoor was Gone with the Wind (1939). Hij bracht uiteindelijk bijna $8 miljoen op, tegen een budget van $1,7 miljoen.

Ronny De Schepper (op basis van Wikipedia)

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.