In tegenstelling tot de gangbare opinie ben ik altijd al een grotere voorstander geweest van de tweede film van The Fab Four. Ik verkies hem met andere woorden boven “A hard day’s night”. Toen ik hem onlangs echter heb teruggezien (op de BBC) viel hij mij een beetje tegen. Toch wel meer tijdsgebonden dan ik had gedacht. Maar dat is “A hard day’s night” ook. Om nog van “The Magical Mystery Tour” te zwijgen!
Volgens interviews die werden afgenomen met Paul McCartney, George Harrison en Ringo Starr voor The Beatles Anthology, kreeg regisseur Richard Lester een groter budget voor deze film dan voor A Hard Day’s Night, dankzij het commerciële succes van de laatste. Daarom was deze speelfilm in kleur en werd hij opgenomen op verschillende exotische buitenlandse locaties. De film kreeg ook een uitgebreidere muziekscore dan A Hard Day’s Night, verzorgd door een volledig orkest en met stukken bekende klassieke muziek als de ouverture van de derde akte uit Wagners Lohengrin, de ouverture 1812 van Tsjaikovski, de negende symfonie van Beethoven (“Ode aan de vreugde”) en, tijdens de aftiteling en met hun eigen komische vocale interpretatie, de ouverture van Rossini‘s Barbier van Sevilla.
De oorspronkelijke titel voor de film – pas heel dicht bij de release veranderd in Help! – was Eight Arms to Hold You. Help! werd opgenomen in Londen, Salisbury Plain, de Oostenrijkse Alpen, New Providence Island en Paradise Island op de Bahama’s, en in de Twickenham Film Studios. De opnames begonnen op de Bahama’s op 23 februari 1965. Starr merkte op in The Beatles Anthology dat ze op de Bahama’s waren voor de scènes met het warme weer, en daarom lichte kleding moesten dragen, ook al was het vrij koud. Tony Bramwell, de assistent van Beatles-manager Brian Epstein, verklaarde in zijn boek A Magical Mystery Tour dat Epstein de Bahama’s koos om belastingredenen. Volgens The Beatles Anthology begon Harrison tijdens de restaurantsequentie die begin april werd gefilmd, Indiase muziek te ontdekken, die een sleutelelement zou zijn in toekomstige nummers zoals “Norwegian Wood“. De opnames eindigden op 14 april in Ailsa Avenue in Twickenham.
De skiscènes werden opgenomen in Obertauern, een klein dorpje in Oostenrijk. Een van de redenen waarom deze locatie werd gekozen, was dat de sterren van de film daar minder snel herkend zouden worden dan in een van de grotere resorts met veel Britse toeristen. De Beatles waren in maart 1965 ongeveer twee weken in Obertauern met een filmcrew van ongeveer zestig mensen. Lokale bewoners fungeerden als skistuntdubbels voor de Beatles, die verbleven in het hotel “Edelweiss”. Het grootste deel van de crew was gestationeerd in hotel Marieta, waar de Beatles op een avond een geïmproviseerd concert gaven ter gelegenheid van de verjaardag van een assistent van de regisseur. Dit was de enige keer dat ze ooit op een podium in Oostenrijk speelden.
De Beatles vonden het niet bepaald leuk om Help! te filmen, noch waren ze tevreden met het eindproduct. In 1970 zei John Lennon dat ze zich voelden als figuranten in hun eigen film: “De film was buiten onze controle. Bij A Hard Day’s Night hadden we veel inbreng, en het was semi-realistisch. Maar bij
Help! vertelde Dick Lester ons niet waar het allemaal over ging.” Tien jaar later was Lennon milder:
“Achteraf besef ik hoe geavanceerd het was. Het was een voorloper van Batman Pow! Wow! op tv – dat soort dingen. Maar [Lester] heeft het ons nooit uitgelegd. Deels misschien omdat we niet veel tijd samen hadden doorgebracht tussen A Hard Day’s Night en Help!, en deels omdat we in die periode marihuana rookten als ontbijt. Niemand kon met ons communiceren, het was constant glazige blikken en gegiechel. In onze eigen wereld. Het was alsof we de meeste tijd niets deden, maar toch om 7 uur ’s ochtends op moesten, kortom we verveelden ons.”
Een bijdragende factor was uitputting als gevolg van hun drukke schema van schrijven, opnemen en toeren. Daarna aarzelden ze om aan een nieuw filmproject te beginnen, en Help! was dan ook hun laatste volledig gescripte bioscoopfilm. Hun verplichting voor een derde film aan United Artists werd nagekomen met de documentaire Let It Be uit 1970. De animatiefilm Yellow Submarine uit 1968 voldeed niet aan de contractuele verplichtingen, omdat de Beatles er niet in speelden en hun enige liveoptreden minder dan twee minuten duurde aan het einde van de film.
Ronny De Schepper (op basis van Wikipedia)