Op 21 september 1994 ga ik naar het Klein Raamtheater, waar het nieuwste stuk van Nora Tilley pas van start is gegaan. “Amanda en de widowmaker” is een monoloog die Walter Van den Broeck speciaal voor haar heeft geschreven (*).
Daarbij is hij wel oneerbiedig geweest, want op een bepaald moment spreekt ze over haar lichaam dat “uitdijt”, waardoor haar trouwkleed van destijds nu striemen in haar lijf trekt, zodat ze eruit ziet als “een blinde vink”. Niks van aan wat dat betreft, ook al heeft de make-up ervoor gezorgd dat ze niet zo mooi is als gewoonlijk.
De Mexicaanse Amanda is zojuist op verbijsterende wijze weduwe geworden. In één lange monoloog doet zij het relaas van de laatste twee dagen voor de dood van haar ontrouwe maar zeer jaloerse man. Na vijfentwintig jaar past ze voor een feest haar bruidsjurk: een symbool van liefde en zuiverheid in een tijd die daar te wrang voor is geworden. Haar echtgenoot stelt haar die avond voor aan zijn nieuwe maîtresse. Amanda’s overstelpende verdriet mondt uit in een ongewild scenario dat uiteindelijk leidt tot de dood van haar man. (boekmeter.nl)
De monoloog op zichzelf is wel goed, maar ik ben niet geheel tevreden over de prestatie van Nora. Het zal grotendeels wel aan de regie van Walter Tillemans toe te schrijven zijn dat ze haast continu een octaaf te hoog zit, te snel praat zodat de versprekingen elkaar opvolgen, kortom dat het “overdone” is. Daar Hugo Morrens, voorzitter van de Raad van Beheer van het Raamtheater en als dusdanig degene die me had uitgenodigd, zelf niet aanwezig blijkt te zijn, maak ik me deze keer maar snel uit de voeten.
Ronny De Schepper
(*) Volgens De Slegte is het echter “een novelle geschreven ter gelegenheid van het vijftigjarig jubileum van De Bezige Bij”.