Het is vandaag al zestig jaar geleden dat de Ierse toneelauteur Sean O’Casey is overleden…

Sean O’Casey werd geboren op 30 maart 1880 in een protestantse familie in de binnenstad van Dublin, een van de armste gebieden in Europa in die tijd. Zijn vader overleed in 1886, en zijn moeder zorgde voor de grote familie. Sean O’Casey leed aan een pijnlijke oogaandoening, maar zijn liefde voor leren en lezen zorgden ervoor dat hij veel boeken las om zijn gemis aan opleiding goed te maken. Hij leerde zijn dramatische techniek door het lezen van Shakespeare en Dion Boucicault.

Nadat het Abbey Theatre in Dublin een aantal toneelstukken had afgekeurd, werd “The Shadow of a Gunman”, het eerste deel van een trilogie, er in 1923 opgevoerd. Het toneelstuk is gebaseerd op zijn ervaring van het leven onder het Britse juk (in 1913 he helped to organise the Irish Citizen Army). De karakters die erin voorkomen zijn mensen uit de sloppenwijken die door hun conversaties en kijk op het leven hun lot te boven kwamen. Het stuk bleek onmiddellijk populair.
Het tweede deel in de trilogie was “Juno and the Paycock” (1924), en behandelde eenzelfde thema. Het stuk speelt zich af in 1922, jaar van de definitieve overwinning van het Ierse volk op het Engelse leger na de nederlaag van de Paasopstand in 1918.
EERSTE BEDRIJF
Er is een staking gaande in Dublin, dus in de familie Boyle werkt niemand. (De zoon, Johnny, kàn niet meer werken, omdat hij zijn arm heeft verloren tijdens een gevecht om Ierland.) Jerry Devine komt binnen om de moeder Juno te vertellen (in feite is het haar achternaam, omdat alle belangrijke dingen in haar leven in juni gebeurden) dat een priester werk heeft gevonden voor haar man Jack (hij wordt de kapitein genoemd omdat hij ooit kapitein is geweest op een – klein! – schip). Ze zegt dat hij samen met Joxer Daly de pubs bezoekt. Jerry is verliefd op de dochter Mary, maar ze wijst hem af. Een paar minuten later komt Mary binnen met een meneer Bentham, die hun het testament voorleest van een neef, die onlangs is overleden. Ze gaan een behoorlijk bedrag erven.

TWEEDE BEDRIJF
Twee dagen later. Bentham en Mary zijn verliefd op elkaar. De familie Boyle heeft nieuwe meubels gekocht, een grammofoon etc. met het oog op het geld dat ze zullen erven. Bentham vertelt hen over zijn religie, theosofisme. Johnny denkt dat hij de geest van Robbie Tancred heeft gezien, zijn leider die werd neergeschoten tijdens een geheime bijeenkomst. Mrs. Madigan en Joxer komen binnen en ze zingen allemaal wat liedjes totdat Mrs. Tancred arriveert. Ze gaat naar de begrafenis van haar zoon. Als ze weg is, wil Johnny de grammofoon spelen. Nugent komt echter woedend binnen omdat de kist net voorbijkomt. Ze gaan allemaal naar buiten om te kijken, behalve Johnny. Een opruier komt binnen en vertelt hem dat hij wat details moet geven over de dood van Robbie. Johnny weigert.
DERDE BEDRIJF
Twee maanden later. Mrs. Madigan en Nugent willen hun geld terug van Boyle, omdat ze hebben gehoord dat hij niets uit het testament zal krijgen. Mrs. Boyle heeft Mary naar de dokter gebracht, omdat ze er nogal ziek uitzag, nadat Bentham naar Engeland was vertrokken. Bij terugkomst kondigt Mrs. Boyle aan – wat denk je? – dat Mary Benthams baby verwacht. Verder moet Captain Boyle toegeven dat het waar is dat ze geen geld zullen erven. Die duivel Bentham had een smerige streek met ze uitgehaald: er stonden geen namen in het testament, dus nu duiken er “neefjes” op van over het hele land. Hij en Joxer gaan naar de pub om het overgebleven geld uit te geven. Twee mannen nemen de meubels mee, terwijl twee Irregulars binnenkomen. Ze bevelen Johnny om hen te volgen. Jerry Devine belooft Mary dat hij met haar zal trouwen, ongeacht het feit dat ze hem in de steek heeft gelaten. Wanneer ze hem over de baby vertelt, vertrekt hij echter teleurgesteld. Mrs. Madigan vertelt Mrs. Boyle dat twee politieagenten willen dat ze het lijk van Johnny identificeert, dat langs een eenzame weg was gevonden. Juno stort in. Joxer en de Captain komen dronken als altijd binnen. Boyle: “I’m telling you… Joxer… th’whole worl’s… in a terr… ible state o’… chassis!”
Het stuk werd reeds in 1930 verfilmd door niemand minder dan Alfred Hitchcock en ene Marc Zilberstein vond in 1959 zelfs dat hier een musical inzat! In april 1974 werd dit stuk gespeeld door de KNS in een vertaling van Jan Christiaens en een regie van Walter Tillemans. “In de Antwerpse regie van Walter Tillemans zijn er zowel hoogte- als dieptepunten. (…) De vertaling van Jan Christiaens (*) is gewoon speelbaar, maar zonder de poëtische warmte van het origineel. (…) In de slottaferelen kapseist Marilou Mermans (**), die tot dan toe uitstekend Mary Boyle heeft voorgebrcht, in het melodramatische; de eindscène met de dronken vader (Luc Philips) en Joxer (Marc Janssen) is nauwelijks het orgelpunt van de fatale ondergang.” (***)
Het derde deel “The Plough and the Stars” (1926) is een stuk dat speelt tijdens de Paasopstand (een Ierse revolutie tegen de Britten). Ook hier is er een contrast tussen het romantische idealisme (Ierse legerofficier Jack Clitheroe) en de echte helden: de arme burgers voor wie het leven zwaar was. Het toneelstuk, dat het nationalisme bekritiseerde, was aanleiding voor een rel. Eind 1974 werd het gespeeld door het NTG.
O’Casey verhuisde naar Engeland na 1926, en brak met het Abbey Theatre toen de directeur, dichter William Butler Yeats, een anti-oorlogsstuk “The Silver Tassie” (1928) afwees. In Engeland schreef hij een aantal andere toneelstukken, essays en theaterkritieken, maar zijn faam komt hoofdzakelijk voort uit de eerste toneelstukken – en dan met name “Juno” en “Plough”.
In zijn “Autobiographies” (1963), uitgebracht in zes delen tussen 1939 en 1954, beschrijft hij zijn persoonlijke indrukken van zijn leven – het is dus geen historische opsomming. Hij overleed op 18 september 1964 in zijn huis in Devon, Engeland, aan een hartaanval.

Ronny De Schepper
(met dank aan Wikipedia voor de biografische gegevens)

(*) Tegelijk ging in het NTG zijn bewerking van Cyriel Buysses “Recht van de Sterkste” in première. Druk, druk, druk ;-)
(**) Op dit moment de moeder van notaris Peter in “Thuis”.
(***) G.V.H., O’Casey: Ierland met zweep in KNS, De Standaard, 16 april 1974.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.