De Engelse schrijfster Margaret Drabble (foto Summonedbyfells via Wikipedia) viert vandaag haar 85ste verjaardag.
THE MILLSTONE
Met haar derde roman “The Millstone” (1965) won zij in 1966 de John Llewellyn Rhys Memorial Prize. Ik las het in de winter van 2024. Het is een boek over een vrouw die na één keer neuken met een oppervlakkige kennis zwanger is en toch besluit het kind te houden. Ik las het vlak nadat ik een boek over een vrouw die afgeslagen wordt, maar toch van de bastard houdt (*), opzij had gelegd omdat ik een hekel had aan dergelijke vrouwen en nu dus dit! En geloof het of niet, maar terwijl ik het zat te lezen in het ontbijtcafé, waarin ik op mijn winkelende echtgenote zat te wachten, speelde men op de radio zowaar “Papa don’t preach” van Madonna!
Maar hoe zit dat nu met de titel? Aangezien Rosamund (het hoofdpersonage) de baby echt wil, kan je niet zeggen dat het een molensteen om haar hals is, maar wat is het dan wel? Drabble heeft erkend dat de bron van de titel in Christus’ woorden ligt: ”Maar wie een van deze kleinen, die in mij geloven, tot zonde verleidt, het zou beter zijn, dat een molensteen om zijn nek werd gehangen en dat hij verdronk in de diepte van de zee” (Matteüs 18:6). De parallel tussen Christus’ woorden en de plot van de roman wordt gelegd door de onschuldige, hoewel onwettige baby, Octavia, de “kleine”, die onderhevig is aan kwaad, haar aangeboren hartafwijking maakt haar uiterst kwetsbaar. Christus’ waarschuwing voor straf voor potentiële agenten van kwaad wordt weerspiegeld in de vurig liefdevolle bescherming van Rosamund, de moeder van het kind. The Millstone, zei Drabble in 2011, gaat over hoe moederschap “je verandert in iets woester dan je voorheen was.”
Drie van Drabbles eerste zes romans hebben Bijbelse titels – misschien een overblijfsel van haar quakeropleiding. The Millstone was de eerste, de andere twee zijn Jerusalem the Golden (1967) en The Needle’s Eye (1972).
Enfin, deze keer heb ik het boek wel uitgelezen, wat pleit voor de stijl van Margaret Drabble. Het bewijst ook dat intellectualisme nog altijd beter is dan miserabilisme! Deze roman werd in 1969 verfilmd tot A Touch of Love (Amerikaanse titel: Thank You All Very Much ). De film verschilt qua plot nauwelijks van de roman.
THE ICE AGE
Voor haar daaropvolgende werk, Jerusalem the Golden, ontving Drabble in 1967 de James Tait Black Memorial Prize. Tien jaar later was er The Ice Age (De IJstijd). Het is een sleutelroman (de Engelsen gebruiken de Franse uitdrukking roman à clef) die de ervaringen van de voormalige televisieproducer, latere projectontwikkelaar Anthony Keating volgt terwijl hij de ups en downs van het leven in de jaren zestig en zeventig ervaart. Helaas kan (of wil) niemand mij de sleutel tot de roman overhandigen, zodat ik op mijn eigen lectuur moet terugvallen en zeker bij de aanvang doet het boek mij enorm denken aan het lied “Ik heb een zwaar leven” van Brigitte Kaandorp. Mens, wat kan jij zàgen, zeg! En dan heb ik het uiteraard over Drabble, want Kaandorp bedoelt het allemaal satirisch. Maar dat zagen laat Drabble dan over aan een mannelijke figuur, die Keating dus. Al kunnen de andere personages (veel te veel eigenlijk) er ook wat van! Ze moeten tenslotte de titel waarmaken. Maar dan krijgen we plotseling een heel andere wending in het laatste deel. Plots zitten we in een roman van John Le Carré. Ze maakt er trouwens zelf even een allusie op (p.247). En zo is het boek een illustratie van het terugkerende thema in haar werk, namelijk de correlatie tussen de hedendaagse Engelse maatschappij en de individuen die erin leven.
A NATURAL CURIOSITY
In 1987 schreef ze “The radiant way”, wat ik niet heb gelezen, maar het vervolg dat er twee jaar later op volgde, “A natural curiosity”, heb ik dan weer wél gelezen, gewoon omdat het eerste niet en het tweede wél in mijn boekenkast stond natuurlijk (**). De roman volgt een hele hoop personages waarmee ik voortdurend problemen heb om ze uit elkaar te houden, ook al omdat het plot zo dun is voor ieder van die geschiedenissen, dat ik steeds enkele paragrafen moet lezen om me te realiseren: ah, dat gaat over die! Ik begrijp dan ook niet waarom Drabble in zo’n hoog aanzien staat in literaire kringen. Nochtans ik zou haar familienaam tot een werkwoord willen maken: “to drabble”, zijnde leuteren, altijd maar zaniken, er komt maar geen einde aan. Een paar voorbeelden: een personage rijdt van A naar B, dan krijgt men alle landschappen die worden gepasseerd in het lang en het breed uitgelegd, of nog erger: iemand zit op een hotelkamer en zapt uit verveling op het televisiescherm. Dan somt zij heel extensief op wat hij op die korte tijd allemaal te zien krijgt. De opsomming duurt langer dan het zappen! Men kan er zelfs een Nederlands werkwoord van maken: “drabbelen”, babbelen zonder ophouden, doorzeuren. Alleszins kan zij het niet zijn die haar naam heeft gegeven aan een Engelse literaire vorm, namelijk “a drabble”, zijnde een kort fictieverhaal van precies honderd woorden lang. Daar komt zij nog niet eens mee toe voor één van haar beschrijvingen!
Toen ik het boek uit had, moest ik aan chatgpt vragen wat ik nu eigenlijk gelezen had. Dit was het antwoord: “Het boek volgt opnieuw de levens van drie vrouwen – Liz Headleand, Alix Bowen en Esther Breuer – die we leerden kennen in The Radiant Way. Ze navigeren door het Groot-Brittannië van de jaren tachtig, een samenleving in verandering, getekend door sociale ongelijkheid, morele vraagstukken en politieke spanningen.
- Liz worstelt met persoonlijke relaties en haar positie in een elite die steeds holler lijkt.
- Alix, maatschappelijk geëngageerd, raakt geobsedeerd door de geest van misdaad en kwaad na een ontmoeting met een veroordeelde moordenaar.
- Esther houdt zich bezig met intellectuele projecten en reflecties over kunst en morele verantwoordelijkheid.
Thema’s
- De nasleep van de jaren zestig en zeventig op de generatie van de personages.
- De sociale en morele verwording in Thatcher’s Groot-Brittannië.
- De zoektocht naar betekenis in een complexe wereld.
- Nieuwsgierigheid naar het kwaad – waarom mensen doen wat ze doen – en de ethische grenzen van die nieuwsgierigheid.
Stijl en ontvangst
Drabble schrijft in een ironische, soms essayistische stijl, waarbij ze persoonlijke drama’s verbindt met maatschappelijke analyses. De roman werd geprezen om zijn psychologische diepgang, maar soms bekritiseerd omdat hij meer ideeënroman dan plotgedreven verhaal is.”
THE PEPPERED MOTH
Hoewel haar werken in beginsel niet autobiografisch zijn, zijn sommige karakters en de gebeurtenissen die ze tegenkomen wel geïnspireerd op het leven van Drabble zelf. Dat is zeker het geval in “The Peppered Moth” uit 2000. De merkwaardige titel komt pas voor het eerst ter sprake op p.268 als blijkt dat deze mot plotseling opnieuw meer voorkomt in de geboortestreek van de hoofdpersoon nadat ze eerst op uitsterven na dood was. De man die het ter sprake brengt, vindt wel dat ze nu een donkerder exemplaar is geworden. “Of course it didn’t grow darker,” protesteert Faro, de dochter van Christine (het alterego van de schrijfster), “It’s just that the darker ones survived amidst the muck and the paler ones shone out like beacons and got eaten by pigeons. It’s a classic illustration of the survival of the fittest.”
It is also a classic illustration of a far-fetched but well-explained title. Nee, het werk kon me niet bekoren. In een “Afterword” schrijft Drabble: “I wrote this book to try to understand my mother better. I went down into the underworld to look for my mother, but I couldn’t find her. She wasn’t there.” (p.392) Indeed, she wasn’t. “The novel received mixed reviews,” schrijft Wikipedia, “with some authors noting the relative weakness of Drabble’s blending of fictional and biographical elements.”
Dat Drabble van 1960 tot 1975 gehuwd was met de acteur Clive Swift, bekend als ‘Richard’ in de tv-serie “Keeping Up Appearances” (hun dochter is schrijfster Rebecca Swift, 1964-2017) en dat ze in 1982 de historicus Michael Holroyd huwde, komt alleszins niet aan bod. When reviewing the book, critic Nora Foster Stovel notes that A.S.Byatt was not very happy with her sister’s representation of their mother. Want, inderdaad, de schrijfster A.S.Byatt is Drabbles oudere zuster. Zij hebben nauwelijks contact en lezen elkaars boeken niet. De oorzaak van de nooit aflatende vete is iets typisch Engels als… “the writerly appropriation of a family tea-set.” (The Daily Telegraph van 22 september 2011)
Ronny De Schepper
(*) “The woman who walked into doors” (Roddy Doyle)
(**) Er zou nog een derde deel volgen: The Gates of Ivory (1991), ook niet in mijn bezit.
Referenties
David Atkinson, Eleven and a Half Years of Books, 2015
Jane Duran, Fiction, History and Philosophy: The Work of Margaret Drabble, Sydney Open Journals Online, 2012
A.Hammond, British Fiction and the Cold War, 2013
Ruth Wittinger, Thatcherism and literature: representations of the ‘state of the nation’ in Margaret Drabble’s novels, 2002