Het is vandaag al twintig jaar geleden dat de Amerikaanse ex-wielrenner Al Stiller (rechts op bovenstaande foto) om het leven kwam in Boulder (Colorado) door hartproblemen.
Ik heb reeds eerder verteld over het feit dat ik als kind om de Vredeskoers te kunnen naspelen gebruik maakte van de prentjes van Russische ruimtevaarders die bij de chocolade Jacques zaten. En dat ik dan meteen ook maar met hun Amerikaanse collega’s een ploeg vormde, waarmee ik fameus op de feiten vooruitliep, want de eerste deelname van de Yankees dateert pas uit 1983, weliswaar met meteen een mooie vierde plaats in het eindklassement voor Thurlow Rodgers. De eerste Amerikaanse ritzege in de Vredeskoers is trouwens van Andy Bishop te Praag in 1987, bij de tweede deelname van de Yankees aan de Vredeskoers.
Maar goed, in de jaren zestig moest ik het dus doen met ruimtevaarders bij gebrek aan prentjes van Amerikaanse wielrenners. De eerste Amerikaan die ik uit de krant heb geknipt en op een kartonnetje geplakt (om ermee te kunnen koersen), was volgens mij een zekere Strohmeier, wellicht de vader van Peter Strohmeier, die in 1982 voor de Australische Mavic-Clemenso ploeg reed, maar ondanks een paar oproepen op Facebook heb ik hiervan nog altijd geen bevestiging gekregen en evenmin een antwoord op mijn vraag wat zijn voornaam dan wel zou mogen zijn geweest.
Die Strohmeier kwam hier kermiskoersen rijden, maar het volgende prentje van Amerikaanse wielrenners (van betere kwaliteit, blijkbaar afkomstig uit een magazine) was van het zesdagenduo Jack Heid (links op bovenstaande foto) en Al Stiller. Ik heb ze dan uiteindelijk ook meer voor die discipline (zesdagen dus) gebruikt dan voor b.v. de Vredeskoers.
Bij de dood van Stiller schreef Peter Joffre Nye op VeloNews: “Chicago born and bred, Stiller recalled in a 1991 interview that he became intrigued with cycling as a youngster in the late 1920s after watching six-day racers whirling around a steeply banked wooden velodrome in Chicago Stadium. ‘I joined a local club in 1939, and won my first race—a 400-yard event on the grass in a park. I was 16. There was no holding back.’
Like others of his generation, Stiller had to suspend his personal ambitions after the Japanese bombed Pearl Harbor in 1941 and the United States declared war. He entered the Army and trained as a machine gunner, pulling duty stateside. He was mustered out following the allied victories of 1945 and attended the University of Utah on the G.I. Bill.”
En Wilfried Journée schrijft op de Wielersite: student Al Stiller was reeds geselecteerd voor de Olympics van 1948, toen hij in de zomer van 1947 de kans kreeg om te Parijs (Prinsenpark) zich te vervolmaken in de wielersport. Hij mocht daar deelnemen aan de afwachtingsmeeting van de laatste rit van de Tour de France, die zou gewonnen worden door Robic. De geweldige ambiance met 35.000 mensen in de velodroom en 1.000.000 mensen langs de weg, maakten een grote indruk op de Amerikaan, die toen zeker werd dat ‘de fiets’ voor altijd zijn ding zou worden. Stiller: “It was so emotional, it made your hair stand on end. Being there on the day that Robic won, seeing the riders enter the track through the tunnel that took them in from the street, and hearing the ovation that made your ears hurt after a while, was tremendous. For that day alone, it was worth the fare.”
During the London Olympics, he rode the tandem and pursuit race, and afterward remained in Europe with fellow Olympian Jack Heid. “We raced a lot in Belgium — in Ghent, Brussels, and Antwerp,” Stiller said. “Jack and I went to the worlds in Amsterdam, then up to Copenhagen,” Decades before corporate sponsorship and support from a U.S. national team, they lived by their wits. “We had to grub along. But we won some races on the indoor tracks and got by.”
He returned to Chicago in early 1949, bringing a new road bike equipped with an innovative four-speed rear derailleur. Because of his reputation, Stiller’s riding a road bike persuaded others to change from one-speed track bikes still favored by American racers.
Stiller embarked on a string of eight state Illinois state titles. State and national championships then were determined by omniums, composed of four events from the quarter-mile up to 25 miles. In 1950 and 1951 he won the 10-mile points races in the nationals. The Midwest’s big event, which lasted 30 years, was the 50-miler from Elgin to Chicago. Stiller won it in 1954. His biggest win was the 168-mile race from Quebec to Montreal, the North America’s longest bicycle race (168 miles) and Winnipeg-Kenora/Ontario (150 miles).
After graduating with a degree in business management in 1954, Stiller made the team for the Pan American Games in Mexico City, where he competed in the team pursuit and the road race.
Pat Murphy, who competed in the 1956 Melbourne Olympics and married Stiller’s niece, Marlene, teamed up with him in the 1961 Madison Square Garden international six-day event in New York City. Stiller’s ride ended in a crash that dislocated his right shoulder.
From 1960 to 1980, Stiller operated a bicycle shop in Chicago. In 1964 he married Berty Berchtold, who survives him. They moved to Boulder in 1988.
Ronny De Schepper