Veertig jaar geleden ging in het NTG “Rondedans” van Arthur Schnitzler in première. De recensie in De Rode Vaan is echter pas te laat verschenen…

« De ingebeelde zieke » gemist. « Hamlet » slechts voor « export » bedoeld, en nu ook weer is de « Rondedans » reeds beëindigd in Gent zelf als dit verschijnt. We kunnen niet beweren dat we erg bij de pinken zijn geweest wat het seizoenbegin van het NTG betreft. Maar we beloven beterschap, dat spreekt. Nochtans is het jammer dat we niet eerder de kans kregen om deze productie bij onze lezers aan te bevelen. Het stuk van Arthur Schnitzler getuigt immers van een heerlijke delikatesse met vooral zeer spitsvondige dialogen. Kortom het is een sprankelende aaneenrijging (oorspronkelijk heet het stuk « Reigen ») van amoureuze tafereeltjes die tegelijk een spiegel zijn van het maatschappelijke leven rond de eeuwwisseling als van de eeuwige strijd tussen de seksen
Daarom wat het wel jammer dat dit « sprankelende » een beetje werd afgeremd door een trage regie van Achiel Van Malderen. De inhoud is wel bekend, dachten we : na zijn bezoek aan een hoer flirt de soldaat met een kamermeisje. Zij doet het op haar beurt met haar jonge meester die een verhouding heeft met een jonge vrouw die met een oudere man is gehuwd. Deze scharrelt een schattig kind op dat eigenlijk op een dichter aast. Een dichter die dan weer door een actrice in het ootje wordt genomen, een graaf vindt bij haar meer gehoor. Waarna die graaf dronken ontwaakt bij het hoertje en bij het buitengaan de soldaat weer tegen het lijf loopt. De cirkel is dus rond.
Nu, al deze scènes werden niet alleen van elkaar gescheiden door een black-out en aangepaste muziek, ook het vrijen van de paartjes zelf werd door dat systeem gesuggereerd. Met als gevolg dat het stuk traag op gang komt (pas wanneer kamermeisje Els Magerman voor jonge heer Mark Willems met haar kont begint te draaien) en dat ook op het einde een zekere moeheid intreedt.
Toch blijft de geestige ondertoon overheersen en soms zijn er zelfs spetterende momenten te beleven met als hoogtepunt de would-be dichter Jos Verbist die een schijndom wicht van de straat « binnendoet » (glansprestatie van Chris Thys, zij het dat juist in haar geval de enige fout in de dialogen is geslopen: hier hinkt men immers tussen Algemeen Nederlands en dialect door, terwijl men beter resoluut voor het laatste had gekozen).
Verder mogen we zeker niet nalaten het decor van John Bogaerts te loven dat door zijn multipele aanwendingsmogelijkheden (en toch heerlijk esthetisch, dus eindelijk eens geen « zetstukken ») een hoger tempo wel toeliet.

Referentie
Ronny De Schepper, « Rondedans » : traag maar amusant, De Rode Vaan nr.49 van 1983

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.